4.7 spieren

Welkom

Tas van tafel
Laptop pakken en opstarten
Binas pakken

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom

Tas van tafel
Laptop pakken en opstarten
Binas pakken

Slide 1 - Tekstslide

De zenuwen in deze afbeelding lopen naar de benen. Iemand heeft een laesie (breuk) in onderdeel 5. (T2)

a) Kan deze persoon pijn voelen?
b) Kan deze persoon bewegen.
c) Voor welk been geldt dit (L/R)?

Slide 2 - Open vraag


De neurochirurg van het ziekenhuis legt uit dat een brughoektumor een goedaardig gezwel is, maar dat het toch moet worden verwijderd omdat het kan doorgroeien en dan de hersenstam kan beschadigen.

Welke lichaamsfunctie kan worden verstoord door beschadiging van de hersenstam?
A
het terugtrekreflex
B
de regulatie van de ademhaling
C
de regulatie van de testosteronproductie
D
de kniepeesreflex

Slide 3 - Quizvraag

Een gynaecoloog begeleidt de bevalling van Monique. Monique kijkt mee hoe haar baby gecontroleerd wordt. De kleur, hartslag, ademhaling en spierspanning zijn goed. Ook de reflexen zoals de pupilreflex zijn in orde.

Welke prikkel is geschikt om de pupilreflex te testen? En welke spieren in de iris trekken samen tijdens de pupilreflex?
A
Een voorwerp richting het oog bewegen Kringspieren
B
Een voorwerp richting het oog bewegen Straalsgewijs lopende spieren
C
Licht in het oog schijnen Kringspieren
D
Licht in het oog schijnen Straalsgewijs lopende spieren

Slide 4 - Quizvraag

Gespierdheid
  • Tieners willen tegenwoordig graag heel gespierd zijn

Leerdoelen:
Leg uit hoe het komt dat bodybuilders veel meer spiermassa hebben dan marathonlopers terwijl ze allebei heel veel trainen
Hiervoor moet je de onderdelen van de verschillende soorten spieren kennen 

BRON: BINAS 88A, K en §4.6 

Slide 5 - Tekstslide

Succescriteria
  • je kunt de definitie van de volgende begrippen uitleggen: dwarsgestreept en glad spierweefsel, spiercellen = spiervezels, actine en myosine, motorische eenheid, spierspanning

  • je kunt de de leerdoelen aan een ander uitleggen

  • je kunt de (examen)vragen over dit onderwerp goed (bijna foutloos) maken

Slide 6 - Tekstslide

Hoe zitten spieren vast aan je skelet? (R)

Slide 7 - Open vraag

spierweefsel
dwarsgestreept
- skeletspieren
- animale zenuwstelsel
- kort en snel bewegen

glad
- spieren die niet aan botten vastzitten (vaak bij organen)
- autonome zenuwstelsel
- traag maar langdurig

Slide 8 - Tekstslide

In welk deel van de hersenen bevinden zich de centra over de gladde spiercellen?
A
Grote hersenen
B
Kleine hersenen
C
Hersenstam
D
Ruggenmerg

Slide 9 - Quizvraag

spierweefsel
Spieren kunnen alleen samentrekken (korter en dikker)

Skeletspieren zitten met pezen vast aan botten

Hartspierweefsel is een combi van de beste eigenschappen van beiden

Slide 10 - Tekstslide

Deze spieren raken snel vermoeid
A
Glad spierweefsel
B
Dwarsgestreept spierweefsel
C
Hartspierweefsel

Slide 11 - Quizvraag


A
Dwarsgestreept spierweefsel
B
Glad spierweefsel
C
Hartspierweefsel

Slide 12 - Quizvraag

Noteer de nummers van de spieren die glad spierweefsel zijn:
1) buikspier
2) wand van een slagader
3) oogspieren
4) wand van de linkerboezem

Slide 13 - Open vraag

spier
spierbundel
spiervezel
spierfibril (=myofibril)


BINAS 90 C

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Spier
Spierschede
Spiervezel
Pees
Spierbundel
Bewetgings-
zenuwcel

Slide 16 - Sleepvraag

Slide 17 - Tekstslide

a) wat moet er gedissimileerd worden om ATP te krijgen in de spieren?
b) in welk organel gebeurt dit?

Slide 18 - Open vraag

aansturing 
Axon v/e motorische neuron prikkelt de motorische eindplaat van een spier (contactpunt)

Hierdoor worden de spiervezels geprikkeld om samen te trekken (actine en myosine schuiven in elkaar)

Alles of niets (te weinig impulsen = geen contractie)


Slide 19 - Tekstslide

Spierspanning
Des te minder spiervezels aan één motorische eenheid, des te preciezer de beweging die je kunt maken

Spierspanning - een aantal motorische eenheden zijn altijd gespannen, hierdoor blijf je in evenwicht/ gaat je gezicht niet hangen


Slide 20 - Tekstslide

Barack en Donald voeren een discussie over de hoeveelheid spiervezels betrokken bij één motorische eenheid.

Barack zegt: in je vingers zijn minder spiervezels betrokken per motorische eenheid dan in je tenen
Donald zegt: de prikkeldrempels van alle motorische eenheden zijn gelijk

Wie heeft/hebben het juist?
A
Barack = Juist Donald = Juist
B
Barack = Juist Donald = Onjuist
C
Barack = Onjuist Donald = Juist
D
Barack = Onjuist Donald = Onjuist

Slide 21 - Quizvraag

Noteer of de volgende stellingen juist of onjuist zijn.
1. In een spier die zich gedeeltelijk samentrekt, zijn alle spiervezels gedeeltelijk samengetrokken.
2. Een spiervezel die ontspannen is, verbruikt geen energie.
3. Een motorische eenheid heeft als geheel een prikkeldrempel.

Slide 22 - Open vraag

Krachttraining
Krachttraining zorgt voor meer myofibrillen binnen een spiervezel (niet meer spiervezels dus!)

Hierdoor kan de spier krachtiger samentrekken en wordt het dus groter.

Slide 23 - Tekstslide

Door duurtraining neemt het aantal bloedvaten in de spieren toe. Leg uit hoe dit zorgt voor een beter duurvermogen (oorzaak/gevolg-vraag 2p)

Slide 24 - Open vraag

Wat zullen verschillen zijn in de diëten van een bodybuilder en van een marathonrenner?

Slide 25 - Open vraag

SPIERSCHEURING
BOTBREUK
VOETBALKNIE
KNEUZING
VERZWIKKING
ONTWRICHTING
een beschadiging van weefsel die geen breuk of scheuring is
een meniscus in het kniegewricht is beschadigd
wanneer de spiervezels beschadigd zijn
breuk in de beenderen
de gewrichtskogel schiet uit de gewrichtskom
de kneuzing van een gewricht

Slide 26 - Sleepvraag

Aan de slag
 Verwerk de LessonUp en lees de theorie op 10voorbiologie. Hou je begrippen bij.

Maak de basiskennisvragen van 4.7. 



Slide 27 - Tekstslide