Inleiding break-even, 15-02-2022

Planning voor de les:
4 minuten: binnenkomst, welkom en spullen voor
5 minuten : voorkennis
1 minuten: leerdoelen en huiswerk
25 minuten: uitleg 
5 minuten: PAUZE
30 minuten: aan het werk, en bespreking toets
10 minuten: leerdoelen testen
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BasiscalculatiesMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Planning voor de les:
4 minuten: binnenkomst, welkom en spullen voor
5 minuten : voorkennis
1 minuten: leerdoelen en huiswerk
25 minuten: uitleg 
5 minuten: PAUZE
30 minuten: aan het werk, en bespreking toets
10 minuten: leerdoelen testen

Slide 1 - Tekstslide

Wat weten wij al van break-even?

Slide 2 - Woordweb

Leerdoelen:
1. Je begrijpt waar het begrip 'break-even' voor staat.
2. Je kan bereken wanneer je op een break-even situatie uitkomt,

HUISWERK: 1 t/m 5, par. 1.1 en 1.2
(Break-even)

Slide 3 - Tekstslide

Break-even
klein vs groot
Het break-even punt van een onderneming is de omzet die een bedrijf moet genereren om in financieel evenwicht te zijn. Op het break-even punt zijn de kosten en de opbrengsten voor een onderneming gelijk. 

Slide 4 - Tekstslide

Wat gebeurt er wanneer je als bedrijf structureel niet in een break-even situatie terecht komt?

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Tekstslide

Break-even en constante / variabele kosten

Slide 7 - Tekstslide

Schrijf de belangrijke variabelen op
Karim heeft een studiebeurs van € 269,- en verdient € 250,- per maand met een bijbaan. In totaal heeft Karim € 519,- aan inkomsten. Hiervan moet hij al zijn kosten kunnen betalen. Karim woont op kamers en moet zijn zorgpremie en mobiel abonnement betalen. Samen is dit een bedrag van € 340,- aan vaste kosten. Voor eten, uitgaan en kleding heeft Karim nog € 179,- per maand over. Dit kun je als variabele kosten beschouwen. 

Slide 8 - Tekstslide

Karim gaat 50 euro per maand minder verdienen. Wat raad jij hem als adviseur aan?

Slide 9 - Open vraag

Karim verliest zijn baan. Hoeveel euro zit hij nu onder de break-even situatie?

Slide 10 - Open vraag

Uitwerking
€269 - €340 - €179 = - €250,00

Slide 11 - Tekstslide

Wat is je advies aan Karim wanneer hij zijn baan verliest?

Slide 12 - Open vraag

Opdracht!
Loop jij break-even?
Wat? Zet je eigen inkomsten en uitgaven naast elkaar. Verkeer jij in een break-even situatie?
Hoe? schrijf het op papier of in Word.
Hulp? Wanneer je vastloopt, vraag een medestudent om hulp. Kan deze niet helpen, stel een vraag aan de docent.
Tijd? 10 minuten onderzoek, 5 minuten bespreking
Uitkomst? Overzicht van je eigen kasstroom.
Klaar? Dan gaan we de uitkomsten klassikaal bespreken.

timer
10:00

Slide 13 - Tekstslide

Ik loop:
Totaal niet break-even. Help!
Net niet break-even
Precies break-even!
Net wat boven break-even
Ik moet geld investeren zover boven break-even

Slide 14 - Poll

5 minuten PAUZE
timer
5:00

Slide 15 - Tekstslide

Aan de slag!
Wat? Maak opdracht 1 t/m 5 van par. 1.1 en 1.2
Hoe? Aan de hand van het stoplicht.
Hulp? Het stoplicht, de docent, je laptop en je medestudent.
Tijd? Tot 10 minuten voor het einde van de les.
Uitkomst? Je hebt geoefend met de leerstof.
Klaar? Dan gaan klassikaal de lesdoelen testen.

Slide 16 - Tekstslide

Wat houdt het begrip 'break-even' in?

Slide 17 - Open vraag

Schrijf de belangrijke variabelen op!
Marloes en Jaap wonen pas samen.
Marloes studeert nog en heeft een studiebeurs van €269,- per maand.  Jaap werkt in de horeca en verdient €1.350,- per maand.  De vaste kosten van Marloes en Jaap bedragen per maand: 

Slide 18 - Tekstslide

a. Hoeveel bedraagt het gezamenlijke inkomen van Marloes en Jaap?

Slide 19 - Open vraag

b. Hoeveel bedragen de maandelijkse vaste kosten van Marloes en jaap?

Slide 20 - Open vraag

c. Hoeveel houden Marloes en Jaap per maand over voor eten, ontspanning en kleding?

Slide 21 - Open vraag

Hoe noemen we kosten als eten, ontspanning en kleding?
A
Vaste kosten
B
Variabele kosten
C
Directe kosten
D
Indirecte kosten

Slide 22 - Quizvraag

Bedankt voor de aandacht!
HUISWERK: 1 t/m 5, par. 1.1 en 1.2
(Break-even)

Slide 23 - Tekstslide