De arbeidsmigrant
Iemand die naar een ander land gaat om daar te werken.
De vluchteling
Iemand die gevlucht is voor oorlog, een natuurramp, geweld of vervolging.
De repatriant
Mensen die naar hun vaderland terugkeren.
Emigreren
Uit een land vertrekken om in een ander land te gaan wonen.
De gezinshereniging
Verhuizing van de gezinsleden van een immigrant die zich al eerder in een land had gevestigd.