Oefenen met het werkwoord écrire en prendre.

oefenen met écrire en prendre
- présent
- passé composé
- imparfait
- futur
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

oefenen met écrire en prendre
- présent
- passé composé
- imparfait
- futur

Slide 1 - Tekstslide

écrire (nous, imp)
A
nous écrirons
B
nous avons écrit
C
nous écririons
D
nous écrivions

Slide 2 - Quizvraag

écrire (vous, p)
A
vous écrivez
B
elle écririez
C
vous écrivons
D
vous avez écrit

Slide 3 - Quizvraag

écrire (elles, p.c)
A
elles ont écrit
B
elles sont écrits
C
elles a écrit
D
elles ont écrire

Slide 4 - Quizvraag

écrire (elle, futur)
A
elle va écrire
B
elle écrira
C
elle écriront
D
elle écrirait

Slide 5 - Quizvraag

Vertaal: zij schrijven (mmv)

Slide 6 - Open vraag

Vertaal: jij schreef

Slide 7 - Open vraag

Vertaal: hij heeft geschreven

Slide 8 - Open vraag

Vertaal: jij schreef

Slide 9 - Open vraag

Vertaal: ik zal schrijven

Slide 10 - Open vraag

Wat betekent décrire?

Slide 11 - Open vraag

Vertaal: Ik beschrijf mijn familie en mijn huis.

Slide 12 - Open vraag

Wat is GEEN vorm van prendre?
A
nous prenons
B
ils prenent
C
tu prends
D
on prend

Slide 13 - Quizvraag

(prendre) men neemt=
A
on prend
B
on prends
C
on prenait
D
on a pris

Slide 14 - Quizvraag

(prendre) zij hebben genomen=
A
ils avons pris
B
ils ont pris
C
ils ont prendu
D
ils avons pris

Slide 15 - Quizvraag

imparfait: nous (prendre)
A
prendrions
B
prendions
C
prenions
D
prendrons

Slide 16 - Quizvraag

Futur : je... (prendre)
A
prendai
B
prendreai
C
prendrai

Slide 17 - Quizvraag

Vertaal: Ik neem de auto van mijn moeder.

Slide 18 - Open vraag

Au travail



- écrire en prendre via verbuga.eu oefenen
- woordjes oefenen app. 1, 2, 4 en basislijst 2
- ander huiswerk voor Frans
- na de vakantie: oefenen met LV en MV

Slide 19 - Tekstslide