HV1 wo 1 dec - 1

Welkom
Telefoon in de telefoontas? Pak je spullen!
Wat heb je nodig?
  • Lesboek + schrift
  • Pen (ja, een potlood mag ook)
  • Je eigen leesboek 
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Telefoon in de telefoontas? Pak je spullen!
Wat heb je nodig?
  • Lesboek + schrift
  • Pen (ja, een potlood mag ook)
  • Je eigen leesboek 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we vandaag doen?
  • Herhaling zinsdelenpersoonsvorm en onderwerp 
  • Nakijken van het huiswerk
  • Lezen
Aan het einde van de les weten we alles over zinsdelen, de persoonsvorm en het onderwerp 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weet je 't nog?
  • Zinsdeel? 

    Elke dag geeft deze man zijn kinderen twee appels

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weet je 't nog?
  • Zinsdelen zijn woorden die in een groepje bij elkaar horen in de zin.
  • Om te controleren of je met een zinsdeel te maken hebt, kun je proberen of je de woorden van volgorde kunt veranderen.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weet je 't nog?
Elke dag geeft deze man zijn kinderen twee appels

  • Probeer welke woorden je voor de persoonsvorm kunt zetten.
    Die woorden zijn samen een zinsdeel.
  • Kijk welke woorden altijd in dezelfde volgorde bij elkaar blijven staan als je de zin verandert. Dat is een zinsdeel.

Slide 5 - Tekstslide

Maak zoveel mogelijk zinnen!
Weet je 't nog?
Elke zin bevat werkwoorden. 
Wat zijn werkwoorden?

Een van deze werkwoorden is de persoonsvorm

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weet je 't nog?
De persoonsvorm geeft de tijd aan en of het om enkelvoud of meervoud gaat in de zin.

Ik moet de opdracht nog maken
Ik moest de opdracht nog maken


Ik moet de opdracht nog maken
Wij moeten de opdrachten nog maken

Slide 7 - Tekstslide

Ik moet de opdracht nog maken
Ik moest de opdracht nog maken

Ik moet de opdracht nog maken
Wij moeten de opdrachten nog maken 
Weet je 't nog?
Zo vind je de persoonsvorm:
  • Maak de zin vragend. Het werkwoord dat vooraan staat is de persoonsvorm.
  • Ze de zin in een andere tijd. Het werkwoord dat verandert is de persoonsvorm
  • Verander het getal van de zin. Van enkelvoud maak je meervoud, of andersom. Het werkwoord dat verandert, is de persoonsvorm.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weet je 't nog?
Het onderwerp
  • Geeft aan wie of wat iets 'doet' in de zin
  • Het bestaat uit een of meer woorden
  • Het kan enkelvoud of meervoud zijn
  • Het kan op meerdere plekken in de zin staan
    (meestal staat het naast de persoonsvorm)

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weet je 't nog?
Zo vind je het onderwerp:

  • Zoek de PV
    Zet strepen tussen de zinsdelen
    Stel de vraag: Wie/ Wat + persoonsvorm?
    Het antwoord = het onderwerp

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weet je 't nog?
Of:

  • Zoek de PV
    Zet strepen tussen de zinsdelen
    Verander de persoonsvorm van getal
    Het zinsdeel dat mee verandert, is het onderwerp

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Opdracht 2
1. De hevigheid van een aardbeving kunnen wij meten op de schaal van Richter.
2. Aardbevingen worden dikwijls gevolgd door meerdere naschokken. 
3. Met een seismometer bepalen deskundigen de locatie van een aardbeving.
4. Helaas laat een beving zich moeilijk voorspellen.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 3
1. Klassiekers vinden we op allerlei terreinen: in films, literatuur, sport en techniek.
PV= 
OW = 



Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. Een klassieker heeft een bepaalde status verworven vanwege grote populariteit, invloed of kwaliteit.
PV = 
OW = 
3. Wie kent niet het beroemde verhaal van Romeo en Julia?
PV= 
OW = 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4. Nog altijd is dit stuk over een onmogelijke liefde buitengewoon populair.
PV = 
OW = 
5. Deze tragedie uit de zestiende eeuw blijft ons boeien en ontroeren.
PV = 
OW = 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

6. De Engelse schrijver William Shakespeare schreef met deze geschiedenis de allerbekendste klassieker over de liefde. 
PV = 
OW = 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 4
1. Wie van jullie klas wil morgen als eerste het werkstuk presenteren?
OW = 
2. Wat wordt vandaag getoetst door de docent?
OW = 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Welke leerling heeft geoefend met de digitale lesstof?
OW = 
4. Wanneer zet de docent de cijfers van het laatste proefwerk in het systeem? OW = 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb ik geleerd?

Weten jullie nu alles over zinsdelen, de persoonsvorm en het onderwerp?
En weten jullie nu hoe je deze kunt vinden in de zin?

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tijd om te lezen!

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies