weten wanneer je gebruik kunt maken van combinaties
weten wat het verschil is tussen een combinatie en een permutaties
weten wat de schrijfwijze is van een combinatie
weten hoe je je gr moet gebruiken bij combinaties
hw controle t/m 24
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4
In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
4.2 2/3 combinaties
doel:
weten wanneer je gebruik kunt maken van combinaties
weten wat het verschil is tussen een combinatie en een permutaties
weten wat de schrijfwijze is van een combinatie
weten hoe je je gr moet gebruiken bij combinaties
hw controle t/m 24
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Jullie krijgen zo meteen 5 vragen (opdracht 26 hw)
je kunt kiezen bij de antwoorden
A combinatie
B permutatie
het is de bedoeling dat je per vraag aangeeft of het om een combinatie gaat (volgorde is NIET van belang) of dat het om een permutatie gaat (volgorde is WEL van belang)
Slide 7 - Tekstslide
Uit een klas worden 6 leerlingen gekozen om boodschappen te doen voor het schoolfeest
A
combinatie
B
permutatie
Slide 8 - Quizvraag
in een klas worden vijf bioscoopbonnen verloot
A
combinatie
B
permutatie
Slide 9 - Quizvraag
een vereniging kiest uit haar leden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester
A
combinatie
B
permutatie
Slide 10 - Quizvraag
uit een top 10 stel je een eigen top 3 samen
A
combinatie
B
permutatie
Slide 11 - Quizvraag
van 500 leerlingen komen er 300 naar het schoolfeest
A
combinatie
B
permutatie
Slide 12 - Quizvraag
Bij kansvragen stel je altijd eerst de volgende vraag:
is de volgorde van belang
ja: permutatie of fuculteit (als je alles gebruikt)
nee: combinatie
Daarna ga je de som pas uitrekenen.
denk daarbij aan de juiste schrijfwijze
Slide 13 - Tekstslide
schrijfwijze
permutatie: aantal= berekenening= antwoord
(gr kies Math - prob - Nr 2)
Faculteit: aantal= getal!=
( gr: kies Math- Prob - Nr 4)
combinatie =
Slide 14 - Tekstslide
huiswerk
maak de opdrachten t/m 31
Stel jezelf iedere keer de vraag of de volgorde wel of niet van belang is. Alleen met die beginvraag kun je dit soort vragen correct oplossen