In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
H6 Vergroten
Herhaling
Slide 1 - Tekstslide
Leg in je eigen woorden uit wat bedoeld wordt met: De (wiskundige) factor.
Slide 2 - Open vraag
Hoe bereken je de factor bij een vergroting?
Slide 3 - Open vraag
De figuur die je vergroot heet..... DE vergroting heet......
Slide 4 - Open vraag
Als je een foto met een factor groter dan 1 vermenigvuldigt, wordt de figuur dan groter of kleiner?
Slide 5 - Open vraag
Als de factor tussen de 0 en de 1 is, dan wordt de vergroting .........
Slide 6 - Open vraag
Driehoek DEF is een vergroting van driehoek ABC. Leg uit waarom.
Slide 7 - Open vraag
Een foto is 10 cm breed en 15 cm hoog. De factor voor de vergroting is 3. Bereken de breedte van de vergroting in cm.
Slide 8 - Open vraag
Een foto is 10 cm breed en 15 cm hoog. De factor voor de vergroting is 3. Bereken de hoogte van de vergroting in cm.
Slide 9 - Open vraag
Hoe bereken jij de onbekende maten bij een vergroting?
Slide 10 - Open vraag
Driehoek DEF is een vergroting van ABC. Bereken de lengte van zijde DF.
Slide 11 - Open vraag
Bereken de lengte van zijde EF.
Slide 12 - Open vraag
Hoe bereken je de schaal van een tekening?
Is bij het berekenen van schaal het beeld of het voorwerp het origineel?
Slide 13 - Open vraag
De lengte van de auto is 3,6 meter Bereken de schaal van de auto op de foto.
Slide 14 - Open vraag
Als je figuur A vermenigvuldigt met factor 4, krijg je figuur B. De omtrek van figuur A is 14 cm. Bereken de omtrek van figuur B.
Slide 15 - Open vraag
Figuur B is een vergroting van figuur A. Als je figuur A vermenigvuldigt met factor 4, krijg je figuur B. De oppervlakte van figuur A is 10 cm . Bereken de oppervlakte van figuur B.