Hans staat met een kraampje met frisdrank op een braderie.
Hij verkoopt sinas, cola en 7-up. Alle blikjes frisdrank verkoopt hij voor € 1,50 per stuk.
Hans heeft de blikjes fris ingekocht bij groothandel Makro, voor € 0,50 per stuk. De vaste kosten voor Hans bestaan uit de huur van een marktkraam, het marktgeld en de energiekosten van de koeling. In totaal bedragen deze vaste kosten € 75,- voor de hele dag.
Hoeveel blikjes frisdrank moet Hans op de braderie verkopen, zodat hij alle kosten heeft terugverdiend?