1.2C en 1.3A Ruben

naam
nummer
naam
nummer
Evelien Abbink
1
Marwa Mahhouti
15
Abdelrahmane Ahrouch
2
Yaro Nagelhout
16
Shihab Abdullah
3
Chanel Poel
17
Aïsha Batawangge
4
Pip Rusman
18
Menessa Bdair
5
Jarno Spaans
19
Arif Bourhan
6
May Titi
20
Emre Cikrikciglu
7
Lilly van der Valk
21
Max Dekker
8
Robin Visscher
22
Milo van Enkhuijzen
9
Silje Visser
23
Medya Hasan
10
Lise van Wilgen
24
Storm Jansen
11
Misha Wilson
25
Oscar de Jong
12
Rinaysha van Loon
26
Kacper Krupa
13
27
Bjorn Lith
14
28
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

naam
nummer
naam
nummer
Evelien Abbink
1
Marwa Mahhouti
15
Abdelrahmane Ahrouch
2
Yaro Nagelhout
16
Shihab Abdullah
3
Chanel Poel
17
Aïsha Batawangge
4
Pip Rusman
18
Menessa Bdair
5
Jarno Spaans
19
Arif Bourhan
6
May Titi
20
Emre Cikrikciglu
7
Lilly van der Valk
21
Max Dekker
8
Robin Visscher
22
Milo van Enkhuijzen
9
Silje Visser
23
Medya Hasan
10
Lise van Wilgen
24
Storm Jansen
11
Misha Wilson
25
Oscar de Jong
12
Rinaysha van Loon
26
Kacper Krupa
13
27
Bjorn Lith
14
28

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
- Terugblikken §2A
- Huiswerk
- Uitleg §2B
- Werken


Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Voor 1880 had een grote groep Nederlandse mannen het bestuur van Nederlands-Indië in handen.
A. Waar
B. Niet waar

De inheemsen van Nederlands-Indië hadden minder aanzien dan de Indo's.
A. Waar
B. Niet waar
Wat is waar over de Nederlandse vrouwen die na 1880 naar Nederlands Indië kwamen?
A. Ze kwamen om te helpen bij het zware werk op de boerderijen
B. Ze kwamen om belangrijke bestuurstaken uit te voeren
C. Ze deden veel liefdadigheidswerk

1. Voor 1880 had een grote groep Nederlandse mannen het bestuur van Nederlands-Indië in handen.
A. Waar
B. Niet waar

2. De inheemsen van Nederlands-Indië hadden minder aanzien dan de Indo's.
A. Waar
B. Niet waar

3. Wat is waar over de Nederlandse vrouwen die na 1880 naar Nederlands Indië kwamen?
A. Ze kwamen om te helpen bij het zware werk op de boerderijen
B. Ze kwamen om belangrijke bestuurstaken uit te voeren
C. Ze deden veel liefdadigheidswerk

Slide 4 - Tekstslide

Nakijken.
  • Blz 17
  • Eén persoon leest de vraag voor.
  • Heb je iets anders? Steek je vinger op en zeg het, soms is meer dan één antwoord goed.
  •  Zorg ervoor dat je de juiste antwoorden overneemt.

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoel
  • Je kunt uitleggen waarom het cultuurstelsel werd ingevoerd en ook weer afgeschaft.
  • Je kunt uitleggen wat de vrije economie betekende voor ondernemers en contractarbeiders. 
  • Je kunt uitleggen waarom de etnische politiek  werd ingevoerd en wat deze inhield.

Slide 6 - Tekstslide

Cultuurstelsel
  • 1830 invoering cultuurstelsel.
  • 1/5 (20%) van de landbouw moest naar Nederland.
  • Er werden alleen producten verbouwd die door Nederland verhandeld konden worden; koffie, suiker en tabak. 

Slide 7 - Tekstslide

Kritiek en afschaffing
Voor boeren was het een ramp om drie redenen:
  • Beste grond voor de Nederlanders.
  • Meer dan 1/5 deel vanwege bonussen.
  • Geen grond betekende diensten leveren. Eigenlijk 66 dagen per jaar, maar meestal 100-200.
Kritiek in Nederland door:
  • Het boek Max Havelaar door de schrijver Multatuli. 
  • Liberalen vonden dat de economie vrij moest zijn.

Slide 8 - Tekstslide

Vrije arbeid
Reden waarom de liberalen wilden dat het cultuurstelsel werd afgeschaft:
  • De overheid moet zich niet bemoeien met de economie.

  • Na 1870 stichtten Nederlandse ondernemers landbouw (thee, koffie en suiker) en mijnbouw (aardolie, steenkool en tin). 
  • Plaatselijke bevolking ging in deze bedrijven werken. Dit nieuwe systeem wordt vrije arbeid genoemd.

Slide 9 - Tekstslide

Huiswerk
10 minuten. 
Werk in tweetallen of met z'n drieën.
Lees blz 18.
Maak blz 19.
timer
10:00

Slide 10 - Tekstslide

contractarbeid
  • Geen verbetering voor de boeren. Laag loon, lange dagen en slecht behandeld.
  • Vanuit andere gebieden en landen werden contractarbeiders gehaald naar Sumatra. 
  • Ze kregen een voorschot op hun loon, maar konden dit niet of moeilijk terug betalen, omdat ze zo weinig betaald kregen.

Slide 11 - Tekstslide

contractarbeid
  • De contractarbeiders werden koelies genoemd door de Nederlanders. 
  • Twaalf uur per dag werken, weinig eten en slechte huisvesting. 
  • Er waren geldboetes en lijfstraffen als ze niet luisterden. 
  • Door de "koelieordonnantie" van de Nederlandse regering konden bedrijven arbeiders straffen als ze hun contract braken.

Slide 12 - Tekstslide

Huiswerk
10 minuten. 
Werk in tweetallen of met z'n drieën.
Lees blz 18.
Maak blz 19.
timer
10:00

Slide 13 - Tekstslide

Nieuw beleid.
Nederland begon zich vanaf 1900 meer verantwoordelijk te voelen voor de inheemse bevolking van Nederlands Indië.
Twee redenen:
  1. Nederland moest ook iets terugdoen. Er werden enorme winsten gemaakt door de kolonie en het werd tijd om te zorgen voor meer welvaart in Nederlands Indië.
  2. Nederlanders voelden zich beter en dan inheemsen. Vanuit die gedachte wilden ze de inheemsen gaan "opvoeden". 

Slide 14 - Tekstslide

meer inspraak?
Volksraad
In 1918 werd de Volksraad opgericht. Ze geven advies, maar nemen geen beslissingen.
  • De raad bestond uit 39 leden, waarvan er 19 werden gekozen door lokale raden. De overige leden werden benoemd door de Gouverneur-Generaal. Ten minste een vierde van de leden moet inheems zijn.

Slide 15 - Tekstslide