7.5 Taalvariaties

Taalvariaties
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Taalvariaties

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
- Je kent verschillende vormen van taalgebruik (taalvariatie).
- standaardtaal 
- sociolect (jongerentaal, vaktaal)
- vaktaal (jargon)

Slide 2 - Tekstslide

Taalvariatie
Groepstaal
  • Straattaal (jongerentaal)
  • Vaktaal
  • Gesproken door een bepaalde groep

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Video

Wat betekent loesoe?

A
Loes
B
los
C
dronken
D
loens

Slide 6 - Quizvraag

Wat is 'stang'?
A
een ijzeren pijp
B
schoenen
C
stinken
D
rem

Slide 7 - Quizvraag

Wat betekent 'bika'?
A
auto
B
eten
C
fiets
D
drinken

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Video

Wat is anders?

Slide 10 - Open vraag

Wat voor een effect heeft dit?

Slide 11 - Open vraag

Waaronder valt straattaal?
A
Formeel taalgebruik
B
Informeel taalgebruik

Slide 12 - Quizvraag

Formeel taalgebruik
Informeel taalgebruik
U
Geachte
Hoi
Goede-
morgen
Doei
He!
Met vriendelijke groeten
Bye

Slide 13 - Sleepvraag

Slide 14 - Video

De nieuwste variant in de straattaal
Welke diem tavt het? 

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Stromae
Verlan = Franse jongerentaal: lettergrepen worden verwisseld en/of omgedraaid:
Stro + Mae
Mae + Stro

Femme (vrouw) --> fem + me --> me + f =
une meuf

Slide 17 - Tekstslide

Vakjargon is taalgebruik binnen een bepaalde beroepsgroep of vakgebied en is dusdanig specifiek op het beroep of de branche gericht dat buitenstaanders de woorden of uitdrukkingen binnen dit jargon moeilijk kunnen begrijpen. In plaats van vakjargon heeft men het ook wel over vaktaal.

Slide 18 - Tekstslide

Wat heb je geleerd vandaag?

Slide 19 - Open vraag

Maak 7.5 B en D (voortgangstoets)

Start met leren voor de toets van volgende week. Vragen? Stel ze dinsdag tijdens de les. 

Slide 20 - Tekstslide