Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Opfrissen grammatica
Verdeel de volgende zin in zinsdelen:
De kinderen hebben een sneeuwpop in de tuin gemaakt.
1 / 11
volgende
Slide 1:
Open vraag
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
In deze les zitten
11 slides
, met
interactieve quizzen
.
Lesduur is:
40 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Verdeel de volgende zin in zinsdelen:
De kinderen hebben een sneeuwpop in de tuin gemaakt.
Slide 1 - Open vraag
De kinderen / hebben / een sneeuwpop / in de tuin / gemaakt.
Wat is het onderwerp in deze zin?
Slide 2 - Open vraag
De kinderen / hebben / een sneeuwpop / in de tuin / gemaakt.
Hoe noem je de zinsdelen 'een sneeuwpop' en 'in de tuin'?
Slide 3 - Open vraag
Tijdens haar vakantie in Griekenland heeft Tessa leuke, Griekse vrienden ontmoet.
leuke, Griekse vrienden =
A
ond
B
lv
C
bwb
Slide 4 - Quizvraag
Verdeel in zinsdelen:
De leerlingen van de tweede klas wilden extra oefenmateriaal op It’s geplaatst hebben.
Slide 5 - Open vraag
De leerlingen van de tweede klas / wilden / extra oefenmateriaal / op It’s / geplaatst / hebben.
Wat is de juiste benoeming van de zinsdelen?
A
lv/wwg/ond/bwb/wwg/wwg
B
ond/wwg/lv/bwb/wwg/wwg
C
ond/wwg/bwb/lv/wwg/wwg
Slide 6 - Quizvraag
Na de training dronken we een cola op het volle terras naast de club.
Verdeel in zinsdelen en benoem ze.
Slide 7 - Open vraag
Klopt dit?
Een lijdend voorwerp begint nooit met een voorzetsel (zoals op, in, aan, met, voor e.d.).
A
nee
B
ja
Slide 8 - Quizvraag
Uit hoeveel zinsdelen bestaat de zin?
Het meisje stuurde haar oma gisteren een berichtje.
A
4
B
5
C
6
Slide 9 - Quizvraag
Het meisje stuurde haar oma gisteren een berichtje.
Benoem de zinsdelen 'haar oma' en 'een berichtje'
A
haar oma = lv een berichtje = ond
B
haar oma = mv een berichtje = ond
C
haar oma = mv een berichtje = lv
D
haar oma = ond het meisje = mv
Slide 10 - Quizvraag
Welke uitspraak klopt?
De man hangt zijn jas aan de kapstok.
A
zijn jas = lv aan de kapstok = mv
B
Er staat geen lv en geen mv in deze zin.
C
zijn jas = lv aan de kapstok = bwb
D
zijn jas = ond aan de kapstok = mv
Slide 11 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Oefening grammatica zinsontleding hv2
Maart 2023
- Les met
23 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Oefening grammatica zinsontleding
Februari 2021
- Les met
14 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Korte herhaling zinsontleding
Maart 2021
- Les met
12 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Korte herhaling zinsontleding
Maart 2021
- Les met
16 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
2 HV les 1/04: verdelen in zinsdelen activerende les
Maart 2022
- Les met
14 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Herhaling zinsontleding
Februari 2020
- Les met
16 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Grammatica, bijvoeglijke bepaling en bijstelling
Januari 2022
- Les met
22 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Herhaling zinsontleding
Oktober 2021
- Les met
17 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1