Lezen TLI - 'Eerst de planten en de dieren, daarna huizen voor mensen.'
Nederlands - Lezen 3F
Beroepsgericht T&M / Loonwerk
'Droogte maakt maaien op zwad populairder.'
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBO
In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Nederlands - Lezen 3F
Beroepsgericht T&M / Loonwerk
'Droogte maakt maaien op zwad populairder.'
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
Lezen
Ik begrijp de tekst.
Ik ken de begrippen die in de vragen staan.
Ik kan antwoord geven op de vragen bij de tekst.
Slide 2 - Tekstslide
Uitleg
Zorg dat je het document 'Kennisvragen Lezen bij de hand hebt.'
Raadpleeg bij elke vraag dit document, zodat je de bedoeling van de vraag begrijpt.
Luister goed naar de uitleg van de docent.
Slide 3 - Tekstslide
Samen lezen 1
Lees de tekst verkennend:
lees de titel
lees de inleiding
kijk naar de afbeeldingen
lees de tussenkopjes
Slide 4 - Tekstslide
1. Wat is het onderwerp van de tekst?
Slide 5 - Open vraag
2. Bedenk: wat weet je al over het onderwerp? Dat helpt je de tekst beter te begrijpen.
Slide 6 - Open vraag
Samen lezen 2
Lees de tekst globaal:
titel
inleiding
slot
Slide 7 - Tekstslide
3. Wat voor tekst is dit?
A
subjectieve tekst (meningen)
B
een objectieve tekst (feiten)
Slide 8 - Quizvraag
4. Wat is de tekstsoort?
A
interview
B
beschouwing
(je leest meerdere meningen en kunt zo je eigen mening vormen)
C
artikel (informatief)
D
advertorial (reclame)
Slide 9 - Quizvraag
5. Wat is het tekstdoel?
A
informeren
B
instrueren
C
overhalen
D
overtuigen / betogen
Slide 10 - Quizvraag
Samen lezen 3
Lees de tekst nauwkeurig:
De gehele tekst lezen.
Wat is de kernzin per alinea?
Slide 11 - Tekstslide
Samen lezen 3
De kernzin is vaak:
de eerste zin
de tweede zin (na een inleidende eerste zin)
de laatste zin (na een toelichting)
Slide 12 - Tekstslide
6. Lees de inleiding Wat is de kernzin van de inleiding?
A
De insecten en vogels voelen zich al thuis in de nieuwe wijk Reigerskant in het Brabantse dorpjes Esch.
B
Voor hen is dan ook volop voedsel te vinden in de bloemrijke wadi's.
C
In de speciaal gemetselde ecomuur vinden vlinders schuilplekken en mogen planten zich vestigen.
D
Nu die is aangelegd en het gebied bouwrijp is gemaakt, is pas begonnen met de bouw van woningen.
Slide 13 - Quizvraag
7. Lees alinea 1 Wat is de kernzin van alinea 1 ?
A
Voor het opvangen van regenwater heb je veel groene ruimte nodig.
B
Ze is een van de hoofdontwerpers die meegewerkt heeft aan het ontwerpplan voor de nieuwe woonwijk Reigerskant ..........
C
Daarom de robuuste groenstructuur nu al helemaal aangelegd
D
Het regenwater moet in de wijk zelf infiltreren.
Slide 14 - Quizvraag
8. Lees alinea 2 Wat is de kernzin van alinea 2?
A
Dit is in 2019 gebeurd.
B
Die omgekeerde volgorde - eerst het groen aanleggen en dan pas gaan bouwen - is volgens .....
C
We hebben nu veel meer ruimte om het groen toe te passen, zoals we zouden willen ......
D
In de nieuwe woonwijk worden maximaal 75 nieuwe woningen gebouwd .............
Slide 15 - Quizvraag
9. Lees alinea 3 Wat is de kernzin van alinea 3 ?
A
We staan aan de rand van een van de drie bloemrijke wadi's die zijn aangelegd.
B
Deze eerste ligt het dichtst bij het dorp, dat zo'n 2 m hoger ligt ............
C
Reigerskant ligt op de overgang tussen de wat hogere, drogere zandgronden en .......
Slide 16 - Quizvraag
10. Lees alinea 4 Wat is de kernzin van alinea 4 ?
A
In de wadi word het blauwe slangenkruid volop bezocht door hommels.
B
"De begroeiing is al evenwichtiger en meer in balans. "
C
Dat is ook een voordeel van het al eerder aanleggen van het groen.
D
Naast een klimaatrobuuste inrichting was biodiversiteit ook een speerpunt van de gemeente.
Slide 17 - Quizvraag
11. Lees alinea 5 Wat is de kernzin van alinea 5?
A
In de toekomst zal het regenwater dat in de wijk valt, naar drie wadi's worden geleid ......
B
Wanneer er te veel water valt, dan wordt het overgeslagen in de bergingsvijver die .......
C
De wadi die het dichtst bij het dorp ligt, is via een langgerekte houtwalwadi met deze .....
D
Met de bloemrijke mengsels en langs de randen verschillende bomen en heesters ......
Slide 18 - Quizvraag
12. Lees alinea 6 Wat is de kernzin van alinea 6 ?
A
Naast deze natuurlijke inrichting heeft Idverde ook al acht zogenoemde dorpsbomen .....
B
Soorten die horen bij erven en dorpspleinen .....
C
In redelijke maten om zo de wijk meteen body te geven.
D
'Die is zo groot, die ga je niet zomaar kappen."
Slide 19 - Quizvraag
13. Lees alinea 7 Wat is de kernzin van alinea 7 ?
A
Een belangrijke cultuurhistorische drager in de wijk is het opgewaardeerde kerkenpad .
B
Vroeger liepen de mensen vanuit de buitengebieden over dit pad naar de kerk in het centrum van Esch.
C
Het pad lag hoger, zodat de mensen droge voeten hielden.
D
'Het pad vormt nu de ruggengraat van de wijk."
Slide 20 - Quizvraag
14. Lees alinea 8 Wat is de kernzin van alinea 8?
A
Het deel van het kerkenpad dat al zijn definitieve zijn definitieve bestrating heeft gekregen ....
B
"De gemeente wilde dat dit geen gribuspad zou worden, maar een pad met smoel."
Slide 21 - Quizvraag
15. Lees alinea 9 Wat is de kernzin van alinea 9 ?
A
Idverde heeft dit opgelost door een strook langs het kerkenpad eenvormig in te richten .......
B
Daarnaast is op de grenzen van de kavels een 'ecomuur' gemetseld.
C
Aan de binnenkant mogen de bewoners ermee doen wat ze willen,
D
Zo hebben we een mooi verzorgde achterkant gecreëerd.
Slide 22 - Quizvraag
16. Lees alinea 10, 11 en 12 Wat is de kernzin van alinea 10, 11, 12 ?
A
In de ecomuur - de naam zegt het al - zijn verschillende voorzieningen aangebracht ........
B
Zo is erop de muur veel reliëf aangebracht waardoor planten zich er sneller zullen vestigen,
C
Het mooiste zou zijn als de bewoners van de aanliggende kavels hun tuinen ook ....
Slide 23 - Quizvraag
5. Wat is de hoofdgedachte van deze tekst?
A
De triple-maaier met dwarsafvoerbanden is geschikt voor droge omstandigheden en late laatste snede.
B
De triple-maaier met dwarsafvoerbanden is bij alle omstandigheden goed te gebruiken.
C
De triple-maaier met dwarsafvoerbanden is niet aan te raden.
D
De triple-maaier met dwarsafvoerbanden heeft een prijs gewonnen in 2021.
Slide 24 - Quizvraag
6. Lees de lead (eerste stuk tekst). Wat is de functie van de inleiding?
A
het onderwerp noemen
B
een anekdote (gebeurtenis) vertellen
C
een ervaringsdeskundige voorstellen
D
een vraag stellen
Slide 25 - Quizvraag
7. Lees de lead (eerste stuk tekst). Welke vraag wordt in de lead gesteld?
A
Waarom is het niet aan te raden een triple-maaier met dwarsafvoerbanden te kopen?
B
Waarom heeft de triple-maaier met dwarsafvoerbanden een prijs gewonnen in 2021?
C
Waarom is de triple-maaier met dwarsafvoerbanden in 2021 populair geworden?
D
Waarom maait de triple-maaier met dwarsafvoerbanden beter?
Slide 26 - Quizvraag
8. Lees alinea 1. In welke landen is de triple-maaier met dwarsverbanden al langer populair?
A
Duitsland, Denemarken Frankrijk en Nederland
B
Duitsland, Engeland, Denemarken en Frankrijk
C
Duitsland, België, Denemarken, en Nederland
D
Duitsland, Nederland, Denemarken en Frankrijk
Slide 27 - Quizvraag
9. Lees alinea 1. Voor welk merk werkt Johan Jans?
A
Claas
B
Krone
C
Samasz
D
Kuhn
Slide 28 - Quizvraag
10. Lees alinea 2 Wat de eerste reden dat de verkoop van de triple-maaier met dwarsafvoerbanden fors is toegenomen ?
A
De schrijver van dit artikel is enthousiast en daarom wil iedereen zo'n machine.
B
Andere landen zoals Duitsland, Engeland, Denemarken en Frankrijk gebruikten deze machine ook al.
C
De machine is in prijs verlaagd.
D
De afgelopen zomers waren erg droog. Als het gras dan droog is, heeft schudden geen zin.
Slide 29 - Quizvraag
11. Lees alinea 2. Twee deskundigen zijn het eens met het oordeel van Ad van den Hurk. Wie? Kies 2 antwoorden.
A
Johan Jans
B
Samasz Krone
C
Gert-Jan Hegeman
D
Reesink Agri
Slide 30 - Quizvraag
12. Lees alinea 3. Wat wordt bedoeld met 'dit gras' (alinea 3 regel 4)
A
gras van de eerste snede
B
gras dat in de maaimachine ligt
C
gras van de late laatste snede
D
gras dat vervuild is
Slide 31 - Quizvraag
13. Lees alinea 3. Wat verminder je met de triple-maaier met dwarsafvoerbanden?
A
te droog gras
B
geschud gras in het voer
C
te nat gras
D
meer vervuiling (ruw as) in je voer
Slide 32 - Quizvraag
14. Lees alinea 3 Hoe komt het dat het gras niet vervuild?
A
Het gras komt gelijk in het zwad te liggen.
B
Het gras komt gelijk in het zwad te liggen en sleept niet over de grond.
C
Het gras wordt gemaaid en geschud.
D
Het gras is natter en daardoor spoelt het eraf.
Slide 33 - Quizvraag
15. Lees alinea 4 regel 8 staat: 'Dit geldt ook voor bijvoorbeeld luzerne,......' Wat geldt ook voor luzerne?
A
Dat deze machine de stengels van gevoelige gewassen heel laat.
B
Dat in de stengel de voedingswaarde zit en dat je die met deze maaier behoudt.
C
Dat de machine gelijk na het maaien de luzerne in het zwad legt en dus het energierijke deel behoudt.
D
Dat de machine gelijk na het maaien het gewas schudt.
Slide 34 - Quizvraag
16. Lees alinea 5. Hoeveel bijkomende voordelen heeft een maaier met afvoerbanden nog meer?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 35 - Quizvraag
17. Lees alinea 6 regel 4. Welk signaalwoord staat daarin?
A
maar
B
ook
C
want
D
waardoor
Slide 36 - Quizvraag
18. Lees alinea 6 regel 4. Welk tekstverband staat daarin?
A
uitleg
B
conclusie
C
opsomming
D
tegenstelling
Slide 37 - Quizvraag
19. Welke tegenstelling wordt aangegeven?
A
De maaier is alleen geschikt voor natte weersomstandingheden.
B
De maaier is alleen geschikt voor droge weersomstandingheden.
C
De maaier is alleen geschikt voor normale weersomstandingheden.
D
De maaier is geschikt voor alle weersomstandingheden.
Slide 38 - Quizvraag
20. Lees alinea 6 regel 9. Wat maakt de triple-maaier met dwarsafvoerbanden ook zo populair?
A
dat je keuzes hebt
B
weersomstandigheden
C
dat de maaier zo zwaar is
D
prijs en gewicht
Slide 39 - Quizvraag
21. Lees alinea 7 regel 2. Welk signaalwoord staat daar?
A
maar
B
en
C
want
D
ook
Slide 40 - Quizvraag
22. Lees alinea 6 regel 4. Welk tekstverband staat daarin?
A
tijdsvolgorde
B
opsomming
C
tegenstelling
D
samenvatting
Slide 41 - Quizvraag
23. Lees alinea 7 reel 2. Wat wordt bedoeld met kopieergedrag?
A
Als een loonwerker zo'n machine heeft, dan wil een andere loonwerker die ook.
B
Als een boer zo'n machine heeft, dan wil een andere boer die ook.
C
Als er één mooie zomer is, dan volgen er meer.
D
Als het ene land veel van zulke machines heeft, dan wil een ander land dat ook.
Slide 42 - Quizvraag
24. In de lead werd de vraag gesteld: Waarom wint de triple-maaier met dwarsafvoerbanden in 2021 fors aan populariteit. In welke alinea's werd antwoord gegeven op deze vraag?
A
alinea 2, 3, 4, 5, 7
B
alinea 1, 3, 4, 5
C
alinea 2, 3, 4, 5
D
alinea 2, 3, 4, 5, 6
Slide 43 - Quizvraag
25. In welke alinea worden tegenargumenten genoemd?
A
alinea 4
B
alinea 5
C
alinea 6
D
alinea 7
Slide 44 - Quizvraag
26. Lees de laatste paar regels van alinea 7. De schrijver beëindigt deze tekst met een ......
A
korte samenvatting
B
conclusie
C
waarschuwing
D
toekomstverwachting
Slide 45 - Quizvraag
26. Lees alinea 7. Wat is de conclusie van deze tekst?
A
Kopieergedrag speelt een rol bij het succes van deze maaier.
B
De trend dat iedereen deze maaier wil hebben gaat afvlakken.
C
De maaier met afvoerbanden heeft zijn plek op de Nederlandse markt ingenomen.