3.3 Lezen - les 1

Welkom!
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom!

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
-Nakijken 2.6 opdr. 11
-Begin maken met 3.3 Lezen

Slide 2 - Tekstslide

2.6 Kijken en Luisteren
In deze paragraaf leer je:
• wat een documentaire is;
• wat een discussieprogramma is;
• hoe je aantekeningen maakt terwijl je kijkt of luistert.

Slide 3 - Tekstslide

Opdracht 11
Gebruik je aantekeningen en beantwoord de vragen bij opdracht 11.

Slide 4 - Tekstslide

3.3 Lezen
In deze paragraaf leer je:
  • wat een betogende tekst is;
  • kritisch lezen;
  • het tekstverband oorzaak-gevolg herkennen.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Betogende tekst
In leerjaar 1 leerde je dat de schrijver van een betogende tekst zijn mening geeft en die verdedigt met argumenten. ‘Betogen’ betekent ‘met bewijzen aantonen’ en dat is precies wat de schrijver doet. Hij wil de lezer ervan overtuigen dat zijn mening juist is.

 

Voorbeelden van betogende teksten zijn: opiniestuk, ingezonden brief, beoordeling, boekbespreking, filmrecensie, klachtenbrief.

Slide 7 - Tekstslide

Betogende tekst
Veel betogen hebben een driedeling:
• inleiding: de schrijver noemt het onderwerp en geeft daarover zijn mening;
• kern: de schrijver geeft argumenten voor zijn mening;
• slot: de schrijver trekt een conclusie of vat het belangrijkste samen.

De hoofdgedachte van een betogende tekst bestaat uit de mening van de schrijver, meestal gevolgd door zijn belangrijkste argument.

Slide 8 - Tekstslide

Argument en tegenargument
Of een schrijver de lezer in een betoog overtuigt, wordt bepaald door de argumenten bij zijn mening. Hoe beter de argumenten zijn, hoe groter de kans is dat de lezer het met hem eens zal zijn.


Een argument is informatie waarmee de schrijver wil bewijzen dat hij gelijk heeft, dat zijn mening juist is. Een argument kan zowel een feit als een mening zijn.

Slide 9 - Tekstslide

Argument en tegenargument
Om de lezer te overtuigen, moet de schrijver geloofwaardige argumenten gebruiken. Daarnaast kan een schrijver zich verdiepen in de tegenargumenten voor zijn standpunt. 

Een tegenargument is een argument van iemand met een andere mening over hetzelfde onderwerp. In een betoog kan de schrijver dit tegenargument benoemen en vervolgens weerleggen. Daardoor zal zijn betoog nog meer overtuigen.

Slide 10 - Tekstslide

Lezen tekst 1
Vul het schema op blz 175 in.

Slide 11 - Tekstslide

Lezen tekst 2
Maak opdracht 6 en 7.

Klaar? opdracht 9 en 10

Slide 12 - Tekstslide