Paragraaf 1 Tanisha

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vmbo b, mavo
• Leerjaar 3

      H 1              Elektriciteit

Schakelingen

Serieschakeling

Stroom is overal gelijk.

Spanning is verdeeld over de lampjes

.

Parallelschakeling

Spanning is overal gelijk.

Stroom is verdeeld over de lampjes

Serie

Stroomsterkte = gelijk

Spanning = niet gelijk

Parallel

Stroomsterkte = niet gelijk

Spanning = gelijk

I  = 0,3 A

I  = ?

1

2

1

2

3

.

0,3 A

IT = 0,3 A

I3 = 0,3 A

1

2

3

U  = 3,5 V

U  = ?

 1

 2

I  = 0,3 A

I  = ?

1

2

1

2

3

1

2

3

U  = 3,5 V

U  = ?

 1

 2

U  = 3,0 V

U  = 9

3

T

UT

UT = U1 + U2 + U3

U2 =UT - U1 - U3 

U2 = 9 - 3,5 - 3,0 = 2,5 V

.

0,3 A

IT = 0,3 A

I3 = 0,3 A

1

2

3

1

2

3

I  = 0,3 A

I  = ?

U  = 3,5 V

U  = ?

2

3

2

3

1

2

3

1

2

3

I  = 0,3 A

I  = ?

U  = 3,5 V

U  = ?

2

3

1

3

.

3, 5 V

IT = 3,5 V 

I1 = 3,5 V

I  =  0,8 A

I  = 2 A

2

T

UT

IT = I1 + I2 + I3

I3 = IT - I1 - I2

I3 = 2 - 0,3 - 0,8 = 0,9 A

Schakelschema

1

2

3

Schakelschema

Wat is het verschil tussen een serie en een parallelschakeling?

Tom : bij een parallelschakeling kun je de lampjes apart aan en uit doen.
Sanne : bij een serieschakeling kun je lampjes apart aan en uit doe
Wie heeft gelijk?

1. Geen van beide.
2. Alleen Tom
3. Alleen Toos
4. Tom en Toos hebben allebij gelijk

In een serieschakeling is...

1. de spanning overal gelijk
2. de spanning gelijk verdeeld
3. de stroomsterkte verdeeld
4. de stroomsterkte overal gelijk

Wat voor schakeling zie je hier?

1. Serieschakeling
2. Parallelschakeling

De stroom in een parallelschakeling

1. is de stroom overal even groot
2. is er geen stroom
3. wordt de stroom verbruikt
4. verdeelt zich over de vertakkingen

Huiswerk

Paragraaf 1.0 en 1.1