1 vmbo-bk thema 4.7 Sporten: gezond sporten

4.7 Gezond sporten
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

4.7 Gezond sporten

Slide 1 - Tekstslide

wat gaan we vandaag doen?
herhalen 4.6 Je uithoudingsvermogen
leerdoelen vandaag
nieuwe theorie: 4.7 Gezond sporten
zelf aan de slag
herhalen leerdoelen

Slide 2 - Tekstslide

4.6 uithoudingsvermogen
Een sporter heeft een goed uithoudingsvermogen nodig.

Een goed uithoudingsvermogen betekent: je kunt iets lang volhouden.

Vandaag leer je wat je lichaam nodig heeft om de inspanning zo lang mogelijk vol te houden.

Slide 3 - Tekstslide

4.6 Uithoudingsvermogen
Spieren zorgen ervoor dat je je lichaam kunt bewegen.
Daarvoor hebben ze energie nodig.

Energie om te bewegen komt vrij bij verbranding.

Slide 4 - Tekstslide

In het schema voor verbranding missen twee woorden:
brandstof + 1 --> 2 + energie.
Welk woord hoort op de plaats van 2 te staan?
A
Afvalstoffen
B
Vuur
C
Zuurstof

Slide 5 - Quizvraag

4.5 Uithoudingsvermogen
Voor de verbranding zijn 2 dingen nodig:
- brandstof: eten en drinken
- zuurstof: via de inademing

Het bloed brengt de brandstof en de zuurstof naar de spieren.
In de spieren (en alle andere cellen in je lichaam) vindt de verbranding plaats.

Slide 6 - Tekstslide

4.6 Uithoudingsvermogen
Bij de verbranding komen verschillende dingen vrij:
- energie
- warmte
- afvalstoffen

Slide 7 - Tekstslide

voor de verbranding kun je een schema maken
brandstof + zuurstof --> afvalstoffen + energie

Slide 8 - Tekstslide

4.6 Uithoudingsvermogen
Als je veel energie nodig hebt:
- is veel verbranding nodig
- heb je veel brandstoffen en zuurstof nodig
- ga je sneller ademhalen
- gaat je hart sneller kloppen
- komt er meer warmte vrij
- adem je meer afvalstoffen uit

Slide 9 - Tekstslide

leerdoelen vandaag (4.7)
Aan het einde van de les:
- kan je voorbeelden geven van goede sportkleding
- kan je uitleggen wat een blessure is
- kan je vertellen hoe je de kans op een blessure kan verminderen
- kan je uitleggen waarom het belangrijk is om te drinken tijdens en na het sporten


Slide 10 - Tekstslide

4.7 Gezond sporten
Bij het sporten werken de volgende orgaanstelsels samen:
- bottenstelsel
- spierstelsel
- ademhalingsstelsel
- bloedvatenstelsel

Deze stelsel hebben we eerder dit hoofdstuk besproken.

Slide 11 - Tekstslide

4.7 Gezond sporten
Het is van belang dat je goed voor jezelf zorgt voor tijdens en na het sporten.

Belangrijk bij het sporten zijn:
- eten
- drinken
- kleding

Slide 12 - Tekstslide

Gezond sporten
Het is belangrijk dat je bij het sporten de juiste kleding draagt.

Deze kleding kan meerdere functies hebben:
- je moet je gemakkelijk kunnen bewegen
- je zweet moet snel kunnen worden afgevoerd en verdampen
- herkenning bij teamsport
- bescherming bij sommige sporten
- hulpmiddel: b.v. keepershandschoenen

Slide 13 - Tekstslide

4.7 Gezond sporten
Sommige sporten zijn gevaarlijk. Sporters dragen dan kleding om zich te beschermen.
Er is dan een kleinere kans op blessures.

Een blessure is een verwonding die je tijdens het sporten oploopt.


Slide 14 - Tekstslide

4.7 Gezond sporten
Je kan de kans op blessures ook verkleinen door:
- warming-up
- cooling down

Slide 15 - Tekstslide

4.7 Gezond sporten
Een warming-up doe je voordat je gaat sporten.
Dat zijn oefeningen om je spieren los te maken en op te warmen.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

4.7 Gezond sporten
Een cooling-down doe je na het sporten.
Dit helpt om spierpijn te voorkomen.

Tijdens het sporten vindt er veel verbranding plaats in de spieren. Hierbij ontstaan veel afvalstoffen.
Tijdens de cooling-down verdwijnen de afvalstoffen uit je spieren.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

4.7 Gezond sporten
Tijdens het sporten zweet je veel en daardoor verlies je vocht.
Daardoor kan je last krijgen van uitdroging.

Je krijgt dan last van hoofdpijn. Je kan duizelig en misselijk worden. Je kan zelfs flauwvallen en last krijgen van kramp in je spieren.



Slide 21 - Tekstslide

4.7 gezond sporten
Het beste is om tijdens en na het sporten voldoende water te drinken.

Een sportdrank is alleen nodig als je langdurig gaat sporten. In sportdrank zitten suikers en zouten.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

vragen
VRAGEN? 

Slide 24 - Tekstslide

zelf aan de slag
4.7 Gezond sporten: lees de tekst en maak de opdrachten:

opdracht 42 t/m 46 maken

De komende lessen gaan we herhalen: test jezelf, kahoot, om te onthouden, enz...
Daarna is de toets!!

Slide 25 - Tekstslide

herhalen leerdoelen
Aan het einde van de les:
- kan je voorbeelden geven van goede sportkleding
- kan je uitleggen wat een blessure is
- kan je vertellen hoe je de kans op een blessure kan verminderen
- kan je uitleggen waarom het belangrijk is om te drinken tijdens en na het sporten


Slide 26 - Tekstslide