2M1 - 14 mei (zelfstandig)

2M1 - Donderdag 14 mei
Nodig:
- iPad
- Oortjes of koptelefoon
- Etui
- Werkboek §4.3
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

2M1 - Donderdag 14 mei
Nodig:
- iPad
- Oortjes of koptelefoon
- Etui
- Werkboek §4.3

Slide 1 - Tekstslide

Deze les:
  • Insturen huiswerk
  • Herhalingsvragen: §4.3
  • Nieuw: §4.3
  • Oefenvragen
  • Check les
  • Huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Huiswerk



Paragraaf 4.2
Opdracht 1 t/m 3

Woensdag 20 mei - 3e uur

Slide 3 - Tekstslide

Maak een foto van je huiswerk in je werkboek.
Zorg dat je alle vragen stuurt. Je mag meerdere foto's maken.

Slide 4 - Open vraag

Herhalingsvragen
Check vragen

Slide 5 - Tekstslide

Wat is de eerste face van de Holocaust?
A
Vernietiging
B
Uitsluiten
C
Concentreren
D
Discriminatie

Slide 6 - Quizvraag

Welk begrip?
'Bepaalde groepen mensen slechter worden behandeld dan anderen.'
A
Capitulatie
B
Antisemitisme
C
Discriminatie
D
Collaboratie

Slide 7 - Quizvraag

Antisemitisme
Kristallnacht
Rassenleer

Slide 8 - Sleepvraag

De rassenleer is een belangrijk kenmerk van het nationaal-socialisme.

Welke groep mensen hoort in de rassenleer NIET bij het 'minderwaardige ras'?
A
Zigeuners
B
Joden
C
de gekleurde bevolking in niet-westerse landen
D
Polen

Slide 9 - Quizvraag

NIEUW
4.3 "De holocaust"

Slide 10 - Tekstslide

Holocaust
Het vervolgen en de uiteindelijke moord door de nazi's op de joden tijdens de Tweede Wereldoorlog noemen we de Holocaust
Holocaust betekend 'brandoffer'. Omdat dit in de geschiedenis ook als een vrijwillig offer is gebruikt, gebruiken sommigen liever een andere naam.
Bijvoorbeeld Shoah of Sjoa. Dit betekend 'ramp. 
De J in het persoonsbewijs staat voor 'Joods'. 

Slide 11 - Tekstslide

Vier fasen
De holocaust kun je in vier verschillende fasen verdelen:
  • Discriminatie
  • Uitsluiten
  • Concentreren
  • Vernietiging

Slide 12 - Tekstslide

Fase 3

Concentreren
Getto's en kampen

Slide 13 - Tekstslide

Joodse wijken
Vanaf de Middeleeuwen werden joden gedwongen om in eigen wijken te wonen. In de Italiaanse stad Venetie woonden de joden in de wijk 'Ghetto Nuovo'. Hierkomt de bijnaam 'getto' vandaan. 

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden de joden verplicht om naar deze getto's te verhuizen. 
Fase 3

Slide 14 - Tekstslide

In de ghetto's en kampen was het leven zwaar. Er was te weinig woonruimte voor de  
duizenden joden die er moesten leven.

Slide 15 - Tekstslide

Vaak was er ook niet genoeg voedsel voor iedereen.
Een grote groep mensen overleed vanwege ondervoeding. Soms stierven zij op straat, waar zijn dagenlang bleven liggen. 

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Het leven was ook onzeker om dat soms delen ghetto moeten worden ontruimd. 
Joden moesten stel hun spullen pakken en werden naar concentratiekampen gebracht. 

Slide 18 - Tekstslide

Fase 4
Vernietiging
Uitroeiing van de Joden

Slide 19 - Tekstslide

SS groepen

In het begin van fase 4, worden de Joden neergeschoten. Een aantal SS groepen van het Duitse leger krijgen de opdracht om door Polen te trekken en zo veel mogelijk Joden te vermoorden.

Joden moeten hun eigen massagraf graven. Daarna worden ze op een rij doodgeschoten. Op deze manier worden er ongeveer 1 miljoen joden vermoord. 
Fase 4

Slide 20 - Tekstslide

Te duur...

Het neerschieten van alle joden vinden de Duitsers te lang duren en het is te duur. 

Er moet een betere, snellere en permanente oplossing komen...
Gaskamers. 



Fase 4
Zyklon-B Gas moet gebruikt worden om Joden op grote schaal te elimineren. (De eerste tests worden gedaan op Soviet gevangen)

Slide 21 - Tekstslide








Een in het geheim door het verzet gemaakte foto van 
vrouwen die naar een gaskamer lopen

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Al het bewijsmateriaal moeten worden vernietigd:
kleding, foto's én lichamen... 
In de crematoria werken de Joden die voorlopig aan de gaskamers ontkomen zijn.

Slide 24 - Tekstslide

De koffers van de vermoorde joden worden leeggehaald. Alles wat nog gebruikt kan worden wordt verzameld. Van de afgeknipte haren van gevangenen worden bijvoorbeeld matrassen gemaakt. 

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Aan het einde van de oorlog zijn er 6 miljoen Joden vermoord. 
Van de 110.000 Nederlandse Joden overleven maar 5000 de concentratie en vernietingskampen. 

Slide 27 - Tekstslide

Oefenvragen
Check vragen

Slide 28 - Tekstslide

Schrijf 3 dingen op die je
deze les hebt geleerd.

Slide 29 - Open vraag

Stel 1 vraag over iets dat je deze les
nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 30 - Open vraag

Huiswerk



Paragraaf 4.3
Opdracht 4 en 5

Woensdag 27 mei - 3e uur

Slide 31 - Tekstslide