WOB les 6-6

Observeren
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
AnatomieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Observeren

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Stappenplan observatie
  1. De aanleiding
  2. Het observatiedoel en de vraagstelling
  3. Concreet gedrag 
  4. Observatie categorieën
  5. Observatiemethode
  6. Plaats en tijd
  7. Algemene gegevens

Slide 3 - Tekstslide

Observatiemethode (stap 5)
Een manier om planmatig en doelgericht te observeren

4 hoofdgroepen:
1. Participerend/gestructureerd
2. Participerend/ongestructureerd
3. Niet-participerend/gestructureerd
4. Niet-participerend/ongestructureerd

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Wat betekent dit?
Participerend:  je neemt zelf deel aan de situatie
Niet-participerend:  je bent toeschouwer (onopvallend aanwezig)
Gestructureerd: je weet precies wat je gaat observeren en volgens welk systeem
Niet-gestructureerd: er ligt niet vast hoe je gaat observeren, je maakt van je aantekeningen later een verslag

Slide 6 - Tekstslide

Welke vorm van
observeren zie je in
de afbeelding hiernaast?
A
Niet-participerend
B
Participerend

Slide 7 - Quizvraag

Welke vorm van observeren
zie je in de afbeelding
hiernaast?
A
Participerend
B
Niet-participerend

Slide 8 - Quizvraag

Opdracht
Bedenk samen bij elk van deze 4 methodes een voordeel en een nadeel, 
Je krijgt ongeveer 5 min. 


Voordeel
Nadeel
Participerend
Niet- participerend
Gestructureerd
Ongestructureerd

Slide 9 - Tekstslide

Het is belangrijk om zo onopvallend mogelijk aanwezig te zijn
A
participerend
B
niet participerend

Slide 10 - Quizvraag

je kunt direct waarnemingen registreren
A
participerend
B
niet participerend

Slide 11 - Quizvraag

je doet zelf mee in de situatie die je wil observeren
A
participerend
B
niet participerend

Slide 12 - Quizvraag

Je krijgt een behoorlijk compleet beeld van wat er gebeurt
A
gestructureerd
B
ongestructureerd

Slide 13 - Quizvraag

je weet precies wat je gaat observeren
A
gestructureerd
B
ongestructureerd

Slide 14 - Quizvraag

Je observeert systematisch en doelgericht
A
gestructureerd
B
ongestructureerd

Slide 15 - Quizvraag

Wat voor hulpmiddelen zijn er voor een observatie?

Slide 16 - Woordweb

Hulpmiddelen (stap 5)
  • Onewayscreen  of observatiescherm
  • Pen en papier
  • Camera
  • Spel/speelgoed
  • Stopwatch/ telefoon

Slide 17 - Tekstslide

6. Het tijdstip
  • Continue observeren
  • Bepaalde gebeurtenissen observeren (Event sampling/ turfsysteem)
  • Op bepaalde momenten observeren (Time sampling /interval systeem)
  • Een combinatie van bovengenoemde

Slide 18 - Tekstslide

Stappenplan observatie
  1. De aanleiding
  2. Het observatiedoel en de vraagstelling
  3. Concreet gedrag 
  4. Observatie categorieën
  5. Observatiemethode
  6. Plaats en tijd
  7. Algemene gegevens

Slide 19 - Tekstslide