In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Arm en rijk: wat is het verschil?
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Doel van de les
Aan het einde van de les kun je uitleggen wat armoede is, het verschil tussen arm en rijk beschrijven en begrijpen hoe armoede van invloed is op gezond eten en mensen in arme en rijke landen vergelijken.
Slide 2 - Tekstslide
Vertel de studenten wat ze aan het einde van de les zullen leren en waarom het belangrijk is om deze onderwerpen te begrijpen.
Wat weet jij al over armoede en rijkdom?
Slide 3 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Wat is armoede?
Armoede is een situatie waarin mensen niet genoeg geld hebben om te voorzien in hun basisbehoeften, zoals voedsel, kleding en onderdak.
Slide 4 - Tekstslide
Vraag de studenten of ze ooit iemand hebben gekend die in armoede leeft en wat ze denken dat het betekent om arm te zijn.
Arm versus rijk
Het verschil tussen arm en rijk is dat rijke mensen veel geld hebben en zich alles kunnen veroorloven wat ze willen, terwijl arme mensen niet genoeg geld hebben om zichzelf te onderhouden.
Slide 5 - Tekstslide
Vraag de studenten of ze denken dat het eerlijk is dat sommige mensen meer geld hebben dan anderen en waarom.
Invloed van armoede op gezond eten
Arme mensen hebben vaak geen toegang tot gezond voedsel, omdat het duur kan zijn. Ze moeten het doen met minder gezonde opties die goedkoper zijn.
Slide 6 - Tekstslide
Vraag de studenten of ze denken dat gezond eten een recht zou moeten zijn voor iedereen en wat de gevolgen kunnen zijn van het niet eten van gezond voedsel.
Arme landen
Een arm land is een land waar de meeste mensen in armoede leven en waar de economie niet goed ontwikkeld is. Voorbeelden hiervan zijn Haïti en Ethiopië.
Slide 7 - Tekstslide
Vraag de studenten of ze weten welke landen arm zijn en waarom sommige landen armer zijn dan andere.
Rijke landen
Een rijk land is een land waar de meeste mensen een hoog inkomen hebben en waar de economie goed ontwikkeld is. Voorbeelden hiervan zijn Nederland en de Verenigde Staten.
Slide 8 - Tekstslide
Vraag de studenten of ze weten welke landen rijk zijn en waarom sommige landen rijker zijn dan andere.
Armoede wereldwijd
Volgens de Wereldbank leeft meer dan 10% van de wereldbevolking in extreme armoede, wat betekent dat ze minder dan $1,90 per dag verdienen.
Slide 9 - Tekstslide
Vraag de studenten hoe ze zich voelen bij het horen van dit cijfer en wat ze denken dat er gedaan kan worden om armoede te verminderen of uit te roeien.
Effecten van armoede
Armoede kan leiden tot honger, ziekte, ondervoeding en een gebrek aan onderwijs. Het kan ook leiden tot een gebrek aan kansen en een slechte gezondheid.
Slide 10 - Tekstslide
Vraag de studenten of ze denken dat armoede een cyclus is die moeilijk te doorbreken is en waarom.
Armoede in Nederland
In Nederland leven ongeveer 600.000 mensen in armoede, wat betekent dat ze moeite hebben om rond te komen.
Slide 11 - Tekstslide
Vraag de studenten of ze ooit van iemand hebben gehoord die in armoede leeft in Nederland en wat ze denken dat er gedaan kan worden om mensen te helpen die in armoede leven.
Armoede in ontwikkelingslanden
In ontwikkelingslanden leven meer dan 70% van de mensen in armoede. Dit komt vooral door een gebrek aan onderwijs, gezondheidszorg en werkgelegenheid.
Slide 12 - Tekstslide
Vraag de studenten hoe ze denken dat we mensen in ontwikkelingslanden kunnen helpen om uit armoede te komen.
Werken aan verandering
Er zijn veel organisaties die werken aan het verminderen van armoede, zoals de Verenigde Naties en Oxfam. We kunnen ook allemaal ons steentje bijdragen door te doneren aan goede doelen en ons bewust te zijn van onze eigen invloed op de wereld.
Slide 13 - Tekstslide
Vraag de studenten hoe ze denken dat ze kunnen bijdragen aan het verminderen van armoede en wat voor impact kleine acties kunnen hebben.
Quiz: Arm of rijk?
Een quiz om te testen wat de studenten hebben geleerd over arm en rijk.
Slide 14 - Tekstslide
Maak een quiz met vragen over de onderwerpen die in de les zijn behandeld en bespreek de antwoorden met de klas.
Opdracht: Armoede in jouw omgeving
Een opdracht waarbij de studenten onderzoek doen naar armoede in hun eigen omgeving en oplossingen bedenken om mensen te helpen die in armoede leven.
Slide 15 - Tekstslide
Geef de studenten de opdracht om onderzoek te doen naar armoede in hun eigen omgeving en presenteer hun bevindingen aan de klas. Bespreek de voorgestelde oplossingen en moedig de studenten aan om actie te ondernemen.
Reflectie
Een moment om terug te blikken op wat er is geleerd en om na te denken over de impact die we kunnen hebben op het verminderen van armoede.
Slide 16 - Tekstslide
Vraag de studenten om na te denken over wat ze hebben geleerd en wat voor impact ze kunnen hebben op de wereld. Bespreek hun gedachten en moedig ze aan om zich in te zetten voor een betere wereld.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 17 - Open vraag
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 18 - Open vraag
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 19 - Open vraag
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.