7: inleiding, kern, slot

4H - Cursus Leesvaardigheid 
Les7 van 12
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4-6

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

4H - Cursus Leesvaardigheid 
Les7 van 12

Slide 1 - Tekstslide

4 Inleiding, kern, slot

Slide 2 - Tekstslide

Lesinhoud
  • Vragen n.a.v. vorige les? 
  • De leerdoelen
  • We nemen de theorie door van paragraaf 4
  • Je maakt de opdrachten 1      t/m 7 van paragraaf 4

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen § 4
  1.  Ik weet wat de functie is van een heldere indeling in inleiding, kern en slot in teksten.
  2. Ik kan me oriënteren op de indeling van een tekst en ik kan inleiding, kern en slot herkennen.
  3. Ik kan in mijn eigen woorden omschrijven op welke manier een tekst is ingedeeld en bijzonderheden met betrekking tot de inleiding en het slot omschrijven.

Slide 4 - Tekstslide

En dat geldt ook
voor teksten!

Slide 5 - Tekstslide

Teksten bestaan meestal uit drie delen
  • Inleiding
  • Kern (middenstuk) 
  • Slot

Elk tekstdeel heeft zijn eigen functie en opbouw

Slide 6 - Tekstslide

Wat zijn de twee functies van de inleiding, wat weet je al?
timer
0:30

Slide 7 - Open vraag

De inleiding (2)
Introduceert het onderwerp: 
  • je maakt kennis met het onderwerp en soms de hoofdgedachte
  •  je krijgt een idee van hoe de tekst in elkaar zit 
  •  geeft een idee van de tekstsoort
  •  manieren: bijv: een of meer vragen stellen, voorbeeld geven,  mening of  probleemstelling verkondigen, etc. 


Slide 8 - Tekstslide

De inleiding (1)
Trekt de aandacht :
  • je maakt de lezer nieuwsgierig en 'lokt' hem je tekst in
  • manieren, bijv: geschiedenis, anekdote, actualiteit, belang van de lezer


Slide 9 - Tekstslide

De kern
  • = 'het middenstuk'
  • bevat uitwerking onderwerp in deelonderwerpen
  • dit zijn behapbare, samenhangende brokjes informatie
  • deelonderwerpen kern sluiten (in goede tekst) aan op inleiding
  • is ingedeeld in hoofdstukken, paragrafen en alinea's  (afhankelijk van omvang tekst)
  • (tussen)kopjes, witregels en signaalwoorden zorgen voor overzicht en samenhang
        
       

Slide 10 - Tekstslide

Het slot
  • Afronding van je tekst
        >maakt de strekking van je tekst krachtiger en helder
        > bijv. door vraag uit inleiding te beantwoorden, samenvatting te geven,                hoofdgedachte te noemen of conclusie te trekken
  • Nog iets meegeven aan lezer (bij activerende tekst: bijv. aanmoedigen          tot bepaalde handeling: 'ga morgen dus stemmen!') of zorgen dat                  verhaal beter blijft hangen (uitsmijter of 'cirkel rond' met inleiding)

Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag!
Maak vraag 2 t/m 7 p. 42/43 OB in je oefenboek, deze bespreken we a.h. einde van de les

Slide 12 - Tekstslide

Bespreken  vraag 2 t/m 7

Slide 13 - Tekstslide

Leerdoelen § 4
  1.  Ik weet wat de functie is van een heldere indeling in inleiding, kern en slot in teksten.
  2. Ik kan me oriënteren op de indeling van een tekst en ik kan inleiding, kern en slot herkennen.
  3. Ik kan in mijn eigen woorden omschrijven op welke manier een tekst is ingedeeld en bijzonderheden met betrekking tot de inleiding en het slot omschrijven.

Slide 14 - Tekstslide

In hoeverre heb jij het idee dat je deze leerstof hebt begrepen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Poll

Huiswerk
  • Neem TB p. 60 en 61 door en schrijf de vragen die je daarover wilt stellen in de les op

Volgende les
We oefenen met de theorie van  par. 4 d.m.v. vragen over een langere leestekst

Slide 16 - Tekstslide