Creatief schrijven: Doorgeefverhaal

Creatief schrijven
Doorgeefverhaal
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Creatief schrijven
Doorgeefverhaal

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Aan het eind van de les kunnen jullie een verhaal schrijven aan de hand van een stappenplan in samenwerkingsverband.

Slide 2 - Tekstslide

Basis-ingrediënten van het verhaal
  • Setting
  • Introductie personage 1
  • Introductie personage 2
  • Conflict
  • Oplossing en einde
Denk aan de afwisseling tussen enkelvoudige en samengestelde zinnen en gebruik signaalwoorden

Slide 3 - Tekstslide

Opdracht
  • Doorgeefverhaal
  • Doorgeven aan links, rechts naar voren en naar achteren
  • Met het verhaal dat je krijgt verder gaan
  • 3 minuten per onderdeel
  • Naam in de kantlijn bij jouw stukje

Slide 4 - Tekstslide

Setting
  • Plaats (Bijvoorbeeld in Leeuwarden)
  • Tijd (Ochtend, middag, avond)
  • Omgeving (Hoe ziet de omgeving eruit?)
  • Het weer (Wat voor weer is het?)

Nog geen personage benoemen of beschrijven.
timer
3:00

Slide 5 - Tekstslide

Introductie personage 1
  • Wie is het personage (Bijvoorbeeld een mens of dier)
  • Hoe heet het personage (Bijvoobeeld Kjeld, Niels, Evelien)
  • Hoe ziet het personage eruit (Lang, blond, groene ogen)


timer
3:00

Slide 6 - Tekstslide

Introductie personage 2
  • Wie is het personage (Bijvoorbeeld een mens of dier)
  • Hoe heet het personage (Bijvoobeeld Floor, Elon, Yvonne)
  • Hoe ziet het personage eruit (Lang, blond, groene ogen)
  • Wat is personage 2 van personage 1 (Vriend of vijand)


timer
3:00

Slide 7 - Tekstslide

Conflict
  • Beschrijf het probleem (Bijvoorbeeld een ruzie)
  • Het conflict kan alles zijn, dus denk breed!
timer
3:00

Slide 8 - Tekstslide

Oplossing en einde
  • Beschrijf hoe het conflict afloopt
  • Sluit het verhaal af, dus geen open einde
timer
3:00

Slide 9 - Tekstslide

Voordracht verhaal

Slide 10 - Tekstslide

Nabespreken
  • Zit alles in het verhaal verwerkt?
  • Setting, personage 1, personage 2, conflict en een oplossing
  • Wordt er gebruik gemaakt van signaalwoorden. Wordt erin het verhaal afgewisseld tussen enkelvoudige of samengestelde zinnen?
  • Wat kan er beter/anders waardoor het verhaal beter wordt?

Slide 11 - Tekstslide