Klas 1GTH unit 1 to be + vocab

Klas 1GTH unit 1 to be + vocab

Vul de juiste vorm van 'to be' in:

He ____ very funny.

1. am
2. is
3. are
4. be

Vul de juiste vorm van 'to be' in:

The shoes ____ white.

1. am
2. is
3. are
4. be

Vul de juiste vorm van 'to be' in:

Susan _____ good at tennis.

1. am
2. is
3. are
4. be

Vul de juiste vorm van 'to be' in:

His T-shirts ____ cool.

1. am
2. is
3. are
4. be

Schrijf de juiste vorm van 'to be' op:

I ________ convinced. (not)

Schrijf de juiste vorm van 'to be' op:

_____ they in the house?

Schrijf de juiste vorm van 'to be' op:

_____ Maggie your friend?

Schrijf de Engelse vertaling op:

bril

Schrijf de Engelse vertaling op:

steil

Schrijf de Engelse vertaling op:

vaak

Schrijf de Engelse vertaling op:

beschrijven

Schrijf de Engelse vertaling op:

geschiedenis

Schrijf de Engelse vertaling op:

stil, rustig

De stof van vorige week ging .....

1. nog niet zo goed, ik moet nog meer oefenen
2. aardig, sommige dingen gingen goed, andere ga ik oefenen
3. heel goed. Ik had veel geleerd en kon de vragen beantwoorden
4. ik heb niet geleerd en geen opdrachten gemaakt