les 7

Opdracht 2.21a
progressief wil zeggen: het belastingpercentage wordt hoger naarmate het inkomen stijgt. Antwoord 2.
Opdracht 2.21b
Alleen over het inkomen in de 4e schijf van de tandarts wordt 52% belasting betaald. De tandarts verdient blijkbaar meer dan € 67.072,-


1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Opdracht 2.21a
progressief wil zeggen: het belastingpercentage wordt hoger naarmate het inkomen stijgt. Antwoord 2.
Opdracht 2.21b
Alleen over het inkomen in de 4e schijf van de tandarts wordt 52% belasting betaald. De tandarts verdient blijkbaar meer dan € 67.072,-


Slide 1 - Tekstslide

Opdracht 2.21c


A
  4
F
  2
B
  9
G
10
C
  5
H
  6
D
  1
I
  8
E
  7
J
  3

Slide 2 - Tekstslide

Opdracht 2.22a
Over de eerste € 19.981,- betaalt ze
36,55% over het bedrag wat ze meer
verdient betaalt ze 40,8%
Opdracht 2.22b


schijf 1
36,55% x 19.981
€ 7.303
schijf 2
40,8% x 5.019
€ 2.047 +
€ 9.350
heffingskorting
€ 3.293 -
te betalen
€ 6.057

Slide 3 - Tekstslide

Opdracht 2.22c
Belastbaar arbeidsinkomen 55500-4000= € 51.500,-
Belastbaar inkomen eigen woning            €   6.180,-
1320-(5%van150000) 
Belastbaar inkomen Menno Box1        € 45.320,-


Slide 4 - Tekstslide

Opdracht 2.22d



Belastb. ink. box 1
€ 45.320,-
Belast in schijf 1
€ 19.981,-
Heffing: 36,55%x19981
€   7.303,-
Nog te belasten
€ 25.339,-
Belast in schijf 2
€ 13.809,-
Heffing: 40,8%x13809
€   5.634,-
Nog te belasten
€ 11.530,-
Belast in schijf 3
€ 11.530,-
Heffing: 40,8%x11530
€   4.701,-
Totale heffing box 1
€ 17.641,-
Heffingskorting
€   3.181.-
Te betalen
€ 14.460,-

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht 2.22e
Belasting box 2 25% x 45.520 = € 11.355,-
Heffingskorting                          €   3.181,-
Te betalen                                 €   8.174,-

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht 2.22f
Belasting box 3
Vermogensrend. 1e schijf
2,8708%x75000
€     2.153,-
Vermogensrend. 2e schijf
4,6004%x(97500-75000)
€   41.403,-
Vermogensrend. 3e schijf
5,395x(975000-750000
€ 195.387,-
Totaal rendement
€ 238.943,-
Verm. rendm. heffing
(30%x238943) € 71.682,-
Heffingskorting
                       €   3.181,-
Te betalen
                       € 68.501,-

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht 2.23a
Proportionele belastingheffing komt voor in box 2; hier geldt een vasstaand belastingtarief van 25%.



Slide 8 - Tekstslide

Opdracht 2.23b 
Box 1  belastbaar inkomen 51000+2400-1500-5000







Belastbaar inkomen box 1
€ 46.900,-
Belast in schijf 1
€ 19.981,-
36,55%x19981
€   7.303,-
Nog te belasten inkomen
€ 26.919,-
Belast in schijf 2
€ 13.809,-
40,8%x13809
€   5.634,-
Nog te belasten inkomen
€ 13.110,-
Belast in schijf 3
€ 13.110,-
40,8%x13110
€   5.348,-
Totale heffing in box 1
€ 18.285,-

Slide 9 - Tekstslide

vervolg 0pdracht 2.23b
Box 2   25%x10.000 = € 2.500,-
Box 3
Belastbaar vermogen: 62000-25000= € 37.000,-
vermogensrendement 1ste schijf: 2,8708%x37000=
€ 1.062,-
vermogensrendementsheffing: 30%x1062= € 318,-
Bel.box1 + bel.box2 + bel.box3 - heffingskorting =
18.285 + 2.500 + 318 - 4.253 = € 16.850,-



Slide 10 - Tekstslide

Opdracht 2.23c
Belastingen en premies volksverzekeringen box 1 + box 2 + box 3 = 18.285 + 2.500 + 318 - 4.253 = 
€ 16.850,- (dit is het deel)
Belastbaar inkomen box 1 + box 2 + box 3 = 46.900
+ 10.000 + 1.052 = € 57.963,- (dit is het geheel)

Gemiddeld belastingpercentage: 16850/57963 x100 =
29,1%


Slide 11 - Tekstslide

Opdracht 2.23d
De € 6.000,- extra wordt belast met een hoger percentage. Het gemiddelde belastingpercentage zal dan dus ook stijgen.


Slide 12 - Tekstslide

Opdracht 2.24a
Daardoor krijgen Bas en Annemieke een flink deel van de betaalde rente in de vorm van een verlaging van het belastbaar inkomen terug van de Belastingdienst.

Opdracht 2.24b
0,75%x240.000 = € 1.800,-



Slide 13 - Tekstslide

Opdracht 2.24c
Rente 5%x200.000 = € 10.000,-
Eigenwoningforfait      €  1.800,-
Aftrekbaar box 1         €  8.200,-

Belastingvoordeel is 40,8%x8200 = € 3.346,-  


Slide 14 - Tekstslide

Opdracht 2.24d
De rijken kopen (1 duurdere) huizen dan mensen met een laag inkomen. Daardoor betalen zij (2 veel) hypotheekrente en dus krijgen zijn een (3 groter) bedrag terug van de Belastingdienst. Daarnaast zitten rijkeren met de top van hun inkomen in een 
(4 hogere) belastingschijf. Daardoor neemt de Belastingdienst ook nog eens een (5 groter) percentage van hun hypotheekrente voor haar rekening. De afschaffing van de hypotheekrenteaftrek leidt tot (6 nivellering).


Slide 15 - Tekstslide

Opdracht 2.24e
Doordat de hypotheekrente niet meer mag worden afgetrokken van het inkomen, moeten huiseigenaren meer belasting betalen. Hierdoor neemt de vraag naar koopwoningen af en het aanbod toe, waardoor de huizenprijzen dalen. 


Slide 16 - Tekstslide

Om je goed voor te bereiden voor het SO van vrijdag

Kun je maken:
herhalingsopgave 10 (a t/m d)
herhalingsopgave 12 (a t/m c)
herhalingsopgave 13 (a)
herhalingsopgave 15 (a)

Slide 17 - Tekstslide