Les 10 Feedback formatief + schrijven van goede zinnen
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 3
In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 70 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
By examining the concept of the Hero's Journey across different settings and genres, students will not only gain a deeper appreciation for literary traditions worldwide but also reflect on the universal human experiences that connect us all.
Slide 2 - Tekstslide
Lekker lezen!
timer
10:00
Slide 3 - Tekstslide
Agenda
1. Lezen - 10 min (ik check Numo op 4 uur gewerkt)
2. Feedback op je tekst
3. Aan de slag: oefenen met samengestelde zinnen
Op tafel: laptop, pen, papier, leesboek
Slide 4 - Tekstslide
Nog 4 lessen
Vandaag oefenen met het maken van goede zinnen.
Vrijdag leren over de 'hero's journey'
Na de vakantie: ophalen leesvaardigheid, schrijven over 'hero's journey' aan de hand van je leesboek
Slide 5 - Tekstslide
Je leert deze les:
...... van je gemaakte nieuwsartikel en voorbeelden van anderen
... goede zinnen te maken......
Slide 6 - Tekstslide
Leerdoelen Nederlands
Fictie: helden en schurken/
perspectief/setting: reis van de held
Documentaires en films: kijk- en luisterstrategieën
Schrijven met schrijfplan: informatieve teksten
Leesstrategieën herkennen en toepassen + samenvatten.
Slide 7 - Tekstslide
Module 2 - MYP3
Statement of inquiry
In stories all over the world and across genres, characters who encounter obstacles and start a queeste to find universal solutions or answers to questions, become heroes in different settings and style.
Slide 8 - Tekstslide
Learner Profile
Slide 9 - Tekstslide
Feedback algemeen
- Afwisseling van hoofdletters en kleine letters onduidelijk.
- Niet alle W5H in Lead of inleiding.
- Zinnen soms erg kort of juist te lang: gebruiken van voegwoorden.
- Alinea's ook in kern toepassen: deed niet iedereen
- Lessonup met informatie hoe een artikel te schrijven weinig gebruikt.
Slide 10 - Tekstslide
Voorbeelden
Welke is geschreven door leerling, door mij en door AI?
Geef feedback (zie volgende slide) op de teksten
Slide 11 - Tekstslide
Let op
Worden in de lead en het middenstuk de juiste vragen beantwoord?
Staat er een titel boven het nieuwsbericht?
Is de lead in de voltooide tijd?
Is het objectief geschreven?
Staan de hoofdletters op de juiste plaats?
Heeft het middenstuk 2 alinea's?
Hebben de alinea's een kernzin?
Zijn er verbindingswoorden gebruikt?
Let op taalverzorging: hoofdletters, interpunctie en (werkwoord)spelling.
Slide 12 - Tekstslide
Kijk naar je eigen werk: wat kan jij beter doen?
Slide 13 - Open vraag
Agenda
1. Lezen - 10 min (ik check Numo op 4 uur gewerkt)
2. Feedback op je tekst
3. Aan de slag: oefenen met samengestelde zinnen
Op tafel: laptop, pen, papier, leesboek
Slide 14 - Tekstslide
Spelregels
GEEN AI (heb je op proefwerk ook niet)
Wel Google, oude Lessonups
Slide 15 - Tekstslide
Maak een samengestelde zin met de volgende woorden: hoofdpersoon - lopen- fietsen - landschap Verzin zelf wel voegwoord je gebruikt. De zin moet minimaal 12 woorden lang zijn.
Slide 16 - Open vraag
Maak een samengestelde zin met de volgende woorden: buiten - schijnen - temperatuur - zwemmen. Verzin zelf wel voegwoord je gebruikt. De zin moet minimaal 12 woorden lang zijn.
Slide 17 - Open vraag
Maak een samengestelde zin met de volgende woorden: reis - tegenslag - overwinnen - terugkeren Verzin zelf wel voegwoord je gebruikt. De zin moet minimaal 12 woorden lang zijn.
Slide 18 - Open vraag
HOOFDZIN + HOOFDZIN
Twee hoofdzinnen kun je aan elkaar verbinden met een nevenschikkend voegwoord.
Dit zijn: en, want, maar en of.
HOOFDZIN + BIJZIN
Een hoofd- en een bijzin kun je aan elkaar verbinden met een onderschikkend voegwoord.
Er zijn veel onderschikkende voegwoorden, zoals: omdat, zodat, doordat, als, dan, hoewel, tenzij, terwijl, toen, of.
Slide 19 - Tekstslide
Signaalwoorden voegen zinnen samen
Tekstverband: Signaalwoord:
voorbeeld zo, zoals, bijvoorbeeld
reden/ argument want, omdat, daarom
conclusie/ standpunt dus, kortom, dan ook
Slide 20 - Tekstslide
Wat is goed?
A
het oud opatje
B
het oude opaatje
C
de oude opaatje
Slide 21 - Quizvraag
Wat is goed?
A
de portemonnee, die ik gevonden heb
B
het portemonnee, dat ik gevonden heb
C
de portemonnee dat ik gevonden heb
Slide 22 - Quizvraag
Signaalwoorden (uitleg)
Tekstverband: Signaalwoord:
Opsomming en , ook, vervolgens, ten eerste, ten tweede, etc.
Tijd allereerst, daarna, daarvoor, eerst, later, aanvankelijk, tijdens
Slide 23 - Tekstslide
Wat is goed in een geschreven tekst?
A
Me opa komt me vanmiddag ophalen
B
Mijn opa komt me vanmiddag ophalen
C
M'n opa komt me vanmiddag ophalen
Slide 24 - Quizvraag
Wat is goed?
A
Deze winkel, maar dat winkel
B
Die winkel, maar dit winkel
C
Deze winkel, maar die winkel
D
Die winkel, maar dat winkel
Slide 25 - Quizvraag
Deze, die, dit en dat
Het -woorden => dit (dichtbij), dat (ver weg)
Het huis, dit huis, dat huis
De-woorden => deze (dichtbij), die (ver weg)
De school, deze school, die school
Slide 26 - Tekstslide
Je hebt geleerd:
...... van je gemaakte nieuwsartikel en voorbeelden van anderen
... goede zinnen te maken......
Slide 27 - Tekstslide
Numo
Leerplan werkwoord-spelling
Werken met Numo .
Slide 28 - Tekstslide
Wat moet jij nog verbeteren als het gaat om het schrijven van een nieuwsartikel?