In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Biologie
4 MAVO
Schooljaar 23-24
Bianca Michel
Slide 1 - Tekstslide
Vandaag
Welkom en introductie schooljaar (PTA)
Boeken? mavo 3 én mavo 4
Start hoofdstuk 11 --> Uitleg
Aan de slag/huiswerk
Slide 2 - Tekstslide
PTA
Toetsweek
Onderwerp
cijferperiode
Waarde SE
herkansbaar
SE-1
H4, H5, H11 en H12
1
24%
ja
SE-2
H3, H9 en H10
2
24%
ja
SE-3
H1, H7 en H8
3
24%
ja
SE-3
practicum toets
4
8%
nee
Slide 3 - Tekstslide
examenbundel.nl
Slide 4 - Link
Vandaag
Welkom en introductie schooljaar (PTA)
Boeken? mavo 3 én mavo 4
Start hoofdstuk 11 --> Uitleg
Aan de slag/huiswerk
Slide 5 - Tekstslide
Hoofdstuk 11 Erfelijkheid
LessonUp:
JA!
Telefoons in de telefoontas!
Slide 6 - Tekstslide
Leerdoelen 11.1
We kijken op blz. 84
Maak opdracht 2 en 3
Opdracht: maak aantekeningen tijdens de uitleg.
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Erfelijke eigenschappen
-heb je van ouders gekregen.
-Fenotype = hoe een eigenschap eruitziet
bijvoorbeeld:
voor de eigenschap oogkleur bestaan verschillende
fenotypes: blauw, groen, bruin
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Fenotype
Voor sommige eigenschappen kan je het fenotype veranderen.
Fenotype wordt bepaald door erfelijke eigenschappen én omgeving.
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Chromosomenkaart
-Alle chromosomen uit 1 cel.
-Gerangschikt in paren.
-Bij de mens 23 paren
-Geslachtschromosomen: het chromosomenpaar dat het geslacht bepaalt.
XX, XY bij mensen.
Slide 13 - Tekstslide
Waar zitten je cellen?
A
Voornamelijk in je organen.
B
Overal in je lichaam.
C
Voornamelijk in je hersenen.
D
Alleen in je weefsel.
Slide 14 - Quizvraag
Waardoor wordt je fenotype beïnvloed?
A
genotype
B
omgeving
C
jezelf
D
zowel A, B als C
Slide 15 - Quizvraag
Wat is de beste omschrijving van chromosomen?
A
erfelijke eigenschappen
B
genen
C
opgerold DNA
D
opgerolde sliertjes in de celkern
Slide 16 - Quizvraag
Wat is de beste omschrijving van het genoom.
A
Alle genen op je chromosomen samen
B
Al het DNA aanwezig in het lichaam
C
Heel het genotype samen
D
Heel het fenotype samen
Slide 17 - Quizvraag
Waar in de cel bevinden zich de chromosomen?
A
In het cytoplasma.
B
In de celkern.
C
In het DNA.
Slide 18 - Quizvraag
Slide 19 - Tekstslide
Genotype
Voor iedere eigenschap heb je 2 genen.
(op beide chromosomen van het paar 1)
Die vormen samen je genotype voor een eigenschap.
Slide 20 - Tekstslide
Hoeveel paar chromosomen heeft elke mens in zijn cellen?
A
23
B
46
Slide 21 - Quizvraag
Thijn heeft bij de supermarkt zaden van een moestuinplantje gekregen. Hij besluit de zaden in de potjes met grond te doen en geeft ze regelmatig water. De zaadjes ontkiemen en het plantje gaat groeien. Op het moment dat de zaadjes ontkiemen verandert het genotype van het plantje.
A
juist
B
onjuist
Slide 22 - Quizvraag
Een gen is een deel van een chromosoom met de erfelijke informatie voor één erfelijke eigenschap.
A
juist
B
onjuist
Slide 23 - Quizvraag
Hiernaast zie je een deel van de chromosomenkaart van een mens.
Je ziet hier een deel van de chromosomen van een jongen.