Blok 1: Migratie en de Europese Unie

Migratie en de EU
Media, blok 1 - les 1
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Migratie en de EU
Media, blok 1 - les 1

Slide 1 - Tekstslide

Welkom! 

Een nieuw boek: 'Media' (leerwerkboek 11), aan de slag met blok 1: Migratie en de Europese Unie

Wat gaan we vandaag doen? 
  • Woordweb: wat weet je al van het onderwerp?
  • Informatie MIGRATIE: bladzijde 11 t/m 13
  • Zelfstandig werken: Opdr. 1, 2, 3, 5, 6, 7, 8, 9, 10
Vandaag! les1

Slide 2 - Tekstslide

1. Migratie

Slide 3 - Woordweb

Nederland is een multiculturele samenleving, oftewel: een samenleving waarin mensen uit veel culturen samenleven, dit komt door migratie

Migratie / migreren: verhuizen naar een ander land. 
Emigreren: (ex) je verlaat het land (Van NL naar VS). 
Immigreren: (in) je komt het land in (Van VS naar NL). 
Zou jij willen migreren? Waarheen? Wat zijn daar de aantrekkingsfactoren? Wat zijn in Nederland de afstotingsfactoren? 

Slide 4 - Tekstslide

Begrippenlijst deel 1
De arbeidsmigrant
Iemand die naar een ander land gaat om daar te werken.
De vluchteling
Iemand die gevlucht is voor oorlog, een natuurramp, geweld of vervolging.
De repatriant
Mensen die naar hun vaderland terugkeren.
Emigreren
Uit een land vertrekken om in een ander land te gaan wonen.
De gezinshereniging
Verhuizing van de gezinsleden van een immigrant die zich al eerder in een land had gevestigd.









Slide 5 - Tekstslide

  • Arbeidsmigranten (werk) hebben in eigen land te weinig of geen werk, of een te laag inkomen. Vroeger waren dit vooral mannen uit landen rondom de Middellandse Zee, tegenwoordig komen ze uit Midden- en Oost-Europa. Ook gezinshereniging: familieleden van de arbeiders komen naar NL. 
  • Vluchtelingen zijn asielzoekers. Zij zijn gevlucht voor oorlog, geweld, natuurrampen en zoeken veiligheid.
  • Repatrianten: inwoners van oude koloniën: Suriname, Antillen, Indonesië. Zij keren terug naar hun vaderland.
Waarom migreren mensen naar Nederland?

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Repatriant- keert terug naar vaderland.
Vluchteling- vlucht voor geweld, armoede, oorlog, natuurrampen of vervolging.
Gastarbeider- krijgt werk in ander land.

Slide 8 - Sleepvraag

  • -KBL Maak opdracht 1,2,3 +5,6,7+ 8,9,10.
  • -BBL Maak opdracht 1,8,10 + 12,13, 14,18.
  • Maak begrippenlijst af.
Einde instructie deel 1
Huiswerk deel 1 migratie

Slide 9 - Tekstslide

Les 2. Wat is migratie ook alweer?

Slide 10 - Woordweb

Les 2: Redenen om te migreren
1975: Suriname onafhankelijk (welke groep is dat?)
2015: Oorlog Midden-Oosten (welke groep is dat?)

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Veel Surinaamse immigranten
In 1975 werd Suriname onafhankelijk van Nederland.
Tussen 1970 en 1980 vertrokken 300.000 Surinamers naar Nederland.

Slide 13 - Tekstslide

Migratie werelddeel Afrika
Al honderden jaren migreren mensen uit Afrika naar Europa. Dat was vroeger seizoenswerk. Maar omdat de landsgrenzen nu dicht zijn proberen mensen illegaal naar Europa te reizen. Zij blijven vooral in Zuid Europa. Dat zijn de landen waar zij aankomen na hun overtocht.
 Waarom willen veel mensen uit Afrika weg?

Slide 14 - Tekstslide

Er komen dus gezinnen naar Europa. Het zijn grotendeels vluchtelingen, dat zijn mensen die gevlucht zijn voor oorlog, natuurrampen, geweld of vervolging
Wanneer ze naar NL komen, moeten zij asiel aanvragen --> verblijfsvergunning. Als dit wordt afgewezen, moeten zij terug naar hun thuisland.
https://vluchtelingen.eo.nl/

Slide 15 - Tekstslide

Begrippenlijst deel 2
De multiculturele samenleving
Samenleving waarin mensen met verschillende culturele achtergronden met elkaar leven.
Het visum
Bewijs van toestemming dat je een land binnen mag komen.
Het asiel
Opvang of bescherming van buitenlanders die in hun eigen land vervolgd worden of gevaar lopen. 
De Europese Unie
Organisatie waarin veel Europese landen economisch en politiek samenwerken. Het doel is vrede en welvaart voor alle Europeanen.






















Slide 16 - Tekstslide

  • Maak opdracht 5,6,7.
  • Maak begrippenlijst af.
Einde instructie deel 2
Huiswerk deel 2 migratie

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video


Hoe komt het dat deze kinderen zo lang in Nederland
kunnen blijven zonder verblijfsvergunning te krijgen?

Slide 19 - Open vraag


Hoe kijk jij tegen deze situatie aan? Vind je het wel of niet terecht dat deze kinderen in deze situatie terecht zijn gekomen?

Slide 20 - Open vraag

Iemand die van Amerika, Afrika of Azië naar Europa wil, kan niet zomaar een vliegticket kopen. Zij hebben een visum nodig, dit is een bewijs dat je het land binnen mag. Hierdoor reizen Afrikanen vaak over land en zee. 
MIGREREN

Slide 21 - Tekstslide

Na het winnen van WOII door de geallieerden, lag Europa in puin. Om vrede en welvaart in Europa te herstellen, bedacht de VS een plan: het Marshallplan

De VS gaf landen in Europa geld om de schade van de oorlog te herstellen, en om te voorkomen dat Rusland meer macht kreeg in Europa. 
Ook Duitsland kreeg geld. Als het in alle landen namelijk goed gaat met de economie (welvaart), zijn de mensen tevreden. En als de mensen tevreden zijn dan komt er geen oorlog. En met dat geld gingen de Europese landen weer spullen kopen van Amerika! 
MARSHALLPLAN

Slide 22 - Tekstslide

Verenigde Staten
Duitsland
Frankrijk
GELDLENING
Herstelbetalingen
KOPEN SPULLEN AMERIKA

Slide 23 - Tekstslide

 3  Europa
Hoeveel landen liggen in Europa? 
We hebben wel 744 miljoen inwoners!

Slide 24 - Tekstslide

Hoeveel landen liggen in Europa?

Slide 25 - Open vraag

Hoeveel landen liggen in Europa? 
Op het continent Europa liggen wel 50 landen! Er wonen hier 744 miljoen inwoners.

Slide 26 - Tekstslide

 EU versus Europa
Hoeveel landen in Europa zijn lid van de Europese Unie?

Slide 27 - Tekstslide

27 landen lid van Europese Unie
België; Bulgarije; Cyprus; Denemarken; Duitsland; Estland; Finland; Frankrijk; Griekenland; Hongarije; Ierland; Italië; Kroatië;
Letland; Litouwen; Luxemburg; Malta; Nederland; Oostenrijk; Polen; Portugal; Roemenië; Slovenië; Slowakije; Spanje;Tsjechië;
Zweden.

Slide 28 - Tekstslide

Nooit meer oorlog! Om dit te bereiken stichtten zes landen uit Europa de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS), samen maakte zij afspraken over de productie van kolen en staal, twee belangrijke producten voor wapens. Door samen te werken waren ze van elkaar afhankelijk. Dan maak je niet snel ruzie. Dus voorkom je oorlog.
Al snel werd de EGKS, de EEG (1957) en later de Europese Unie (1993). 
EUROPESE UNIE: GEEN OORLOG MAAR SAMENWERKEN

Slide 29 - Tekstslide

De Europese Unie is opgericht om oorlog te stoppen. Maar tegenwoordig zijn er nog 2 bijgekomen:
1. VREDE (samenwerken zorgt dat je geen oorlog krijgt)
2. VRIJHEID & VEILIGHEID (je mag overal naartoe maar de politie werkt in alle landen samen) 
3. WELVAART (armoede stoppen: landen helpen elkaar zodat er overal werk is en alle landen goede wegen en ziekenhuizen kunnen bouwen)
3 doelen van de Europese Unie! 

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

Door aan die doelen te werken mogen we in alle 27 landen hetzelfde zonder dat je tol betaalt of de grens wordt gecheckt, namelijk:

  • Vrij verkeer van producten 
  • Vrij verkeer van mensen 
  • Vrij verkeer van diensten
  • Vrij verkeer van geld
De Europese Unie! 

Slide 32 - Tekstslide

In eerste instantie was het voornaamste doel natuurlijk nooit meer oorlog! Maar hoe zien de doelen van de Europese Unie er nu uit? 

  • Vrede: oorlogen voorkomen door vrijheden en samenwerking. 

  • Veiligheid en veiligheid: samenwerken om inwoners veilig te houden, inwoners mogen gaan en staan waar zij willen! 

  • Welvaart: armere lidstaten helpen! 
Zijn de doelen nog hetzelfde?

Slide 33 - Tekstslide

Samen werken!
KGT blz 10 t/m 17

Slide 34 - Tekstslide

Migratie is het zelfstandig naamwoord. Wat is het werkwoord dat bij migratie hoort?
A
Migrateren
B
Migreren
C
Migraten
D
Migriteren.

Slide 35 - Quizvraag

Hoe noem je de migratie van mensen uit Suriname die in Nederland komen wonen?
A
Repatriant
B
Kettingmigratie
C
Gezinshereniging

Slide 36 - Quizvraag

Wat is migratie?
A
Verhuizen binnen eigen land.
B
Varen op een boot met een groep mensen.
C
Verhuizen naar een ander land.
D
Vluchten voor een natuurramp.

Slide 37 - Quizvraag

Repatriant- keert terug naar vaderland.
Vluchteling- vlucht voor geweld, armoede, oorlog, natuurrampen of vervolging.
Gastarbeider- krijgt werk in ander land.

Slide 38 - Sleepvraag

Wat is geen doel van de EU?
A
welvaart voor iedereen
B
vrede
C
vrijheid en veiligheid
D
werkgelegenheid voor iedereen

Slide 39 - Quizvraag

De EU heeft open binnengrenzen. Wat houdt dit in?
A
de EU is een land en geen samenwerking
B
vrij verkeer van personen en goederen

Slide 40 - Quizvraag

17. Wat is juist over ‘vrij verkeer van personen en goederen’ in de EU?
A
EU-inwoners hoeven geen paspoort (of ID-pas) te hebben om binnen de EU te reizen.
B
EU-inwoners mogen in een ander EU-land gaan wonen
C
Iedereen mag naar de EU komen om spullen te kopen en verkopen.
D
Iedereen mag de EU in- en uitreizen, met handbagage.

Slide 41 - Quizvraag

Waar of niet waar?

In de EU is er sprake van vrij verkeer van personen.
Dat betekent dat mensen binnen de EU morgen werken waar ze willen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 42 - Quizvraag

Wat zijn de gevolgen van vrij verkeer van goederen?
A
Kopers kunnen producten uit alle EU-landen halen
B
Door een vrij verkeer van goederen is er minder keus in de winkels.
C
Door een vrij verkeer van goederen is er meer concurrentie.
D
Door een vrij verkeer van goederen worden producten steeds duurder.

Slide 43 - Quizvraag

Hoeveel lidstaten heeft de Europese Unie?
A
32
B
19
C
27
D
40

Slide 44 - Quizvraag