Orthopedagogiek - Les 5 (leerproblemen dyslexie + dyscalculie)

Orthopedagogiek
Lesplanning:

- Terugblik vorige les
- Instructie dyslexie + dyscalculie
- Zelfstandig werken
 
 
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
orthopedagogiekMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Orthopedagogiek
Lesplanning:

- Terugblik vorige les
- Instructie dyslexie + dyscalculie
- Zelfstandig werken
 
 

Slide 1 - Tekstslide

Familie opstellingen 


- Doel?
- Welke vragen kan je stellen?

Slide 2 - Tekstslide

Opgroeien als KOPP/KOV kan verschillende gevolgen hebben, wat klopt er niet?
A
Geleerd hebben om eigen grenzen aan te geven
B
Vaker mantelzorger zijn als volwassene
C
Moeite met het aangaan van relaties
D
Meer kans op psychische problemen

Slide 3 - Quizvraag

Slide 4 - Tekstslide

Welke leerproblemen/leerstoornissen kan je tegenkomen als je werkt in het (speciaal) onderwijs?

Slide 5 - Woordweb

Taal- en leerstoornissen
- Afwijkend van de normale taal en leer ontwikkeling. 
Het is belangrijk dat je weet wat 'normaal' is vanuit de theorie van ontwikkelingspsychologie. 

- Kinderen met taal- en leerstoornissen ontwikkelen zich wel maar véél langzamer dan leeftijdsgenoten. Bijv: een kleuter begrijpt 1000-2000 woorden. Een kleuter met taal- leerstoornis kent er aanzienlijk minder. 

- Een taal- en/ of leerstoornis is anders dan een achterstand. Een achterstand ontstaat bijv. door een kortdurende risicofactor en verdwijnt over het algemeen weer. 

Slide 6 - Tekstslide

Orthopedagogiek binnen het (speciaal) onderwijs
Diverse leerproblemen kom je tegen wanneer je werkt in het (speciaal) onderwijs. Denk aan:

- Dyslexie
- Dyscalculie
- TOS (taalontwikkelingsstoornis)
- Faalangst

Deze week dyslexie & dyscalculie, volgende week de anderen.

Slide 7 - Tekstslide

Wat weet je al over dyslexie?

Slide 8 - Woordweb

Dyslexie

“Dyslexie is een stoornis die gekenmerkt wordt door een hardnekkig probleem met het aanleren en het accuraat en/of vlot toepassen van het lezen en/of het spellen op woordniveau.”

ls er aan de volgende drie criteria wordt voldaan, spreken we volgens de DSM van dyslexie:
1. De achterstand is er álleen bij lezen en/of spellen. Bij andere schoolse vaardigheden is
er geen achterstand.
2. Het kind waarbij er sprake is van een achterstand bij lezen en/of spellen heeft een
normale intelligentie.
3. Er is een grote ongelijkheid tussen de verwachting (wat kan iemand op die leeftijd) en
de daadwerkelijke prestatie. 

Slide 9 - Tekstslide

Kenmerken dyslexie
Verschil horen tussen klanken
E, EU, UI, A
Klanken in volgorde zetten
Dorp, drop 12/21 
Onthouden van losse gegevens
Rijtjes, woorden en jaartallen
Onthouden van..
gezegdes, uitdrukkingen of woordcombinaties
Aanleren van reeksen
Tafels of spellingsregels

Slide 10 - Tekstslide

2

Slide 11 - Video

Wat is denk je het verschil tussen dyslexie en dyscalculie?

Slide 12 - Open vraag

Wat is dyscalculie? 
Dyscalculie betekent letterlijk ‘niet kunnen rekenen’. Het is een andere term
voor ernstige en hardnekkige problemen bij het aanleren van bepaalde schoolse vaardigheden.

Bij het vaststellen van dyscalculie zijn drie criteria belangrijk:
1. De achterstand is er álleen bij rekenen. Bij andere schoolse vaardigheden is er geen achterstand.
2. Het kind waarbij er sprake is van een achterstand bij rekenen heeft een normale intelligentie.
3. Er is een grote ongelijkheid tussen de verwachting (wat kan iemand op die leeftijd) en de daadwerkelijke prestatie.

Ongeveer 3-4% van de kinderen heeft in meer of mindere mate last van dyscalculie

Slide 13 - Tekstslide

Hoe worden dyslexie en dyslexie vastgesteld?
Voordat een diagnose wordt gesteld, is het belangrijk om het volgende uit te sluiten:
- Heeft het te maken met risicofactoren gelegen op het gebied van het gezin of de omgeving?
Denk hierbij aan een achterstandsmilieu of een instabiele gezinssituatie.
- Heeft het te maken met een gehoorbeperking?
- Speelt een onderliggende stoornis zoals bijvoorbeeld autisme een rol?


Wanneer bovenstaande factoren zijn uitgesloten worden dyslexie en dyscalculie op de
volgende manieren vastgesteld door een GGZ psycholoog:
- Dyslexie kan worden vastgesteld met een gestandaardiseerde lees- en spellingstest. Dyslexie
wordt vastgelegd in een verklaring.
- Dyscalculie wordt vastgesteld door middel van een psychodiagnostisch onderzoek door een
specialist. Dyscalculie wordt vastgelegd in een verklaring. 

Slide 14 - Tekstslide

Genetische aanleg speelt een rol bij het ontstaan van taal- en leerstoornissen. Welke risicofactoren kan je nog meer noemen?

Slide 15 - Woordweb

01:44
Wat vind je ervan hoe deze leerlingen zich voelen? Hoe zou jij met deze gevoelens omgaan?

Slide 16 - Open vraag

06:18
Wat vind je van de oplossingen die er door de leerlingen geboden worden?

Welke zou jij zelf als begeleider ook toe willen passen?

Slide 17 - Open vraag

Bijkomende problemen
  1. Vaak een lager werktempo
  2. Moeite om informatie te ordenen en organiseren (hoofd en bijzaken scheiden)
  3. Andere werking van geheugen (minder zaken tegelijk kunnen onthouden)
  4. Moeite met plannen (slecht tijdsbesef)
  5. Sociaal-emotionele problemen
  6. Lastig, moeilijk, teruggetrokken of anders afwijkend gedrag in de klas

Wat heeft een leerling volgens jullie nodig?

Slide 18 - Tekstslide

Aan de slag! 
Maken Forms 'test jezelf dyslexie/dyscalculie', wordt gedeeld via een opdracht in Teams

Daarna verder met uitwerken portfolio opdrachten 1 + 2.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video