samenvatting basiszorg 1 thema 2

Wat zijn functies van het spijsverteringskanaal?
1 / 20
volgende
Slide 1: Woordweb
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Wat zijn functies van het spijsverteringskanaal?

Slide 1 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is amylase?
A
Enzym dat vetten afbreekt
B
Enzym dat koolhydraten afbreekt
C
De dunne darm verplaatst het voedsel naar de endeldarm
D
Enzym dat water afbreekt

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dunne darm
Dikke darm
Lever
Alvleesklier
Endeldarm
Rectum
Slokdarm
Maag

Slide 3 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn functies van de dunne darm?
A
Vocht- en zoutterugresorptie.
B
Vertering via enzymen en transport van voedselresten.
C
Transport van vocht.
D
Aanmaken van enzymen voor vertering.

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

gezond voedingspatroon
belangrijke voorwaarden voor een goede gezondheid. Ons lichaam heeft voedingsstoffen nodig om te kunnen functioneren. Voedingsstoffen hebben als hoofdtaak:

leveren van energie;
opbouwen van de cellen voor groei en ontwikkeling;
herstel van de afbraak en voorkomen van ziektes;
allerlei interne regelsystemen in goede banen leiden.



Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

welke voedingsstoffen ken je?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is gezonder voor de mens, verzadigde vetten of onverzadigde vetten?
A
Verzadigde vetten
B
Onverzadigde vetten

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

verpleegkundige aandachtspunten
- geef de zorgvrager de kans om voor het eten de handen te wassen, was ook de eigen handen;

 -dien het eten smakelijk op, het is beter pas aan tafel het voedsel klein te snijden of fijn te maken, dus als de zorgvrager erbij is;
- roer gemalen eten niet door elkaar, maar vraag aan de zorgvrager hoe hij zijn eten wil nuttigen;
- bescherm de kleding van de zorgvrager;
- plaats de zorgvrager in een zo prettig mogelijke houding;
- geef de zorgvrager de gelegenheid voor de maaltijd te bidden;
blijf tijdens de maaltijd niet staan: de zorgvrager kan het gevoel krijgen dat hij moet opschieten;
ga op ooghoogte van de zorgvrager zitten en maak contact;
pas de snelheid van het eten geven aan het tempo van de zorgvrager aan;
plaats na de maaltijd de zorgvrager in de gewenste houding;
geef de zorgvrager de gelegenheid zijn handen, mond en gebit te reinigen;
geef de zorgvrager na het eten weer de gelegenheid voor een gebed.










Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

verpleegkundige aandachtspunten
- blijf tijdens de maaltijd niet staan: de zorgvrager kan het gevoel krijgen dat hij moet opschieten;

- ga op ooghoogte van de zorgvrager zitten en maak contact;
- pas de snelheid van het eten geven aan het tempo van de zorgvrager aan;
- plaats na de maaltijd de zorgvrager in de gewenste houding;
- geef de zorgvrager de gelegenheid zijn handen, mond en gebit te reinigen;
- geef de zorgvrager na het eten weer de gelegenheid voor een gebed.




Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Als verpleegkundige help je de zorgvrager die niet of moeizaam kan eten. Je streeft ernaar dat de maaltijd zo aangenaam mogelijk verloopt. met welke punten houd je rekening?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel uur houd je een vochtbalans bij?
A
8 uur
B
12 uur
C
16 uur
D
24 uur

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vochtbalans betekend?

A
Noteren wat de zorgvrager zelf opdrinkt
B
Noteren wat je de zorgvrager aanbied
C
Noteren hoeveel iemand urineert in de 24 uur
D
Noteren wat de verhouding tussen de vochtinname en de vochtuitscheiding

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geen reden om een vochtbalans bij te houden?
A
Diarree
B
Braken
C
Koorts
D
Afvallen

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

wat is een positieve vochtbalans?
A
meer vocht ingenomen dan uitgescheiden in 24 uur
B
meer vocht uitgescheiden dan ingenomen in 24 uur

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

een slechte huidturgor duidt op een positieve vochtbalans
A
juist
B
onjuist

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke voedingsproblemen kun je tegenkomen in de zorg?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Symptomen van voedingsproblematiek
  • Gebrek aan eetlust
  • Misselijkheid en braken
  • Brandend gevoel, Reflux
  • Diaree of obstipatie
  • Winderigheid
  • verslikken
  • ondervoeding

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ondervoeding kan leiden tot verschillende gezondheidsproblemen bij een zorgvrager. Wat is een gevolg van ondervoeding?
A
De zorgvrager herstelt langzamer na een ziekte.
B
De zorgvrager heeft een verminderde spiermassa.
C
De zorgvrager heeft een verminderde immunologische afweer.
D
Alle antwoorden zijn juist.

Slide 18 - Quizvraag

Ondervoeding heeft ernstige gevolgen voor de totale gezondheidstoestand van de zorgvrager. Het leidt tot langzamer herstel, meer en ernstigere complicaties, een verminderde spiermassa met als gevolg een afname van de algehele conditie en een verminderde hart- en longcapaciteit.
Ondervoeding vermindert de immunologische afweer en zorgt voor een verminderde wondgenezing, een verhoogde kans op de ontwikkeling van decubitus, een afname van de levenskwaliteit en een verhoogde mortaliteit. De genoemde complicaties van ondervoeding hebben onder andere een langere opnameduur (in een ziekenhuis) en een verhoogd gebruik van medicijnen tot gevolg, wat toename van kosten met zich meebrengt.
Welk screeningsinstrument kun je gebruiken om ondervoeding vast te stellen?
A
SNAQ-score
B
DOS-score
C
Vragenlijst
D
BMI-index

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Einde Lessonup
vragen?
maken edition opdrachten thema 2.6 en 2.7

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies