Ik weet hoe een tekst is ingedeeld en ken de opbouw en functies van alinea's. Ik kan signaalwoorden en tekstverbanden herkennen in een tekst en begrijp daardoor de hele tekst.
Slide 2 - Tekstslide
Onderwerp-hoofdgedachte
Onderwerp:Het belangrijkste uit de tekst in een woord/woordgroep
'Hinderlijk/veel lawaai in ons land'
De hoofdgedachte is het antwoord op de vraag: ‘Wat is het belangrijkste wat de schrijver zegt over het onderwerp?’De hoofdgedachte moet je in één zin weergeven en/of De hoofdzaken van de tekst vat je in één zin samen.
'Veel mensen in ons land hebben last van hinderlijk lawaai, gelukkig zijn er oplossingen.'
Slide 3 - Tekstslide
Programma
1. Bekijk de proeftoets
2. Goed gemaakt, ken je de leerstof--> maak dan de opdracht van de songtekst af--vanaf morgen kun je de eerste versie inleveren! (23/10 SOM)
3. Proeftoets niet af en/of vond je het moeilijk--> maak de extra oefenbladen bij 13, 14, 25-26. Klaar, kom het antwoordenblad halen.
Slide 4 - Tekstslide
Tijd
Voordat, nadat, eerst, daarna, wanneer, vroeger, hierna, , vervolgens, later, ten eerste, ten slotte, later, oorspronkelijk, intussen
Slide 5 - Tekstslide
Opsomming
en, ook, verder, daarbij, bovendien, daarnaast, een ander…, ten eerste, vervolgens, eveneens, noch… noch…, zowel… als…., niet alleen… maar ook…, tevens, voorts, ten slotte
Slide 6 - Tekstslide
Tegenstelling
maar, echter, toch, doch, niettemin, daarentegen, juist (niet), al(hoewel), desondanks, enerzijds… anderzijds…, in tegenstelling tot, daar staat tegenover dat, terwijl (in de betekenis van hoewel)
Slide 7 - Tekstslide
Oorzaak – gevolg
Oorzaak: doordat, door, de oorzaak is…, te danken/wijten aan, ten gevolge van Gevolg: daardoor, hierdoor, waardoor, leidt tot…., zodat, het gevolg/resultaat/effect (daarvan) is
Slide 8 - Tekstslide
Doel – middel
Om te, daarmee, waarmee, door middel van
Slide 9 - Tekstslide
Voorbeeld/ toelichting
zo, bijvoorbeeld, zoals, namelijk, ter illustratie, stel, neem, onder andere, denk hierbij aan, dat komt voor bij, dat is het geval bij
Slide 10 - Tekstslide
Reden
omdat, want, immers, namelijk, vanwege, wegens, aangezien, daarom, dus
Slide 11 - Tekstslide
Voorwaarde
Als, wanneer, tenzij, ( niet als),
mits(= alleen als) aangenomen dat gesteld dat
Slide 12 - Tekstslide
Samenvatting / conclusie
kortom, samengevat, al met al, alles bij elkaar genomen, om kort te gaan, met andere woorden
dus, vandaar, daarom, om die redenen, dan ook, kortom, al met al, concluderend, dat betekent, aldus, hieruit volgt