Les 1.4.1 Rekenen aan reacties

Les 1.4.1 Rekenen aan reacties
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Les 1.4.1 Rekenen aan reacties

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Nakijken 5 t/m 8 (blz 38 en 39)
  • 1.4 Rekenen aan reacties

Slide 2 - Tekstslide

Nakijken 5 t/m 8 (blz 38 en 39)

Slide 3 - Tekstslide

5a

Slide 4 - Tekstslide

5b

Slide 5 - Tekstslide

6a

Slide 6 - Tekstslide

6b
  • nog steeds 1,2∙102 mg mL−1

Slide 7 - Tekstslide

6c

Slide 8 - Tekstslide

7

Slide 9 - Tekstslide

8

Slide 10 - Tekstslide

1.4 Rekenen aan reacties
  • Je kunt berekeningen uitvoeren aan chemische processen en reacties, waarbij je gebruikmaakt van molverhoudingen en de wet van behoud van massa.
  • Je kunt berekenen hoe groot de overmaat/ondermaat is bij een chemische reactie.

Slide 11 - Tekstslide

Wet van behoud van massa
  • Wet van behoud van massa: Massa van de beginstoffen is gelijk aan de massa van reactieproducten (dat is altijd zo!)
  • 4 Al (s) + 3 O2 (g) --> 2 Al2O3 (s)
  • Massaverhouding

Slide 12 - Tekstslide

Voorbeeld 1
  • Bij de verbranding van fosfor ontstaat difosforpentaoxide:
  • 4 P(s) + 5 O2(g) → 2 P2O5(s)
  • Bij de verbranding van 10,0 g fosfor ontstaat 17,8 g difosforpentaoxide.
  • Bereken hoeveel gram zuurstof is verbruikt bij deze verbranding.

Slide 13 - Tekstslide

Antwoord voorbeeld 1
  • Bij de verbranding van fosfor ontstaat difosforpentaoxide:
  • 4 P(s) + 5 O2(g) → 2 P2O5(s)
  • Bij de verbranding van 10,0 g fosfor ontstaat 17,8 g difosforpentaoxide.
  • Bereken hoeveel gram zuurstof is verbruikt bij deze verbranding.
  • 17,8 - 10,0 = 7,8 g zuurstof

Slide 14 - Tekstslide

Molverhouding
  • De molverhouding laat zien in welke verhouding in mol de beginstoffen in een chemische reactie met elkaar reageren en de reactieproducten worden gevormd.  
  • Molverhouding = stoichiometrische verhouding

  • Verbranding van butaan: 2 C4H10(g) + 13 O2(g) → 8 CO2(g) + 10 H2O(l)
  • Molverhouding = C4H10 : O2 : CO2 : H2O = 2 : 13 : 8 : 10.

Slide 15 - Tekstslide

Molverhouding is net als taart maken

Slide 16 - Tekstslide

Molrekenen
  • Stap 1: noteer de reactievergelijking
  • Stap 2: bereken de chemische hoeveelheid (aantal mol) van de gegeven stof
  • Stap 3: bereken de chemische hoeveelheid (aantal mol) van de gevraagde stof
  • Stap 4: reken de chemische hoeveelheid om naar de gevraagde grootheid en eenheid (bijvoorbeeld omrekenen naar massa in g)
  • Stap 5: controleer de significantie

Slide 17 - Tekstslide

Voorbeeld 2
  • Bij de ontleding van aluminiumchloride, AlCl3(s), ontstaan aluminium en chloor.
  • Bereken hoeveel gram chloor ontstaat bij de ontleding van 45 g AlCl3(s).

Slide 18 - Tekstslide

Voorbeeld 3
  • Een auto rijdt op benzine. Neem als molecuulformule voor benzine C8H18(l). .
  • Bereken de massa zuurstof in kilogram die nodig is voor de volledige verbranding van 1,00 kg benzine in een automotor.

Slide 19 - Tekstslide

Maken: 2 t/m 5 en 7 
(vanaf blz 46)
Eerst: 

Slide 20 - Tekstslide