H4, les 2 en les 3

Economie VWO jaar 3
Hoofdstuk 4 - bedrijfseconomie
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Economie VWO jaar 3
Hoofdstuk 4 - bedrijfseconomie

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inhoud van de les
  • Herhaling vorige les: bruto- en nettowinst
  • Uitleg bedrijfskosten
  • Opgaven maken

Doelen:
- Je kan de werkelijke omzet, brutowinst en nettowinst berekenen







Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inkoopwaarde van de omzet

Het totale bedrag 

dat een winkelier betaalt

voor de inkoop van producten


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Brutowinst
Omzet
-
inkoopwaarde van de omzet

Het verschil tussen omzet en inkoopwaarde = brutowinst

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nettowinst
Nettowinst = Omzet – Inkoopwaarde - Bedrijfskosten

Brutowinst - Bedrijfskosten

Dit houd je over, hier gaat niks meer van af




Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bedrijfskosten

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is afzet?
A
Het aantal verkochte producten in stuks.
B
De waarde van de verkoop in euro's.

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is nettowinst?
A
Omzet - inkoopwaarde
B
Brutowinst - bedrijfskosten

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Eerst zelf --> buur --> klassikaal
De bakker heeft 50 puddingbroodjes in de etalage liggen. We kopen als klas 30 puddingbroodjes voor €2,50 per stuk
De inkoopprijs van de bakker is €0,80 per stuk.

Vraag: Wat is de brutowinst -van deze transactie- voor de bakker?

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antwoorden
Wat is de brutowinst voor de bakker?
Omzet: 30 x €2,50 = €75
Inkoopwaarde: 30 x €0,80 = €24
Brutowinst = omzet – inkoopwaarde = €75 - €24 = €51
Stel de bedrijfskosten zijn in totaal €11 euro, dan is de nettowinst €40

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4.2 Basisbegrippen (blz. 52)
Afzet: Het aantal verkochte producten in stuks.
Omzet: Het bedrag in geld dat de verkoper ontvangt van de klanten. De waarde van de afzet in euro's. 


Brutowinst: omzet min de inkoopwaarde van de omzet.
Nettowinst: de brutowinst min alle bedrijfskosten.


Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verwachte nettowinst
Een voorspelling van de verwachte nettowinst, doel: financieel plannen (moet het bedrijf financiering organiseren?)

Afzet: behoudend (voorzichtig) inschatten!

Verwachte bedrijfskosten zijn ook onzeker 
--> daarom nemen ondernemers een 
bedrag op voor 'onvoorziene kosten'





Slide 12 - Tekstslide

Bijvoorbeeld: Loonkosten, huur en elektriciteit.
Aan de slag (in stilte)
Maak opdracht 4.7 t/m 4.14 (vanaf blz. 54)
Jullie krijgen daar tot einde les de tijd voor.
Hulp nodig? Vraag het rustig aan diegene die naast je zit.
Klaar? Maak opdracht 4.15

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inhoud van de les
  • Twee vragen over de vorige les
  • Uitleg ondernemingsplan --> persoonlijk en financieel plan
  • Opgave 4.17 maken (huiswerkcontrole)
  • Uitleg ondernemingsplan --> marketing plan
  • Opgave 4.18 en 4.19 maken

Doelen:
- Je kan benoemen waar een ondernemingsplan uit bestaat.
- Je kan uitleggen wat de Kamer van Koophandel doet.
- Je kan de brutowinst- en nettowinstmarge berekenen. 






Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

=
-
=
-
brutowinst
bedrijfskosten
brutowinst
omzet
nettowinst
inkoopwaarde

Slide 15 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

=
X
=
-
brutowinst per stuk
brutowinst per stuk
Afzet
Verkoopprijs per stuk
Totale brutowinst
Inkoopprijs 
per stuk

Slide 16 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ondernemingsplan (blz. 56)
Ondernemingsplan: hierin beschrijft een startend ondernemer in detail wat zijn/haar ideeën en plannen zijn. 
Het bestaat uit de verschillende hoofdstukken:
  1. Persoonlijk plan
  2. Marketingplan
  3. Financieel plan

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kamer van koophandel

Kamer van koophandel: hier schrijf je het bedrijf in. Een soort bevolkingsregister voor bedrijven. Ook helpen zij de startende ondernemer. 


Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Opdrachten maken
Maak opdracht 4.15 en 4.16 op blz. 56 en 57.
Jullie krijgen daar 5 minuten tijd voor.
Hulp nodig? Vraag het rustig aan diegene die naast je zit.
Klaar? Maak opdracht 4.17.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Financieel plan
Brutowinstmarge --> brutowinst uitgedrukt in een percentage van de omzet.
Nettowinstmarge --> Nettowinst uitgedrukt in een percentage van de omzet.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bruto- en nettowinstmarge --> (opdr. 4.17 op blz. 57)
Brutowinstmarge: Brutowinst uitgedrukt als percentage van de omzet



Bij de nettowinstmarge doe je hetzelfde, maar dan nettowinst ipv brutowinst.

Tip: 4.17 is een belangrijke opdracht!






Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bruto- en nettowinstmarge
Waarom zijn deze cijfers belangrijk?

Als je deze cijfers (percentages) hebt kan je makkelijk vergelijken. 
- Vergelijken met eigen cijfers van bijvoorbeeld vorig jaar.
- Vergelijken met concurrenten.

Omzet zegt bijvoorbeeld niet zo veel. Wel hoeveel daarvan winst is. 
Appels met appels vergelijken.
Data is belangrijk!


Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inhoud van de les
  • Twee vragen over de vorige les
  • Uitleg ondernemingsplan --> persoonlijk en financieel plan
  • Opgave 4.17 maken (huiswerkcontrole)
  • Uitleg ondernemingsplan --> marketing plan
  • Opgave 4.18 en 4.19 maken

Doelen:
- Je kan benoemen waar een ondernemingsplan uit bestaat.
- Je kan uitleggen wat de Kamer van Koophandel doet.
- Je kan de brutowinst- en nettowinstmarge berekenen. 






Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Belangrijke opdracht maken
Wat: Maak opdracht 4.17 op blz. 57.
Tijd: Jullie krijgen daar 15 minuten tijd voor.
Hulp nodig: Lees de aantekeningen en de tekst boven de opdracht goed door. Vraag het rustig aan diegene die naast je zit.
Klaar? Maak opdracht 4.18 (gaan we 
zometeen mee verder). 

timer
15:00

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Marketingplan --> SWOT-analyse
Een SWOT-analyse geeft een ondernemer inzicht.

Inzicht in de sterke en zwakke punten van 
zijn bedrijf (intern).

En inzicht in welke kansen 
en bedreigingen er zijn in de markt 
waarin het bedrijf opereert. 

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdrachten maken
Wat: Maak opdracht 4.18 en 4.19 op blz. 58 (huiswerk).
Tijd: Tot het einde van de les
Hulp nodig: Lees de aantekeningen en de tekst boven de opdracht goed door. Vraag het rustig aan diegene die naast je zit.
Klaar? Gefeliciteerd! Je hebt geen huiswerk

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SWOT-analyse 
Wat zou de SWOT-analyse voor New York Pizza zijn?

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting van de les
Lesdoelen:
- Je kan benoemen waar een ondernemingsplan uit bestaat.
- Je kan uitleggen wat de Kamer van Koophandel doet.
- Je kan de brutowinst- en nettowinstmarge berekenen. 

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies