H4 De wet als belangrijkste rechtsbron

Leerdoelen
  • uitleggen wat een algemeen verbindend voorschrift is 
  • het verschil tussen een wet in formele en een wet in materiële zin uitleggen
  • vier wetgevers benoemen die algemeen verbindende voorschriften maken
  • de drie voorrangsregels beschrijven
  • de gang van een wetsontwerp beschrijven.
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
JuridischMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Leerdoelen
  • uitleggen wat een algemeen verbindend voorschrift is 
  • het verschil tussen een wet in formele en een wet in materiële zin uitleggen
  • vier wetgevers benoemen die algemeen verbindende voorschriften maken
  • de drie voorrangsregels beschrijven
  • de gang van een wetsontwerp beschrijven.

Slide 1 - Tekstslide

Wet = overheidsregel
Geldt voor iedereen en is dus een algemeen verbindend voorschrift
Alle overheidsorganen met wetgevende bevoegdheid kunnen algemeen verbindende voorschriften maken

Slide 2 - Tekstslide

Wie maakt ook al weer.....?
Een  Wet
Een AMvB
Een ministeriële regeling
Een provinciale verordening
Een gemeentelijke verordening

Slide 3 - Tekstslide

Wetten in formele zin
Wetten in materiële zin

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Wet in formele zin
Gemaakt door hoogte wetgevingsorgaan in Nederland: Regering en Staten-Generaal (formele wetgever)
Herkennen door woord WET in de titel
Voorbeelden: Begrotingswetten

Slide 6 - Tekstslide

Wet in materiële zin
Algemeen verbindende voorschriften, gelden dus voor iedereen!

Slide 7 - Tekstslide

Wet in formele/materiële zin/beide of geen van beide... 
  1. art. 350 Wetboek van Strafrecht, waarin beschadiging van goederen strafbaar wordt gesteld  
  2.  Arboregeling beeldschermwerk 
  3. Afvalstoffenverordening van de gemeente Schoonwerk voor het plaatsen en scheiden van afval 
  4. de toestemming, verleend door de regering en beide Kamers samen, voor het huwelijk van onze voormalige kroonprins

Slide 8 - Tekstslide

Hiërarchie van wetgeving
Er zijn drie voorrangsregels:
  1. Hogere wetgeving gaat voor lagere wetgeving
  2. Nieuwe wetgeving gaat voor oude wetgeving, bij gelijke rang
  3. Bijzondere wetgeving gaat voor algemene wetgeving, bij gelijke rang

Slide 9 - Tekstslide

In de Algemene Plaatselijke Verordening van de Gemeente Heerlen staat dat het strafbaar is afval op straat te gooien. Er staat een boete op van maximaal € 3.000,-. De gemeenteraad is de overlast door het weggooien van afval moe en besluit de APV te wijzigen en de doodstraf in te voeren. De APV is tegenstrijdig met art. 114 van de Grondwet. Welke regeling gaat voor?
A
De APV
B
art. 114 van de GW

Slide 10 - Quizvraag

Sinds 1 januari 2020 is de WAB in werking getreden. Voorheen kreeg je een vast contract nadat je twee jaar in tijdelijke contracten had gewerkt voor dezelfde werkgever. Sinds de WAB geldt hiervoor een periode van 3 jaar. Dit is een voorbeeld van:
A
hoog gaat voor laag
B
bijzonder gaat voor algemeen
C
nieuw gaat voor oud

Slide 11 - Quizvraag

In art. 69 van de Vreemdelingenwet staat dat de bezwaartermijn vier weken is. In de Algemene Wet Bestuursrecht geldt een bezwaartermijn van zes weken. Welke wet gaat voor op basis van welke 'regel'
A
De Awb gaat voor op basis van algemeen gaat voor bijzonder
B
De vreemdelingenwet gaat voor op basis van bijzonder gaat voor algemeen

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Video

De gang van een wetsontwerp
  1. Voorbereiding wetsvoorstel op ministerie
  2. Bespreking in de ministerraad
  3. Advies Raad van State
  4. Stemming in de Tweede Kamer
  5. Stemming in de Eerste kamer
  6. Ondertekening door minister en koning
  7. Publicatie in het Staatsblad, daarna treedt de wet in werking

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video