4.6 Je uithoudingsvermogen

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

	Vak: Biologie-verzorging Hoofdstuk: 4 sporten
1.	Lesopening
2.	Leergebiedoverstijgende doelen
3.	Lesdoel (+ minicheck)
4.	Instructie
5.	Begeleid inoefenen
6.	Zelfstandig werken
7.	Evaluatie + afsluiting

1. Lesopening

Pak je boek van Biologie-verzorging, laat het nog even dicht. 

2. Leergebiedoverstijgende doelen

Zelfstandig leren

- Werkt volgens de gestelde eisen, die aan de opdrachten worden gesteld. 

Als er staat leg je antwoord uit, dan doe je dat. 

Arrangementen

- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie na het benoemen van de lesdoelen en het lezen van de theorie. 

Niels, Shaqell.

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 

Dennis, Ihabe, Amber, Zouhir, Ties, Noah, Jermaine,  Ryan, Anouk, Jara, Shurvin, Bas

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten. 

n.v.t.

3. Lesdoel

Aan het eind van deze les; 

- kun je benoemen  wat uithoudingsvermogen is. 

- kun je benoemen hoe verbranding werkt (+ schematisch weergeven). 

Verdiept arrangement

Aan de slag of meedoen met instructie?

Lees en maak les 4.6, blz. 240 t/m 245, opdr. 35 t/m 39 (-36). 

Ga aan de groepstafel op de gang bij juf Eva zitten.  

Klaar? 

1. Kijk je werk zorgvuldig na + verbeter waar nodig. 

2. Huiswerk ander vak afmaken. 

3. Leren toetsen/lezen/tekenen/Smartgame. 

Mini-check

3 vragen goed = zelfstandig aan de slag. 

0 t/m 2 goed = deelnemen aan de instructie

Iets lang vol kunnen houden noemen we......

Energie om te bewegen komt vrij bij ........

Wat gebeurd er als je meer brandstof binnenkrijgt dan je nodig hebt?

4. Instructie

Kijk mee en lees mee op de volgende dia's. 

Een sporter heeft een goed uithoudingsvermogen nodig

Uithoudingsvermogen = je kunt iets lang volhouden

Je spieren hebben energie nodig om te bewegen

Energie komt vrij bij de verbranding van voeding

  (eten en drinken)

Je spieren dus hebben energie nodig om te bewegen

Energie komt vrij bij de verbranding van voeding

  (eten en drinken)

Alles wat je opeet wordt dus gebruikt om je lichaam energie te geven. Maar wat als je teveel eet? Bekijk het filmpje van het voedingscentrum. 

Lichamelijke inspanning

Veel lichamelijk inspanning = veel energie nodig

dan:

* is veel verbranding nodig

* heb je veel brandstoffen en zuurstof nodig

* ga je sneller ademhalen

* gaat je hart sneller kloppen

* komt er meer warmte vrij

* adem je meer afvalstoffen uit

Brandstof - komt uit Voeding

Veel lichamelijke inspanning - kies voeding met veel brandstoffen

Weinig lichamelijke inspanning - kies voeding met weinig brandstoffen

Te veel brandstoffen - slaat je lichaam op

daar wordt je dikker van

BRANDSTOF + ZUURSTOF            AFVALSTOFFEN + ENERGIE

5. Begeleid inoefenen

Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?

Lees en maak les 4.6, blz. 240 t/m 245, opdr. 35 t/m 39 (-36).   

Wie heeft nog extra instructie/leeshulp nodig (intensief)?

Kom aan de instructietafel zitten. 

Dan gaan we samen aan de slag. 

6. Zelfstandig werken

Je leest en maakt: les 4.6, blz. 240 t/m 245. 

V:  opdr. 35 t/m 39 (-36) --> Niels + Shaqell

B/I: opdr. 35 t/m 39 (-36) --> Rest van de klas

Ben je klaar?

1. Kijk je werk zorgvuldig na + verbeter waar nodig. 

2. Huiswerk ander vak afmaken. 

3. Leren toets/lezen/tekenen/Smartgame. 

7. Evaluatie

- Zelfstandig leren; werkt volgens de gestelde eisen, die aan de opdrachten worden gesteld.
 

Evaluatie lesdoelen --> Quiz mee! 

de afvalstoffen van de verbranding adem je uit

1. Ja
2. Nee

Als je sport gaat je hart langzamer kloppen

1. Ja
2. Nee

brandstof + ......... --> afvalstoffen + energie

Afsluiting

Ruim je spullen van BI op.

Volgende lesuur: ...