Samenvatting hoofdstuk 2

Samenvatting hoofdstuk 2



Tekstverbanden en signaalwoorden
  

schema op bladzijde 237 als herhaling
En
Schema op bladzijde 42 en 43 leren!
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Samenvatting hoofdstuk 2



Tekstverbanden en signaalwoorden
  

schema op bladzijde 237 als herhaling
En
Schema op bladzijde 42 en 43 leren!

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een voorzetselvoorwerp?

Slide 3 - Open vraag

Grammatica zinsdelen
  1. Jullie verlangen nu al naar de grote vakantie.
  2. Bij de ceremonie sprak de directeur over de toekomst van het onderwijs.
  3. De verkoper drong aan op contante betaling.
  4. Heeft u misschien iets over voor het KWF?

Video uitleg
en oefeningen

Slide 4 - Tekstslide

De onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (o.t.t.t.)
• ik zal lezen  
• ik zal werken  
De voltooid tegenwoordige toekomende tijd (v.t.t.t.)
• ik zal gelezen hebben  
• ik zal gewerkt hebben  
De onvoltooid verleden toekomende tijd (o.v.t.t.)
• ik zou lezen  
• ik zou werken  
De voltooid verleden toekomende tijd (v.v.t.t.)
• ik zou gelezen hebben  
• ik zou gewerkt hebben
In het Nederlands heb je 8 werkwoordstijden 

De onvoltooid tegenwoordige tijd (o.t.t.) 
• ik lees 
• ik werk 
De onvoltooid verleden tijd (o.v.t.) 
• ik las 
• ik werkte 
De voltooid tegenwoordige tijd (v.t.t.) 
• ik heb gelezen 
• ik heb gewerkt 
De voltooid verleden tijd (v.v.t.) 
• ik had gelezen 
• ik had gewerkt 

Slide 5 - Tekstslide

Woordenschat:
Gehuisvest - onderbrengen, plaatsen
Beslechten - beslissen
Flank - zijwand van de onderbuik tussen de ribbenboog en het heupbeen 
Interpreteren - het op een bepaalde manier zien of voelen
Primaten - orde binnen de zoogdieren waartoe apen en mensen gerekend worden
Meedogenloos - zonder medelijden
Cruciale - heel belangrijke, van overheersende betekenis
Ondervinden - ervaren
Beaamt - je zegt dat je het met iets eens bent of dat het klopt
Gedesoriënteerd - de weg kwijt

Slide 7 - Tekstslide

Formuleren
OPA
Onderwerp   Persoonsvorm  Ander zinsdeel
Varieer in de zinsopbouw!
  • APO 
  • POA - vragend maken van de zin
  • PA - gebiedende wijs

Slide 8 - Tekstslide

Spel een  Engels leenwoord
  • Als één woord: een gebruikelijke samenstelling met één klemtoon, lookalike, parttimer, voicemail
  • Een koppelteken: als het rechterdeel van de samenstelling een Engels voorzetsel is, time-out, sit-up.
  • De delen los bij sommige woordgroepen met twee klemtonen, full speed, total loss, second opinion, low budget

Slide 9 - Tekstslide

Spel een Frans leenwoord
  • Zonder accenttekens als een Frans woord gebruikelijk is geworden in het Nederlands: controle, diner, compote, ragout
  • behalve als het nodig is voor de uitspraak: Paté, volière, coûte que coûte.
  • Gebruik het woordenboek!!!

Slide 10 - Tekstslide

Vervoegen van Engelse werkwoorden
  • Engelse w.w. vervoeg je als Nederlandse zwakke w.w.
  • Stam: -en van het w.w. afhalen, soms laat je de -e staan.
e-mailen - e-mail, relaxen-relax, racen-race, timen-time
  • In de tegenwoordige tijd e.v. stam of stam+t of stam +en
  • Bij de verleden tijd en voltooid deelwoord: 't (e)x-fokschaap
mixen - ik mix , hij mixt , ik mixte , ik heb gemixt
gamen - ik game , hij gamet , ik gamede , ik heb gegamed

Slide 11 - Tekstslide

Vervoeg:
Ik ............../wij............/ wij hebben.............

Borstcrawlen

Managen

streetdancen

Slide 12 - Tekstslide