A blauwe tong – blokjespatroon – kaal hoofd – oorbellen – piercings – zwarte baard
B aantrekkelijk – belachelijk – eng – lelijk – mooi – walgelijk
Slide 3 - Tekstslide
A blauwe tong – blokjespatroon – kaal hoofd – oorbellen – piercings – zwarte baard
B aantrekkelijk – belachelijk – eng – lelijk – mooi – walgelijk
De woorden uit A zijn dingen die je kunt zien, die zijn er.
De woorden uit B zijn meningen, dat kun je van de mannen vinden.
Slide 4 - Tekstslide
Een feit is iets waarvan je kunt controleren of het waar of onwaar is:
– Het Paleis op de Dam staat in Amsterdam.
– Het Paleis op de Dam heeft een knaloranje voordeur.
Slide 5 - Tekstslide
Een feit is iets waarvan je kunt controleren of het waar of onwaar is:
– Het Paleis op de Dam staat in Amsterdam.
– Het Paleis op de Dam heeft een knaloranje voordeur.
De eerste zin is een voorbeeld van een waar feit; de tweede zin is een voorbeeld van een onwaar feit. Je kunt beide feiten controleren door naar de Dam in Amsterdam te gaan.
Slide 6 - Tekstslide
Een mening of standpunt is wat iemand van iets vindt. Met iemands mening kun je het eens of oneens zijn. Een mening herken je soms (maar lang niet altijd!) aan signaalwoorden als ik vind, volgens mij, lijkt mij, naar mijn mening, mijns inziens.
Slide 7 - Tekstslide
Als iemand zegt waaróm hij een bepaalde mening heeft, gebruikt hij een argument.
Slide 8 - Tekstslide
Een argument herken je aan signaalwoorden als want, omdat, namelijk en immers:
– Je zou dat blauwe jasje aan moeten doen naar het Lentefeest. (= mening) Dat staat je namelijk geweldig! (= argument)
Slide 9 - Tekstslide
apps.noordhoff.nl
Slide 10 - Link
Bevatten de volgende zinnen een feit of een mening? 1. Veel dunne mensen hebben mijns inziens een eetprobleem.
A
feit
B
mening
Slide 11 - Quizvraag
Bevatten de volgende zinnen een feit of een mening? 2. In het reglement staat: ‘Ben je te laat, meld je dan bij de conciërge.’
A
feit
B
mening
Slide 12 - Quizvraag
Bevatten de volgende zinnen een feit of een mening? 3. Merijn leest nooit in de boeken die zijn moeder uit de bibliotheek haalt.
A
feit
B
mening
Slide 13 - Quizvraag
Bevatten de volgende zinnen een feit of een mening? 4. Souhail had precies een half uur nodig om zijn haar in model te brengen.
A
feit
B
mening
Slide 14 - Quizvraag
Bevatten de volgende zinnen een feit of een mening? 5. Amsterdam is de hoofdstad van Nederland.
A
feit
B
mening
Slide 15 - Quizvraag
Bevatten de volgende zinnen een feit of een mening? 6. Den Haag moet volgens Ali de hoofdstad van Nederland worden.
A
feit
B
mening
Slide 16 - Quizvraag
Wat is in deze zin het signaalwoord van een mening? Veel dunne mensen hebben mijns inziens een eetprobleem.
Slide 17 - Open vraag
Wat is in deze zin het signaalwoord van een mening? Den Haag moet volgens Ali de hoofdstad van Nederland worden.