Voorkennis test H1.1

• Scheikunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Voorkennistest

Wat weet jij nog van vorig jaar?

Waar of niet waar?
C-14 en N-14 zijn isotopen van elkaar.

1. Waar
2. Niet waar

Waar of niet waar?
Isotopen zijn atomen met een lading.

1. Waar
2. Niet waar

Welke hoort er niet bij?
Deze atomen komen altijd of in verbinding of twee-atomig voor.

1. Br
2. H
3. F
4. C

Wat is het ezelsbruggetje dat je hebt geleerd voor 'atomen die nooit alleen mogen zijn'?

Geef aan of de gegeven molecuulformules ontleedbare of niet-ontleedbare stoffen weergeven.

Ontleedbaar

Niet-ontleedbaar

Cl₂

H₂O

C₅H₁₂

Fe

Fe₂O₃

Waar bevinden protonen zich in een atoom?

1. Kern
2. Elektronenschillen

Welk soort deeltje zit er naast protonen in de atoomkern.

Hoeveel elektronen zitten er maximaal in een L-schil?

1. 2
2. 18
3. 8
4. 10

Maak de volgende reactievergelijking kloppend:

... C₂H₈ (g) + ... O₂ (g) -> ... CO₂ (g) + ... H₂O (g)

Wat voor type verbranding zie je in de volgende reactievergelijking:

 C₂H₈ (g) + 4 O₂ (g) ->  2 CO₂ (g) + 4 H₂O (g)

1. Onvolledige verbranding
2. Volledige verbranding

Waar vind je de gegevens om aantal protonen, aantal elektronen en aantal neutronen te weten te komen.

Massagetal

Atoomnummer

Aantal protonen

Aantal neutronen

Aantal elektronen

Waar of niet waar?
Metalen kunnen altijd stroom geleiden.

1. Waar
2. Niet waar

Waar of niet waar?
Zouten kunnen altijd stroom geleiden.

1. Waar
2. Niet waar

Waar of niet waar?
Moleculaire stoffen kunnen altijd stroom geleiden.

1. Waar
2. Niet waar

Sleep de molecuulformules naar de juiste type stoffen.

Metalen

Zouten

Moleculaire stoffen

Au

C₆H₁₂O₆

Al₂O₃

Waar of niet waar?
Atomen willen graag 8 elektronen in hun buitenste schil hebben en gaan daartoe bindingen aan.

1. Waar
2. Niet waar

Hoe noem je de configuratie waar atomen naar streven en die inhoud dat een atoom 8 elektronen in de buitenste schil heeft?

Stel de kloppende reactievergelijking op bij de volgende beschrijving:

Vloeibaar 2-propaanthiol (C₃H₈S) wordt verbrand. Hierbij ontstaat water, koolstofdioxide en zwaveldioxidegas.

Antwoord vorige vraag

C₃H₈S(l) + 6 O₂ (g) → 3 CO2 (g) + 4 H₂O (l) +SO₂ (g)