Th 4 voeding en vertering, B2: Voedingsmiddelen en voedingsstoffen

Thema 5
Voeding en vertering
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 5
Voeding en vertering

Slide 1 - Tekstslide

B2: Voedingsmiddelen en voedingsstoffen

Slide 2 - Tekstslide

Onderwerpen les
  • Voedingsmiddelen, voedingsstoffen en voedingsvezels

  • Kenmerken en functies van voedingsstoffen

  • Indicatoren


Slide 3 - Tekstslide

Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
  • Voedingsmiddelen:
    Alle producten die je eet of drinkt

  • Voedingsstoffen:
    De stoffen in voedingsmiddelen die het lichaam opneemt.
    (eiwitten, koolhydraten, vetten, water, vitaminen, mineralen)

Slide 4 - Tekstslide

Voedingsvezel
  • Onverteerbare stoffen in plantaardig voedsel.

  • Belangrijk voor de darmperistaltiek (darmbewegingen).

  • Krijg je te weinig vezels binnen, dan kun je moeilijker poepen (kans op aambeien!!).

Slide 5 - Tekstslide

functies voedingsstoffen
  • Bouwstoffen: Nodig voor de vorming van cellen en weefsels.

  • Brandstoffen: Leveren energie voor beweging, het op peil houden van de
                                    lichaamstemperatuur, groei, ontwikkeling en herstel.

  • Reservestoffen: Stoffen die zijn opgeslagen in het lichaam.

  • Beschermende stoffen: Stoffen die ervoor zorgen dat je niet ziek wordt.

Slide 6 - Tekstslide

Functies voedingsstoffen
Eiwitten:
  • Bouwstoffen en Brandstoffen
  • Eiwitten kunnen niet als reservestof dienen, heb je teveel dan plas je dat uit in de vorm van ureum!
  • Kwark bevat veel eiwit

Slide 7 - Tekstslide

Functies voedingsstoffen
Koolhydraten:
  • Brandstof, bouwstof, reservestof
  • Voorbeeld: glucose, suikers, zetmeel
  • Deel van de koolhydraten wordt omgezet in glycogeen (opslag in lever en spieren).
  • Een teveel aan opgenomen koolhydraten wordt omgezet in  vet en opgeslagen.

Slide 8 - Tekstslide

Functies voedingsstoffen
Vetten:
  • Bouwstoffen, Brandstoffen en reserve stoffen.
  • Een teveel wordt opgeslagen (onder de huid).
  • Verzadigde vetten (brandstof) kan leiden tot hart- en vaat ziekten, wanneer er teveel wordt gegeten.
  • Onverzadigde vetten (bouwstof).

Slide 9 - Tekstslide

Functies voedingsstoffen
Water:
  • Bouwstoffen
  • Belangrijk bij vervoer van stoffen in het lichaam

Slide 10 - Tekstslide

Functies voedingsstoffen
Mineralen:
  • Bouwstoffen en beschermende stof.

  • Voorbeeld:
      Calcium (beenderen) en Ijzer (hemoglobine in het bloed)

Slide 11 - Tekstslide

Functies voedingsstoffen
Vitaminen:
  • Bouwstoffen en beschermende stoffen.

  • Worden aangegeven met een letter (vit A, vit B, enz.)

Slide 12 - Tekstslide

Vragen?
VRAGEN?

Slide 13 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?

Slide 14 - Tekstslide

Huiswerk

Maken opdrachten T4 B2

Slide 15 - Tekstslide