Hoofdstuk 3 Paragraaf 3 Het feodale stelsel

3.3 Het feodale stelsel
3.3 Het feodale stelsel
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

3.3 Het feodale stelsel
3.3 Het feodale stelsel

Slide 1 - Tekstslide

Je kan het volgende kenmerkend aspect je eigen woorden uitleggen: ‘Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur.’

Slide 2 - Open vraag

Hoe noemen we een halfvrije boer die niet vrij is om van zijn landbouwgrond te vertrekken?

Slide 3 - Open vraag

Wat zijn herendiensten?

Slide 4 - Open vraag

Slide 5 - Video

Situatie rond 500
  • Vanaf 300 hadden  de Romeinse keizers al dux (hertogen) of comes (graven) aangesteld om een gebied te besturen.
  • Zij inden belasting, spraken recht en vormden legers.

  • Na de val, ontstonden er verschillende zelfstandige Germaanse koninkrijken  in het voormalig West Romeinse Rijk.
  • De Germanen volgden dit voorbeeld en noemden ze hertogen en graven.

Slide 6 - Tekstslide

Clovis
  • Clovis erfde een stuk van zuid-België en Noord-Frankrijk  en veroverde er vervolgens veel gebied bij. 
  • Hij was de stichter van het Frankische Rijk
  • Hij werd de eerste koning van het rijk, Clovis I, en zette als eerste Germaanse heerser wetten op papier (Salische wet), onder meer strafrecht en erfverdeling.

Slide 7 - Tekstslide


Karel De Grote
  • Twee en een halve eeuw later, in 768, wordt Karel koning van de Franken

  • Karel ging bijna elk jaar met zijn leger op pad om nieuwe gebieden te veroveren. Zo veroverde hij bijna geheel Europa.

  • In 800 wordt Karel door de paus tot keizer gekroond

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide


Het feodale stelsel
  • Om zijn rijk bestuurbaar te houden, leende Karel stukken land uit aan hertogen en graven
  • Die zouden dat gebied voor Karel besturen
  • Dit noemen we het feodale stelsel of leenstelsel
  • Karel was dan de leenheer en de hertogen en graven werden leenman of vazal

Slide 10 - Tekstslide

Probleem
  • Invallen van Vikingen, Magyaren, Arabieren
  • Geen geld om een sterk leger op te bouwen (ruiterleger)
  • Legeraanvoerders worden heel belangrijk in het bestuur van Karel en worden beloond in ruil voor de eed van trouw


Slide 11 - Tekstslide








Rechten en plichten leenheer
  1. Karel leent de leenman land;
  2. Karel gaf de leenman bescherming; 
  3. De leenheer kon leenman het leen afnemen als de leenman zich niet aan afspraken hield.
  4. verdrag beëindigd bij dood.








rechten en plichten leenman
  1. De leenman belooft de leenheer trouw te zijn; 
  2. De leenman kwam zijn leenheer met gewapende mannen te hulp bij oorlog;
  3.  De leenman gaf zijn leenheer raad als deze erom vroeg en hielp bij de uitvoering besluiten;
  4. De leenman sprak recht op zijn leen volgens de richtlijnen van de leenheer;
  5.  Als Karel of jijzelf sterft wordt het verdrag beëindigd. Met een nieuwe leenheer of leenman werd een nieuw verdrag gesloten.

Slide 12 - Tekstslide


Een onveilige tijd
  • De leenmannen gaven hun gebieden weer door aan hun kinderen
  • Soms stelden de leenmannen zelf ook leenmannen aan, achterleenmannen
  • De leenmannen gingen de gebieden als hun eigen gebied zien
  • Door al die leenmannen ontstonden er heel veel kleine staatjes die ook vaak oorlog met elkaar voerden

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Aan de slag: Huiswerk
  • Opdracht 1, 2 en 5 van paragraaf 3.3

Slide 15 - Tekstslide

3.3 Het feodale stelsel
3.3 Het feodale stelsel

Slide 16 - Tekstslide

Je kan het volgende kenmerkend aspect je eigen woorden uitleggen: ‘Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur.’

Slide 17 - Open vraag

Leg uit waarom het leenstelsel ontstond

Slide 18 - Open vraag

Waarom neemt de macht van de koning af wanneer je leenmannen zelf hun land gaan uitlenen?

Slide 19 - Open vraag

Het feodale stelsel
814: Karel de Grote sterft. 
Leenmannen gaan zich meer als zelfstandige vorsten profileren. 

Gevolg: Het leen werd erfelijk. 

9de eeuw: Leenmannen gaan zelf ook land in leen geven en worden daarmee ook leenheer. 

Gevolg: Macht en invloed van vorsten verminderd nog meer. 

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Noem 1 recht en 2 plichten van een leenman.

Slide 22 - Open vraag

Wat past niet bij het feodale stelsel?
A
Horigheid
B
Leenheer
C
Vazal
D
Eed van trouw

Slide 23 - Quizvraag

Een kernbegrip in het feodale stelsel is:
A
macht
B
trouw
C
geld
D
werken

Slide 24 - Quizvraag


Een onveilige tijd
  • De leenmannen gaven hun gebieden weer door aan hun kinderen
  • Soms stelden de leenmannen zelf ook leenmannen aan, achterleenmannen
  • De leenmannen gingen de gebieden als hun eigen gebied zien
  • Door al die leenmannen ontstonden er heel veel kleine staatjes die ook vaak oorlog met elkaar voerden

Slide 25 - Tekstslide

Het leenstelsel
Romeinse Rijk: Cavalerie was alleen een aanvulling op het leger.

Karel de Grote: Riep een ruiterleger op. 

Oorzaak: technische verbetering waren ruiters superieur geworden aan het volk. 

Slide 26 - Tekstslide

Leg het verband uit tussen sociale verschillen en de opkomst van de ridders.

Slide 27 - Open vraag

Het leenstelsel
Oorzaak: Ridders moesten hun uitrusting zelf betalen en hadden inkomsten uit hun domein. 

Gevolg: Het voetvolk kon dit niet betalen, daardoor waren ridders vaak rijke heren. 

Slide 28 - Tekstslide


Ridders





  • Door alle oorlogen lieten de edelen zich verdedigen door ridders

  • Ridders hadden veel aanzien en hun wapenuitrusting was duur

  • Vaak werd dat betaald door hun plaatselijke heer

Slide 29 - Tekstslide


Ridderordes




  • Het ridderschap werd steeds meer gezien als een adelijke aangelegenheid

  • Vanaf  ongeveer 1100 moesten ridders aangesloten zijn bij een ridderorde

  • De ridders begonnen een soort 'popsterren' te worden, overal in het rijk werden er ridderverhalen verteld

Slide 30 - Tekstslide

Karel de Grote hoort bij het KA:
A
Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur
B
Van agrarisch-urbane cultuur naar een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid
C
De verspreiding van het Christendom in geheel Europa
D
Het ontstaan en de verspreiding van de Islam

Slide 31 - Quizvraag

Hofstelsel of leenstelsel?
Als er oorlog is moeten de vazallen de keizer helpen
A
Hofstelsel
B
Leenstelsel

Slide 32 - Quizvraag

Hofstelsel of leenstelsel?
Als er oorlog is moeten de vazallen de keizer helpen
A
Hofstelsel
B
Leenstelsel

Slide 33 - Quizvraag

Wat is een reden voor het ontstaan van het hofstelsel?
A
Chaos in Europa
B
Vrede in Europa

Slide 34 - Quizvraag

Leenstelsel
Hofstelsel
Economisch systeem
Politiek systeem

Slide 35 - Sleepvraag

Leenstelsel
Hofstelsel
Horigen
Domein
Economie
Politiek 
Leenheer
Trouw / macht
Herendiensten

Slide 36 - Sleepvraag

Je kan het volgende kenmerkend aspect je eigen woorden uitleggen: ‘Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur.’

Slide 37 - Open vraag

Aan de slag: Huiswerk
  • Maken paragraaf 3.3. 
  • Nakijken paragraaf 3.3. 
  • Nakijken vorige paragrafen. 
  • Leren leerdoelen 3.3. 

Slide 38 - Tekstslide