Herhaling meervouden -en en -s

1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
  • Wat weet je nog van meervouden op -s en 's?
  • Huiswerk (opdracht 4 en 6, blz. 125) bespreken
  • Oefeningen maken in LessonUp

Slide 2 - Tekstslide

Antwoorden opdracht 4 (blz. 125)

Slide 3 - Tekstslide

Antwoorden opdracht 6 (blz. 125)

Slide 4 - Tekstslide

Wat weet je nog van meervouden met -s of -'s?

Slide 5 - Tekstslide

Meervoud op -s
  • Meervoud -s:
De -s schrijf je eraan vast als dat geen probleem oplevert voor de uitspraak.
Vb. kamers, tantes, bureaus, kanaries, dominees, logés

Slide 6 - Tekstslide

Meervoud op 's
  • Meervoud 's:
De 's schrijf je om uitspraakproblemen te voorkomen. 
De 's schrijf je bij afkortingen.
Vb. havo's, wc's, tv's, WK's 

De 's schrijf je in woorden die eindigen op: Ik hOU vAn Ys
Vb. bikini's, auto's, accu's, lama's, jury's 

Slide 7 - Tekstslide

Meervoud op -s
  • Meervoud -s:
De -s schrijf je bij woorden die eindigen op twee of drie klinkers die samen één klank vormen.

Vb. milieu -> milieus, etui -> etuis

Slide 8 - Tekstslide

Het meervoud van biervat
A
biervatten
B
biervaten

Slide 9 - Quizvraag

Wat is het meervoud van abonnee?
A
abonnee's
B
abonnees

Slide 10 - Quizvraag

Wat is het meervoud van
genie?
A
genieën
B
geniën

Slide 11 - Quizvraag


Meervoud van kiwi
A
kiwis
B
kiwi's
C
kiwies
D
kiewies

Slide 12 - Quizvraag

Wat is het meervoud van lolly?
A
lollys
B
lolly's

Slide 13 - Quizvraag

Het meervoud van porie
A
pories
B
poriën
C
porieën

Slide 14 - Quizvraag

meervoud van kalf
A
kalfen
B
kalven
C
kalveren
D
heeft geen meervoud

Slide 15 - Quizvraag

Wat is het meervoud van melodie?
A
melodies
B
melodie's
C
melodiën
D
melodieën

Slide 16 - Quizvraag

Het meervoud van duo
A
duos
B
duo's

Slide 17 - Quizvraag

Meervoud
A
caloriën
B
calorieën

Slide 18 - Quizvraag

Meervoud
A
dominee's
B
dominees

Slide 19 - Quizvraag

meervoud van
werkdag
A
werkdaagen
B
werkdagen
C
werkdaggen
D
werkdaags

Slide 20 - Quizvraag

Het meervoud van bacterie is...
A
bacterieën
B
bacterieen
C
bacteriën
D
bacterien

Slide 21 - Quizvraag

Meervoud
A
garages
B
garage's

Slide 22 - Quizvraag

Het meervoud van ACCU is
A
accu's
B
accus
C
accuus
D
accuu's

Slide 23 - Quizvraag

Het meervoud van SKI is
A
skies
B
ski's
C
skie's
D
skis

Slide 24 - Quizvraag

Meervoud
A
pianos
B
pianoos
C
piano's
D
pianoo's

Slide 25 - Quizvraag

Wat is het meervoud van havo?
A
havo's
B
havos

Slide 26 - Quizvraag

meervouden

Wat is het meervoud van idee?
A
idees
B
ideeen
C
ideeën
D
ideën

Slide 27 - Quizvraag

Wat is het meervoud van
KAAS
A
kaazen
B
kazen
C
kaasen
D
kasen

Slide 28 - Quizvraag

Wat is het meervoud van
cowboy?
A
cowboyen
B
cowboy's
C
cowboys
D
cowboyn

Slide 29 - Quizvraag

Meervoud van slee
A
sleeën
B
sleën

Slide 30 - Quizvraag

Slide 31 - Tekstslide