Kua Cultuur van het Moderne herhaling havo 5

Cultuur van het Moderne
Herhaling
Havo 5
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Cultuur van het Moderne
Herhaling
Havo 5

Slide 1 - Tekstslide

Welke jaartallen horen er bij
het Modernisme?
A
1850-1900
B
1900-1950
C
1950-2000
D
2000- heden

Slide 2 - Quizvraag

Welke jaartallen horen er bij
het Modernisme?
A
1850-1900
B
1900-1950
C
1950-2000
D
2000- heden

Slide 3 - Quizvraag

Wat is "de Salon"
A
Een groep kunstenaars die zich toelegde op het schilderen van portretten
B
Een overzichtstentoonstelling waarin de academie de kunst presentereert
C
Een thema uit de kunst waarin impressionistische kunstenaars gespecialiseerd waren
D
Een voorbeeld van de Chicago school

Slide 4 - Quizvraag

Welk begrip hoort bij moderne vooruitstrevende kunst
A
Fin de sciecle
B
Rationalisme
C
Avant Garde
D
Romantiek

Slide 5 - Quizvraag

Expressionisme
Futurisme
De Stijl
Kubisme
Dadaïsme

Slide 6 - Sleepvraag

Expressionisme
Futurisme
Kubisme
Surrealisme
Dadaïsme

Slide 7 - Sleepvraag

Welke stroming hoort  waarbij?
intuitief, het verstand op nul, het gevoel uitdrukken
analyse, zoeken naar essentie, met het verstand (ratio)
Bauhaus
De Stijl
Expressionisme
Futurisme
Kubisme
Constructivisme
Fauvisme

Slide 8 - Sleepvraag

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Moderne muziek
1900-1950
Muziek
vóór 1900
Tonale muziek
veel dissonanten
atonaliteit
duidelijke harmonie en melodie
1
2
3
4

Slide 12 - Sleepvraag

Voor 1900
----------------------------------
Tonale muziek/Tonaliteit 
(er zit een grondtoon in de muziek die voor samenhang zorgt)

Er is een duidelijke melodie en harmonie in de muziek 
(je herkent de structuur in de muziek, het voldoet aan je verwachtingen)
1900- 1950
----------------------------------
Het tonale systeem werd losgelaten...vernieuwing!
- Veel dissonanten
- Atonaliteit
- Melodie kent geen logisch verloop/ grote sprongen/ fragmentarisch
-Klankkleur: andere 'instrumenten' of bijzondere combinatie
- 12 toonsmuziek 
- Jazzmuziek

Slide 13 - Tekstslide

Jazz
Blues
Improvisatie 
Syncopes
Blazers
Blue notes
Slepend tempo 
Droevige inhoud 
Driedelig couplet 

Slide 14 - Sleepvraag

Hoe noem je in de blues/jazz een noot die onzuiver begint en naar de juiste hoogte glijdt?
A
dissonant
B
blue note
C
syncope
D
grondtoon

Slide 15 - Quizvraag

Wat is het effect van een syncope in de jazzmuziek?
A
het klinkt somber
B
er kan hierdoor geïmproviseerd worden
C
je kan het makkelijker meezingen
D
Door verschuiving van ritmische accenten gaat het swingen

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Video

Slide 18 - Tekstslide

De kunstenaar Henri Matisse vond kleur belangrijk. Hij zei hierover: “Voor mij is kleur een
kracht. Mijn schilderijen zijn opgebouwd uit vier of vijf kleuren die botsen met elkaar, en
deze botsing veroorzaakt een soort van energie. Wanneer ik groen gebruik, dan stelt dat
geen gras voor. Wanneer ik blauw gebruik, dan stelt dat geen lucht voor.” Het werk van
Matisse wordt gerekend tot het expressionisme. Zijn opvatting over kleur sluit hierbij aan.
Leg aan de hand van het citaat uit waarom Matisses opvatting over kleur aansluit bij het expressionisme. Afbeelding: portret van Madame Matisse (1905)

Slide 19 - Open vraag