Lezen 2F/3F - 'Droogte maakt maaien op zwad populairder.'

Nederlands - Lezen 2F/3F

Beroepsgericht 
'Droogte maakt maaien op zwad populairder.'


1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Nederlands - Lezen 2F/3F

Beroepsgericht 
'Droogte maakt maaien op zwad populairder.'


Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen

Lezen

  • Ik ken de begrippen die in de vragen staan.
  • Ik begrijp de tekst.
  • Ik kan antwoord geven op de vragen bij de tekst.


 

Slide 2 - Tekstslide

Uitleg

Zorg dat je het document 'Kennisvragen Lezen bij de hand hebt.'


Raadpleeg bij elke vraag dit document, zodat je de bedoeling van de vraag begrijpt. 


Luister goed naar de uitleg van de docent.

Slide 3 - Tekstslide

Samen lezen 1

Lees de tekst verkennend:

  • lees de titel
  • lees de inleiding
  • kijk naar de afbeeldingen
  • lees de tussenkopjes



Slide 4 - Tekstslide

1. Wat is het onderwerp van de tekst?

Slide 5 - Open vraag

2. Wat weet je al over het onderwerp?

Slide 6 - Open vraag

Samen lezen 2

Lees de tekst globaal:

  • titel
  • eerste zin van elke alinea van de kern
  • slot



Slide 7 - Tekstslide

3. Wat kun je in deze tekst vinden?
A
meningen dit is een subjectieve tekst (
B
feiten dit is een objectieve tekst
C
Informatie ter promotie, met feiten
D
Verschillende subjectieve meningen over dit onderwerp

Slide 8 - Quizvraag

4. Wat is de tekstsoort?
A
Betoog (overtuigen) De stelling wordt met argumenten onderbouwd.
B
Beschouwing (je leest meerdere meningen en kunt zo je eigen mening vormen)
C
Atikel (informatief)
D
Nieuwsbericht

Slide 9 - Quizvraag

4. Wat is het tekstdoel?
A
informeren
B
instrueren
C
overhalen
D
overtuigen / betogen

Slide 10 - Quizvraag

Samen lezen 3

Lees de tekst nauwkeurig:

  • gehele tekst



Slide 11 - Tekstslide

5. Wat is de hoofdgedachte van deze tekst?
A
De triple-maaier met dwarsafvoerbanden is geschikt voor droge omstandigheden en late laatste snede.
B
De triple-maaier met dwarsafvoerbanden is bij alle omstandigheden goed te gebruiken.
C
De triple-maaier met dwarsafvoerbanden is niet aan te raden.
D
De triple-maaier met dwarsafvoerbanden heeft een prijs gewonnen in 2021.

Slide 12 - Quizvraag

6. Lees de lead (eerste stuk tekst).
Wat is de functie van de inleiding?
A
het onderwerp noemen
B
een anekdote (gebeurtenis) vertellen
C
een ervaringsdeskundige voorstellen
D
een vraag stellen

Slide 13 - Quizvraag

7. Lees de lead (eerste stuk tekst).
Welke vraag wordt in de lead gesteld?
A
Waarom is het niet aan te raden een triple-maaier met dwarsafvoerbanden te kopen?
B
Waarom heeft de triple-maaier met dwarsafvoerbanden een prijs gewonnen in 2021?
C
Waarom is de triple-maaier met dwarsafvoerbanden in 2021 populair geworden?
D
Waarom maait de triple-maaier met dwarsafvoerbanden beter?

Slide 14 - Quizvraag

8. Lees alinea 1.
In welke landen is de triple-maaier met dwarsverbanden al langer populair?
A
Duitsland, Denemarken Frankrijk en Nederland
B
Duitsland, Engeland, Denemarken en Frankrijk
C
Duitsland, België, Denemarken, en Nederland
D
Duitsland, Nederland, Denemarken en Frankrijk

Slide 15 - Quizvraag

9. Lees alinea 1.
Voor welk merk werkt Johan Jans?
A
Claas
B
Krone
C
Samasz
D
Kuhn

Slide 16 - Quizvraag

10. Lees alinea 2
Wat de eerste reden dat de verkoop van de triple-maaier met dwarsafvoerbanden fors is toegenomen ?
A
De schrijver van dit artikel is enthousiast en daarom wil iedereen zo'n machine.
B
Andere landen zoals Duitsland, Engeland, Denemarken en Frankrijk gebruikten deze machine ook al.
C
De machine is in prijs verlaagd.
D
De afgelopen zomers waren erg droog. Als het gras dan droog is, heeft schudden geen zin.

Slide 17 - Quizvraag

11. Lees alinea 2.
Twee deskundigen zijn het eens met het oordeel van Ad van den Hurk. Wie? Kies 2 antwoorden.
A
Johan Jans
B
Samasz Krone
C
Gert-Jan Hegeman
D
Reesink Agri

Slide 18 - Quizvraag

12. Lees alinea 3.
Wat wordt bedoeld met 'dit gras' (alinea 3 regel 4)
A
gras van de eerste snede
B
gras dat in de maaimachine ligt
C
gras van de late laatste snede
D
gras dat vervuild is

Slide 19 - Quizvraag

13. Lees alinea 3.
Wat verminder je met de triple-maaier met dwarsafvoerbanden?
A
te droog gras
B
geschud gras in het voer
C
te nat gras
D
meer vervuiling (ruw as) in je voer

Slide 20 - Quizvraag

14. Lees alinea 3
Hoe komt het dat het gras niet vervuild?
A
Het gras komt gelijk in het zwad te liggen.
B
Het gras komt gelijk in het zwad te liggen en sleept niet over de grond.
C
Het gras wordt gemaaid en geschud.
D
Het gras is natter en daardoor spoelt het eraf.

Slide 21 - Quizvraag

15. Lees alinea 4 regel 8 staat: 'Dit geldt ook voor bijvoorbeeld luzerne,......'
Wat geldt ook voor luzerne?
A
Dat deze machine de stengels van gevoelige gewassen heel laat.
B
Dat in de stengel de voedingswaarde zit en dat je die met deze maaier behoudt.
C
Dat de machine gelijk na het maaien de luzerne in het zwad legt en dus het energierijke deel behoudt.
D
Dat de machine gelijk na het maaien het gewas schudt.

Slide 22 - Quizvraag

16. Lees alinea 5.
Hoeveel bijkomende voordelen heeft een maaier met afvoerbanden nog meer?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 23 - Quizvraag

17. Lees alinea 6 regel 4.
Welk signaalwoord staat daarin?
A
maar
B
ook
C
want
D
waardoor

Slide 24 - Quizvraag

18. Lees alinea 6 regel 4.
Welk tekstverband staat daarin?
A
uitleg
B
conclusie
C
opsomming
D
tegenstelling

Slide 25 - Quizvraag

19. Welke tegenstelling wordt aangegeven?
A
De maaier is alleen geschikt voor natte weersomstandingheden.
B
De maaier is alleen geschikt voor droge weersomstandingheden.
C
De maaier is alleen geschikt voor normale weersomstandingheden.
D
De maaier is geschikt voor alle weersomstandingheden.

Slide 26 - Quizvraag

20. Lees alinea 6 regel 9.
Wat maakt de triple-maaier met dwarsafvoerbanden ook zo populair?
A
dat je keuzes hebt
B
weersomstandigheden
C
dat de maaier zo zwaar is
D
prijs en gewicht

Slide 27 - Quizvraag

21. Lees alinea 7 regel 2.
Welk signaalwoord staat daar?
A
maar
B
en
C
want
D
ook

Slide 28 - Quizvraag

22. Lees alinea 6 regel 4.
Welk tekstverband staat daarin?
A
tijdsvolgorde
B
opsomming
C
tegenstelling
D
samenvatting

Slide 29 - Quizvraag

23. Lees alinea 7 reel 2.
Wat wordt bedoeld met kopieergedrag?
A
Als een loonwerker zo'n machine heeft, dan wil een andere loonwerker die ook.
B
Als een boer zo'n machine heeft, dan wil een andere boer die ook.
C
Als er één mooie zomer is, dan volgen er meer.
D
Als het ene land veel van zulke machines heeft, dan wil een ander land dat ook.

Slide 30 - Quizvraag

24. In de lead werd de vraag gesteld: Waarom wint de triple-maaier met dwarsafvoerbanden in 2021 fors aan populariteit. In welke alinea's werd antwoord gegeven op deze vraag?
A
alinea 2, 3, 4, 5, 7
B
alinea 1, 3, 4, 5
C
alinea 2, 3, 4, 5
D
alinea 2, 3, 4, 5, 6

Slide 31 - Quizvraag

25. In welke alinea worden tegenargumenten genoemd?
A
alinea 4
B
alinea 5
C
alinea 6
D
alinea 7

Slide 32 - Quizvraag

26. Lees de laatste paar regels van alinea 7.
De schrijver beëindigt deze tekst met een ......
A
korte samenvatting
B
conclusie
C
waarschuwing
D
toekomstverwachting

Slide 33 - Quizvraag

26. Lees alinea 7.
Wat is de conclusie van deze tekst?

A
Kopieergedrag speelt een rol bij het succes van deze maaier.
B
De trend dat iedereen deze maaier wil hebben gaat afvlakken.
C
De maaier met afvoerbanden heeft zijn plek op de Nederlandse markt ingenomen.
D
De maaier met afvoerbanden is te duur.

Slide 34 - Quizvraag

Einde

Bedankt voor  jouw aandacht en bijdrage.


Goed gewerkt!

Slide 35 - Tekstslide