§4: Tekstdoelen en tekstsoorten

Goedemorgen klas 2C

Vandaag...

- stillezen
- Lezen hoofdstuk 1
Goedemorgen klas 1A

Vandaag...
- 'Meer dan lezen', paragraaf 2: het onderwerp van een tekst bepalen.






Leerdoelen:
- Ik kan het onderwerp van een tekst bepalen

1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Goedemorgen klas 2C

Vandaag...

- stillezen
- Lezen hoofdstuk 1
Goedemorgen klas 1A

Vandaag...
- 'Meer dan lezen', paragraaf 2: het onderwerp van een tekst bepalen.






Leerdoelen:
- Ik kan het onderwerp van een tekst bepalen

Slide 1 - Tekstslide

Onderwerp van een tekst
Iedere tekst gaat ergens over.
Dit noem je het onderwerp van een tekst.

Je benoemt het onderwerp in één, twee of drie woorden.


Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Oriënterend lezen
Bekijk de tekst:
- Lees de titel.
- Kijk naar de afbeeldingen bij de tekst.
- Lees de titels die boven tekstgedeeltes staan. Die titels noem je tussenkopjes.
- Kijk of woorden anders gedrukt zijn, bijvoorbeeld vet, schuin, GROOT of gekleurd.
- Let op woorden die vaker gebruikt worden.
- Lees de eerste alinea (het eerste stukje) van de tekst. Soms is die vetgedrukt.

Als je de tekst oriënterend hebt gelezen, kun je het onderwerp vinden. Geef in één of een paar woorden antwoord op de vraag: waar gaat deze tekst over?







Slide 4 - Tekstslide

Leestekst 1
Bekijk de tekst:
 
- Lees de titel.
- Kijk naar de afbeeldingen bij de tekst.
- Lees de titels die boven tekstgedeeltes staan. Die titels noem je tussenkopjes.
- Kijk of woorden anders gedrukt zijn, bijvoorbeeld vet, schuin, GROOT of gekleurd.
- Let op woorden die vaker gebruikt worden.
- Lees de eerste alinea (het eerste stukje) van de tekst. Soms is die vetgedrukt.

Waar gaat deze tekst over? Noteer dit in één of een paar woorden.

Slide 5 - Tekstslide

Leestekst 2
Bekijk de tekst:
 
- Lees de titel.
- Kijk naar de afbeeldingen bij de tekst.
- Lees de titels die boven tekstgedeeltes staan. Die titels noem je tussenkopjes.
- Kijk of woorden anders gedrukt zijn, bijvoorbeeld vet, schuin, GROOT of gekleurd.
- Let op woorden die vaker gebruikt worden.
- Lees de eerste alinea (het eerste stukje) van de tekst. Soms is die vetgedrukt.

Waar gaat deze tekst over? Noteer dit in één of een paar woorden.

Slide 6 - Tekstslide

En nu...
TL:



havo: 

Slide 7 - Tekstslide

Leuk boek?

Slide 8 - Tekstslide

Woordraadstrategieën 
- synoniem
- omschrijving
- voorbeeld
- tegenstelling*

Slide 9 - Tekstslide

Wat heb je dit weekend gelezen?
Denk verder dan een boek of krant.

Slide 10 - Woordweb

Waarom heb je dat gelezen?
Wat was jouw doel om het te lezen?

Slide 11 - Woordweb

Waarom tekstdoel?

De schrijver van een tekst wil bij de lezer iets bereiken.


De tekst die geschreven wordt, heeft een doel.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Tekstdoel
De schrijver wil..
Voorbeeld tekstsoort
Informeren
Instrueren
Activeren
Overtuigen
Amuseren
dat je iets te weten komt
dat je weet hoe je iets moet doen
je overhalen om iets te doen
dat je zijn mening overneemt
je vermaken
krantenbericht, verslag sportwedstrijd
recept, gebruiksaanwijzing
reclametekst, uitnodiging
bespreking van een film
verhaal, leesboek, strip

Slide 14 - Tekstslide

En nu...?
Maken:
- Cursus 1, §4: Tekstdoelen en tekstsoorten

Let op:  
TL: opdracht 9 en 10 NIET

KLaar? Cursus 4 (taal) óf cursus 8 (puzzel)



Slide 15 - Tekstslide

Tekstdoelen en tekstsoorten
Even checken.....

Slide 16 - Tekstslide

tekstdoel?

Slide 17 - Tekstslide

Wat is het doel van deze afbeelding?
A
overhalen/activeren
B
amuseren
C
informeren
D
instrueren

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide

Wat wil de spreker bereiken met dit stukje?
A
overhalen/activeren
B
amuseren
C
informeren
D
instrueren

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Tekstslide

Wat is het doel van deze afbeelding?
A
Informeren
B
Overhalen/activeren
C
Amuseren
D
Instrueren

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Tekstslide

Wat is het doel van deze tekst?
A
Informeren
B
Overhalen/activeren
C
Amuseren
D
Instrueren

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Tekstslide

Wat is het doel van dit aanplakbiljet?
A
Informeren
B
Overhalen/activeren
C
Amuseren
D
Instrueren

Slide 26 - Quizvraag

Slide 27 - Tekstslide

Wat is het doel van deze krantenartikelen?
A
Informeren
B
Overhalen/activeren
C
Instrueren
D
Overtuigen

Slide 28 - Quizvraag

Slide 29 - Tekstslide

Wat is het belangrijkste doel van dit artikel?
A
Informeren
B
Instrueren
C
Overtuigen
D
Amuseren

Slide 30 - Quizvraag

Elke tekst heeft een tekstdoel.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 31 - Quizvraag

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

§4: Tekstdoelen en tekstsoorten

Slide 37 - Tekstslide