Thema 5, basisstof 3 en 4

Thema 5, basisstof 3 en 4
5 minuten opstarten
Zometeen komt de uitleg, zorg ervoor dat je mee kan schrijven!
timer
5:00
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Thema 5, basisstof 3 en 4
5 minuten opstarten
Zometeen komt de uitleg, zorg ervoor dat je mee kan schrijven!
timer
5:00

Slide 1 - Tekstslide

Basisstof 3

Slide 2 - Tekstslide

De leerdoelen basisstof 3 :
  • Ik kan aan de hand van een afbeelding de volgende onderdelen van het oor aanwijzen: Oorschelp, gehoorgang, trommelvlies, oorsmeerkliertjes, trommelholte, gehoorbeentjes, slakkenhuis, gehoorzenwuw en buis van Eustachius
  • Ik kan aan de hand van een afbeelding 13 onderdelen van het oog benoemen
  • Ik kan de werking van het netvlies uitleggen met de termen staafjes en kegeltjes
  • Ik kan uitleggen wat de pupilreflex inhoudt
  • Ik kan uitleggen wat bij- en verziend is en weet welke lenzen er bij gedragen moeten worden

Slide 3 - Tekstslide

Oren
  • Geluiden zijn trillingen in de lucht
  • Deze komen aan bij je trommelvlies
  • Die brengt het door naar het slakkenhuis (gevuld met vloeistof)

Slide 4 - Tekstslide

Ogen
  • Via de pupil komt licht het oog binnen
  • Dit komt terecht op je netvlies en hier zitten zintuigcellen
  • De oogzenuw geleid de impulsen

Slide 5 - Tekstslide

Werking oog
  • Er zijn 2 typen zintuigcellen in het netvlies:
  • Staafjes: die onderscheiden contrast (verschil) donker en licht
  • Kegeltjes: deze onderscheiden kleuren

Slide 6 - Tekstslide

Pupilreflex
  • Er komt soms meer licht je oog in dan andere keren
  • Om het aantal licht gelijk te houden, past je pupil zich aan
  • Pupilreflex

Slide 7 - Tekstslide

Bijziend en verziend
  • Lenzen kunnen worden ondersteund door "glazen lensen"
  • Je kan verziend of bijziend zijn

Slide 8 - Tekstslide

Basisstof 4

Slide 9 - Tekstslide

De leerdoelen basisstof 4 :
  • Ik weet uit welke twee onderdelen het zenuwstelsel bestaat
  • Ik weet wat een klier is
  • Ik kan de bouw van zenuwcellen uitleggen en uittekenen
  • Ik weet hoe een zenuw er uit ziet en waar het uit bestaat
  • Ik weet 3 typen zenuwcellen op te noemen met hun functie
  • Ik weet wat een reflexboog is

Slide 10 - Tekstslide

Zenuwstelsel
  • Twee onderdelen:
  • Centrale zenuwstelsel (ruggenmerg en hersenen)
  • De zenuwen

Slide 11 - Tekstslide

Werking
  • Verwerkt prikkels vanuit de omgeving
  • Maakt er impulsen van
  • Er wordt een reactie gemaakt bij een spier of klier
  • Een klier produceerd bepaalde stoffen

Slide 12 - Tekstslide

Zenuwcellen
  • Bestaan uit een cellichaam
  • En uit uitlopers die heel lang kunnen zijn
  • Één zenuw bestaan uit duizenden uitlopers

Slide 13 - Tekstslide

3 typen
  • Gevoelszenuwcellen: Van zintuigcellen naar centrale zenuwstelsel
  • Bewegingszenuwcellen: Van centrale zenuwstelsel naar spier of klier
  • Schakelcellen: verbinden de andere twee

Slide 14 - Tekstslide