3M H4.1 en H4.2 en H4.3 HUI

3M H4.1 en H4.2 en H4.3
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

3M H4.1 en H4.2 en H4.3

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
Leerdoelen voorkennis
Terugkijken
Uitleg en voorbeelden
Leerdoelen 4.1 en 4.2 en 4.3




Daarna aan het werk met je eigen leerroute voor deze WEEK: H4.2: 12,T, 13,15,16,17, 18,T, 20, 22, 23, 25 en
H4.3: 26, T, 28, 30, 31, 32, 35, T, 36 t/m 40, 42.

Slide 2 - Tekstslide

H4 Voorkennis Leerdoelen 
Voorkennis Afronden


□ Jij weet hoe je wiskundig moet afronden
□ Jij weet hoe je met (contact) geld moet afronden
□ Jij weet hoe je met grote getallen moet afronden
□ Jij weet hoe je verstandig (aangepast aan de situatie) moet afronden







Slide 3 - Tekstslide

Waar denk je aan bij statistiek?

Slide 4 - Woordweb

Wat is statistiek
Het verzamelen van gegevens.
Deze gegevens vervolgens sorteren, conclussies trekken en de gegevens beknopt weergeven.

Slide 5 - Tekstslide

Gegevens verzamelen
Je kunt op verschillende manieren gegevens verzamelen.
1. Telling
2. Steekproef

Slide 6 - Tekstslide

Telling

Informatie kun je tellen:

-Gemeente: geboortes, sterfgevallen...

-Scholen: 3e klas leerlingen, dyslecten...

-Aantal 15 jarige in Nederland..
-Mensen met bruine ogen

Slide 7 - Tekstslide

Steekproef

Informatie verzamelen


vb. Hoeveel mensen gebruiken er social media in NL?


Je vraagt dan een klein
deel van NL om zijn mening

Slide 8 - Tekstslide

Steekproef voorwaarden

De steekproef moet representatief zijn

-mannen en vrouwen

-jong en oud

-alle provincies

-autochtoon en allochtoon

-juiste verhouding

Doe je dit dan heb je een representaiteve steekproef

Slide 9 - Tekstslide

H4.1 Leerdoelen 
H4.1 Informatie


□ Jij (her)kent een telling of een steekproef
□ Jij weet wat representatief betekent
□ Jij kan een conclusie trekken bij een telling of een steekproef
□ Jij kan gegevens uit tabellen en teksten aflezen en verwerken.





Slide 10 - Tekstslide

Uitleg
Op verschillende manieren kun je informatie verzamelen:
  • Telling: je telt bijvoorbeeld hoeveel baby’s er in een jaar geboren zijn of je telt hoeveel jongens/meiden er op school zitten.
  • Steekproef: je vraagt of leerlingen Instagram gebruiken of je vraagt de mening van jongeren over het coronabeleid. Iedereen bevragen is dan te gek, dus je bevraagt een representatieve groep jongeren
  • Representatieve groep: Je bevraagt alle jongens/meiden van diverse leeftijden, uit alle provincies (houd rekening met de hoeveelheid mensen in een provincie, verhouding moet goed zijn), autochtoon en allochtoon, enz.

Slide 11 - Tekstslide

  • Als je informatie hebt verzameld, ga je de gegevens analyseren. Je kijkt dan naar de resultaten en gaat deze verwerken (in een tabel of diagram).

  • Hierna trek je een conclusie. Aan de hand van de conclusie kunnen beslissingen genomen worden.

Slide 12 - Tekstslide

Voorbeeldopgave
Het NIBUD heeft in 2012/2013 (3876 scholieren) en 2016 (3079 scholieren) een onderzoek gedaan naar de inkomsten en uitgaven van jongeren. Hiernaast zie je een tabel met inkomsten van middelbare scholieren.

Slide 13 - Tekstslide

Is dit een telling of steekproef?
A
Telling
B
Steekproef
C
Geen van beide

Slide 14 - Quizvraag

Wat betekenen
de getallen in
de 1e en 4e
kolom?

Slide 15 - Open vraag

Welke conclusie
kun je trekken?

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Tekstslide

Samengesteld staafdiagrammen

Slide 18 - Tekstslide

Cirkeldiagrammen

Slide 19 - Tekstslide

Covid cijfers 12-01-2022

Slide 20 - Tekstslide

Covid cijfers 12-01-2022

Slide 21 - Tekstslide

Covid cijfers

Slide 22 - Tekstslide

H4.2
Wat weet jij over
een gemiddelde?

Slide 23 - Woordweb

H4.2 Leerdoelen 
H4.2 Gemiddelde
□ Jij kan een (gewogen) gemiddelde berekenen
□ Jij rekent bij opgaven met een deelstreep eerst de bovenkant en onderkant uit, voordat je gaat delen.
□ Jij kan een gemiddelde berekenen bij een (frequentie)tabel.
□ Jij schrijft altijd eerst het tussenantwoord op (met drie decimalen en stipjes) en rond daarna pas af.
□ Jij kan gegevens in klassen verdelen en die in een tabel verwerken
□ Jij kan een gemiddelde berekenen bij klassenmiddens berekenen.












Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Gemiddelde in tabel
Gemiddelde in een tabel
Bereken het gemiddelde aantal huisdieren.

Slide 26 - Tekstslide

Gemiddelde in tabel
Gemiddelde in een tabel
Bereken het gemiddelde aantal huisdieren.

Stap 1: Bereken het totaal aantal leerlingen.

8+5+3+4=20

Slide 27 - Tekstslide

Gemiddelde in tabel
Gemiddelde in een tabel
Bereken het gemiddelde aantal huisdieren.

Stap 2: Bereken het totaal aantal huisdieren.

08+15+23+34=23

Slide 28 - Tekstslide

Gemiddelde in tabel
Gemiddelde in een tabel
Bereken het gemiddelde aantal huisdieren.

Stap 3: Maak de deling.

8+5+3+408+15+23+34=2023=1,15=1,2

Slide 29 - Tekstslide

Gemiddelde in tabel
Centrummaten
Gemiddelde = cijfers optellen : aantal cijfers 
Deze gebruik je ook bij het gemiddelde van een frequentietabel. Gemiddelde=Som van de waarnemingsgetallen : totale frequentie
Modus = getal dat het meeste voorkomt (denk aan mode) ("Modus is alleen of geen!")
Mediaan = Getallen op volgorde van klein naar groot 
(denk aan medium).
- bij oneven aantal getallen ->het middelste getal
- bij even aantal getallen -> gemiddelde v/d middelste 2 getallen
Doe (aantal cijfers + 1) : 2 om op het gevraagde getal te komen.

Slide 30 - Tekstslide

H4.3 Leerdoelen 
H4.3 modus en mediaan


□ Jij (her)kent de modus en kan hem uitleggen.
□ Jij kan bij een even aantal getallen de mediaan berekenen
□ Jij kan bij een ONeven aantal getallen de mediaan berekenen
□ Jij kan de modus bepalen en mediaan berekenen uit een staafdiagram
□ Jij kan de modus bepalen en mediaan berekenen uit een tabel.
□ Jij kan een frequentietabel maken bij een staafdiagram.
















Slide 31 - Tekstslide

Modus

De modus is het getal dat het meeste voorkomt.

LET OP: Als er meer getallen het meeste voorkomen, bestaat de modus niet!

Modus is alleen of geen!

Slide 32 - Tekstslide

Mediaan 1/2 ONEVEN

De mediaan is het middelste getal, als alle getallen van klein naar groot staan.

LET OP: Het is belangrijk om te kijken of er een oneven of even aantal getallen zijn!

ONEVEN Hierboven staan 9 getallen (oneven).
De mediaan is het (9+1): 2 = 5e getal 
Mediaan = 6

Slide 33 - Tekstslide

Mediaan 2/2 EVEN

De mediaan is het middelste getal, als alle getallen van klein naar groot staan.

LET OP: Het is belangrijk om te kijken of er een oneven of even aantal getallen zijn!

EVEN  Hierboven staan 10 getallen (even).
De mediaan is het gemiddelde van het 5e en 6 getal. 
Mediaan = (6+7) : 2 = 6,5 *
* 6,5 staat niet bij de getallen!

Slide 34 - Tekstslide

Welk aantal is de modus
A
5
B
12
C
7
D
Is er niet

Slide 35 - Quizvraag

de modus is:
A
het middelste getal
B
het getal dat het meeste voorkomt
C
het gemiddelde
D
het gewogen gemiddelde

Slide 36 - Quizvraag

Wat is de modus van deze frequentietabel?
A
10
B
8
C
11
D
is er niet

Slide 37 - Quizvraag

Wat is de modus?
A
0
B
0, 2 en 4
C
Er is geen modus

Slide 38 - Quizvraag

Wat is de
mediaan?
A
5
B
7
C
6
D
9

Slide 39 - Quizvraag

De mediaan is...
A
De middelste
B
De meest voorkomende

Slide 40 - Quizvraag

Bepaal de mediaan
A
14
B
28
C
Geen van alle

Slide 41 - Quizvraag

Modus en mediaan uit diagram
Hoe je dat doet zie je in het volgende filmpje.

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Video

Staafdiagram en centrummaten

Slide 44 - Tekstslide

Hoe vaak is er in klas B2F
een 8 voor Engels
gehaald?
A
1x
B
9x
C
3x
D
11x

Slide 45 - Quizvraag

Bereken het gemiddelde
cijfer voor Engels
in klas B2F.
A
gemiddelde = 6,82
B
gemiddelde = 7,02
C
gemiddelde = 6,72
D
gemiddelde = 6,92

Slide 46 - Quizvraag

Bepaal de modus
en bereken de mediaan
A
modus = 6 mediaan = 6
B
modus = 6 mediaan = 7
C
modus = 7 mediaan = 6
D
modus = 7 mediaan = 7

Slide 47 - Quizvraag

Weet jij nu wat centrummaten zijn?
😒🙁😐🙂😃

Slide 48 - Poll

Weektaak
Nu aan het werk (eigen leerroute) voor deze WEEK: H4.2: 12,T, 13,15,16,17, 18,T, 20, 22, 23, 25 en
H4.3: 26, T, 28, 30, 31, 32, 35, T, 36 t/m 40, 42. 










Zelf thuis afmaken en nakijken (met een andere kleur) en verbeteren.
Vragen ???
Heb je nog vragen ? Stel ze nu.

Slide 49 - Tekstslide