K 3.5 ZN

Zelfstandig naamwoord (ZN)
mensen, dieren, planten en dingen (medieplading)
namen en begrippen (nabe)

medieplading
nabe



1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Zelfstandig naamwoord (ZN)
mensen, dieren, planten en dingen (medieplading)
namen en begrippen (nabe)

medieplading
nabe



Slide 1 - Tekstslide

Het mooiste ZN dat je kent.

Slide 2 - Woordweb

Hoe herken je een ZN?
Zelfstandig naamwoorden kun je in het meervoud zetten.
en
Vóór een zelfstandig naamwoord kun je de of het zetten.

Zelfstandig naamwoorden kun je verkleinen.


Slide 3 - Tekstslide

computer
A
ZN
B
geen ZN

Slide 4 - Quizvraag

boek
A
ZN
B
geen ZN

Slide 5 - Quizvraag

lekker
A
ZN
B
geen ZN

Slide 6 - Quizvraag

doen
A
ZN
B
geen ZN

Slide 7 - Quizvraag

zit
A
ZN
B
geen ZN

Slide 8 - Quizvraag

rondje
A
ZN
B
geen ZN

Slide 9 - Quizvraag

meervoud
Vaak maak je het meervoud van een ZN door er -en achter te plakken. 
leerling + en = leerlingen

Slide 10 - Tekstslide

Let op!
Soms valt er een letter weg: muur - muren

Soms verandert er een letter: neus - neuzen

Soms komt er een letter bij: kat - katten 

Slide 11 - Tekstslide

Je weet hoe je een zelfstandig naamwoord herkent.
Blz. 175
Maak opdracht 8 tot en met 10
Als je klaar bent:
  • maak opdracht 12
  • leer voor de toets (maandag 4e uur)
  • bespreek de vragen die je nog hebt met een klasgenoot

timer
15:00

Slide 12 - Tekstslide

Je weet hoe je een zelfstandig naamwoord herkent.
Blz. 175
Nakijken opdracht 8 tot en met 10
Maken
  • maak opdracht 12
  • test jezelf Woorden, Grammatica, Spelling (H3)
  • Woorden leren

timer
20:00

Slide 13 - Tekstslide