Betoog les 1: Standpunt/mening en argumenten


Schrijven: betoog
Les 1: 
Standpunt/mening 
&
Argumenten 
 
Nederlands H1 - P2 - 2021-2022
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les


Schrijven: betoog
Les 1: 
Standpunt/mening 
&
Argumenten 
 
Nederlands H1 - P2 - 2021-2022

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen 
De komende periode werken we aan het onderdeel schrijven.

Je leert ...
... wat een schrijfplan is en hoe je een schrijfplan maakt.
... wat een betoog is en hoe je een betoog schrijft met behulp van een schrijfplan.





Slide 2 - Tekstslide

Aan het einde van deze les weet je …

... wat een betoog is.
… wat een standpunt/mening is.
.... wat argumenten zijn.




Slide 3 - Tekstslide

Wat is een betoog
Een betoog is een overtuigende tekst

In een betoog geef je jouw mening over een onderwerp. 

Met argumenten probeer je de lezer te overtuigen van jouw mening


Slide 4 - Tekstslide

De toets (3x)

Je krijgt 3 onderwerpen waaruit je mag kiezen.
Over 1 van de onderwerpen schrijf je een betoog. 
Het betoog schrijf je in de les op de computer.

Je betoog bestaat uit 5 alinea’s: inleiding (1), kern (3), slot (1)
Iedere alinea heeft minimaal 5 regels. Het slot mag wat korter zijn (3 regels)

Slide 5 - Tekstslide

Warming-up
Er verschijnt een stelling op het scherm.
  • Ben je het met de stelling eens, dan ga je staan.
  • Ben je het met de stelling oneens, dan blijf je zitten.

Denk goed en serieus na over jouw mening en jouw argumenten

De docent vraagt een aantal leerlingen waarom zij het eens of oneens zijn met de stelling.

Slide 6 - Tekstslide

Spelregels

Luister goed naar elkaar en reageer alleen als dat gevraagd wordt.

Steek je vinger op als je wilt reageren.

Slide 7 - Tekstslide

Stelling 1  

Er moeten energiedrankjes worden verkocht in de kantine van het ATC.  

Eens? Ga staan
Oneens? Blijf zitten

Slide 8 - Tekstslide

Stelling 2

Het luisteren van muziek is niet meer toegestaan tijdens de lessen.

Eens? Ga staan
Oneens? Blijf zitten

Slide 9 - Tekstslide

Stelling 3

Telefoons moeten in het kluisje worden gelegd bij de start van de schooldag.

Eens? Ga staan
Oneens? Blijf zitten

Slide 10 - Tekstslide

Stelling 4

Het dragen van een uniform moet verplicht worden op het ATC.

Eens? Ga staan
Oneens? Blijf zitten

Slide 11 - Tekstslide

Stelling 5

Er mag gegeten en gedronken worden tijdens alle lessen.

Eens? Ga staan
Oneens? Blijf zitten

Slide 12 - Tekstslide

Mening/standpunt en argumenten

Mening/standpunt Wat je ergens van vindt. Een ander kan het hier (on)eens mee zijn. Ik vind het ATC een fijne school.

Argumenten Met argumenten leg je uit waarom je iets vindt.
Op het ATC luisteren de docenten goed naar de leerlingen.  


Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag!
Opdracht Benoem het standpunt/de mening en het argument. 

Voorbeeld Programmeren moet een verplicht vak worden op de middelbare school, want programmeren is de toekomst.

Standpunt Programmeren moet een verplicht vak worden op de middelbare school. 
Argument Programmeren is de toekomst. 

Slide 14 - Tekstslide

Aan de slag!
Log in bij LU.

Ga naar: Betoog les 1
Ga naar: slide 16

Maak de opdrachten.

Slide 15 - Tekstslide

Benoem de stelling en het argument.

Oude mensen moeten elk jaar opnieuw rijexamen doen. Mijn opa is bijvoorbeeld een gevaar op de weg.

Slide 16 - Open vraag

Benoem de stelling en het argument.

Je kunt beter niet naar houseparty’s gaan, want housemuziek is slecht voor je gehoor.

Slide 17 - Open vraag

Benoem de stelling en het argument.

Volgens mij moet je die webcam niet kopen. In een test van de consumentenbond werd hij heel slecht beoordeeld.

Slide 18 - Open vraag

Benoem de stelling en het argument.

Ik ben in de pauze van de film weggegaan. Ik vond er helemaal niets aan.

Slide 19 - Open vraag

Benoem de stelling en het argument.

Door de drukte kunnen we bijna niet oversteken. In het centrum zouden auto’s verboden moeten worden.

Slide 20 - Open vraag

Benoem de stelling en het argument.

Windenergie is niet meer nodig, omdat er andere alternatieven zijn.

Slide 21 - Open vraag

Benoem de stelling en het argument.
Reclamespotjes voor leningen moeten verboden worden, want jongeren lenen veel te gemakkelijk geld voor luxeartikelen.

Slide 22 - Open vraag

Benoem de stelling en het argument.

Dierentuinen moeten verboden worden, want het is zielig voor de dieren.

Slide 23 - Open vraag

Benoem de stelling en het argument.

Cosmetische chirurgie moet verboden worden, omdat het duur is en de patiënt onnodig risico loopt.

Slide 24 - Open vraag

Benoem de stelling en het argument.

Huiswerk moet in de les gemaakt worden, want thuis hebben scholieren andere bezigheden.

Slide 25 - Open vraag

Tot slot

Een aantal vragen om te checken of je de leerdoelen hebt behaald.

Beantwoord de vragen op de volgende slides. 
Hiermee rond je deze les af. 

Slide 26 - Tekstslide

Tot slot

1. Ik weet wat een stelling is.
A
Ja
B
Nee

Slide 27 - Quizvraag

Tot slot:

2. Ik weet wat argumenten zijn.
A
Ja
B
Nee

Slide 28 - Quizvraag

Bedenk nu zelf een stelling en een argument.

Slide 29 - Open vraag

Einde van de les

Slide 30 - Tekstslide