Het voltooid deelwoord staat nooit alleen, maar heeft hulp nodig van een ander werkwoord. dat zijn de werkwoorden hebben, zijn en worden.
Slide 4 - Tekstslide
Het voltooid deelwoord
Het voltooid deelwoord van een werkwoord heeft maar één vorm, je hoeft dus geen rijtjes te kennen en moeilijke stappen te nemen om een voltooid deelwoord te maken.
Je moet maar een ding weten:
een voltooid deelwoord maak je door de stam van het werkwoord te nemen en er iets voor en achter te zetten.
Slide 5 - Tekstslide
Het voltooid deelwoord
GE + STAM + T
Slide 6 - Tekstslide
Het voltooid deelwoord
wohnen
wohn
gewohnt
ik heb in Rotterdam gewoond - ich habe in Rotterdam gewohnt
Slide 7 - Tekstslide
Maar er is nog een vorm van het voltooid deelwoord
GE + STAM + EN
Slide 8 - Tekstslide
Het voltooid deelwoord
Het gaat eigenlijk precies hetzelfde als in het Nederlands.
Alle voltooide deelwoorden die in het Nederlands eindigen op en, eindigen in het Duits ook op en.
Deze voltooide deelwoorden veranderen ook van klank.
Slide 9 - Tekstslide
Het voltooid deelwoord
bleiben
bleib
geblieben
ik ben in Rotterdam gebleven - ich bin in Rotterdam geblieben