AANHEF: We maken onderscheid tussen een brief sturen naar een persoon van wie je naam weet of zonder naam.
Zonder naam: Dear Sir/Madam, (geachte heer/mevrouw,)
Slide 2 - Tekstslide
Opbouw
AANHEF:
Als je weet naar wie je schrijft, bijvoorbeeld meneer/mevrouw Janssen, dan dien je deze achternaam wel te vermelden in de aanhef.
Dear Mr Janssen,
of.....
Slide 3 - Tekstslide
Opbouw
AANHEF:
Mevrouw Janssen kun je op drie verschillende manieren schrijven: Dear Mrs Janssen > gehuwde vrouw Dear Miss Janssen > ongehuwde vrouw Dear Ms Janssen > als je niet weet of de vrouw gehuwd of ongehuwd is. > altijd goed!
Slide 4 - Tekstslide
Inhoud brief
Vervolgens ga je de inhoud van de brief schrijven. In de opdracht staan alle inhoudselementen die je in jouw brief dient te verwerken. Verwerk ze allemaal en neem ze ook letterlijk over.
Vink ze af van de opdracht, zodat je geen enkel inhoudselement vergeet. Let hierbij op grammatica en spelling.
Slide 5 - Tekstslide
Opbouw
Afsluiting
Voor je afsluit, gebruik je vaak een afsluitende zin. Deze zin is altijd goed: I hope to hear from you soon (Ik hoop snel van u te horen).
Vaak staat een afsluitende zin ook als inhoudselement beschreven.
Slide 6 - Tekstslide
Opbouw
Afsluiting
Na de afsluitende zin sla je een witregel over en dan volgt de afsluiting. Yours faithfully, (hoogachtend) > altijd goed. Wanneer je de naam van de ontvanger niet weet. Yours sincerely, / Sincerely, > wanneer je de naam van de ontvanger weet.
Slide 7 - Tekstslide
Voorbeeld afsluiting
Yours faithfully,
(handtekening) > wel een handtekening plaatsen.
Inge Lamers
Houd witregels tussen de afsluiting, handtekening en naam.
Slide 8 - Tekstslide
Hulpmiddel!
Je mag een woordenboek Nederlands - Engels gebruiken dit SE (een papieren woordenboek of course). Staat in het PTA beschreven, dus vergeet deze niet mee te nemen van huis!
Slide 9 - Tekstslide
Afkortingen
Het is niet toegestaan om afkortingen te gebruiken in een zakelijke brief. Schrijf alle woorden volledig op.
Afkortingen
I'm > I am You're > You are We're done with > We are done with
Slide 10 - Tekstslide
Chat-taal
Gebruik geen chat-taal / straattaal in een zakelijke brief.
I am gonna > I am going to U > You Wanna > want to
Slide 11 - Tekstslide
Grammaticale fouten brief 2010
Houd je taalgebruik netjes en formeel
Inhoudselement 5
Vraag naar de mogelijkheid om ..
Mogelijk antwoord
I want to book a tour through your television studios.
Mogelijk antwoord
I would like to book a tour through your television studios.
Slide 12 - Tekstslide
Woordvolgorde
En denk aan de Engelse woordvolgorde: Wie? - Doet? - Wat/Wie? - Waar? - Wanneer?
Ibought fresh orange juiceat the marketyesterday.
Plaats komt voor tijd > patat toetje ezelsbruggetje.
Slide 13 - Tekstslide
Valkuilen
Denk hierbij aan valkuilen zoals:
valkuil 1
A / An A > woorden die in de uitspraak met een medeklinker begint. An> woorden die in de uitspraak met een klinker beginnen.
Valkuil 2
To / Too to > voorzetsel 'naar' of voor een werkwoord too > vertaling 'te' of 'ook'
Valkuil 3
Their / There / They're Their = hun. bezit aangeven. There = daar. They're = zij zijn
Valkuil 4
Man/Men Woman / Women Man / Woman = man/vrouw enkelvoud Men / Women = mannen en vrouwen (meervoud).