H2 4.2 SPANNINGSBRONNEN

hst 4.2 "spanningsbronnen"
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

hst 4.2 "spanningsbronnen"

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen wat spanning is en hoe je spanning meet.
  • Je kunt het verschil tussen stroomsterkte en spanning uitleggen.
  • Je kunt de spanning berekenen als je batterijen in serie schakelt.
  • Je weet voor welke spanning de meeste huishoudelijke apparaten zijn ontworpen.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Voorbeelden van spanningsbronnen
- Batterij
- Accu
- Zonnepaneel
- dynamo

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Verschillende Spanningsbronnen
Verschillende spanningsbronnen

Slide 6 - Tekstslide

Andere spanningsbronnen

Slide 7 - Tekstslide

Soorten spanningsbronnen
Hoe werken die spanningsbronnen?

  • Batterij en accu;  chemische energie --> elektrische energie
  • Dynamo, turbine en generator; bewegings energie --> elektrische energie

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Voltmeter
  • Spanning meet je met een spanningsmeter. 
  • Een andere naam voor spanningsmeter is voltmeter.
  • Eenheid: volt (V)

Slide 10 - Tekstslide

voltmeter

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Video

Slide 18 - Tekstslide

Maak opdrachten paragraaf 2   1t/m7
timer
15:00

Slide 19 - Tekstslide

Waaruit bestaat een gesloten stroomkring?
A
spanningsbron-stroomdraden-lamp-
B
spanningsbron-lamp
C
spanningsbron-stroomdraden
D
spanningsbron

Slide 20 - Quizvraag

Wat is géén spanningsbron?
A
Dynamo
B
Batterij
C
Accu
D
Lampje

Slide 21 - Quizvraag

welk onderdeel levert elektriciteit?
A
stroomdraden
B
spanningsbron
C
lamp
D
schakelaar

Slide 22 - Quizvraag

Elektrische stroom vervoert elektrische energie. Hoeveel energie er wordt vervoerd, hangt af van de spanning en de stroomsterkte.
Hier staan vier uitspraken daarover. Welke uitspraak is waar?
A
Als je de stroom inschakelt, komt het vervoer van energie op gang.
B
Als je de stroom uitschakelt, is de spanning ook verdwenen.
C
Een hoge spanning vervoert evenveel energie als een lage spanning.
D
Hoe meer stroom er loopt, hoe minder energie er wordt vervoerd.

Slide 23 - Quizvraag

Ampère staat voor
A
spanning
B
druk
C
stroomsterkte

Slide 24 - Quizvraag

Eenheid van spanning
A
Ampere
B
Watt
C
Volt

Slide 25 - Quizvraag

Hoort deze uitspraak bij spanning of stroomsterkte?

Uitgedrukt in Volt
A
spanning
B
stroomsterkte

Slide 26 - Quizvraag

6 batterijen van 1,5 V worden op de juiste manier in serie geschakeld. dit levert een spanning op van:
A
0 V
B
1,5 V
C
4,5 V
D
9 V

Slide 27 - Quizvraag

Sleep de teksten die bij een spanningsbron horen naar het woord.
Spanningsbron
batterij
levert elektriciteit
heeft een plus en minpool
heeft een noord en zuidpool
stopcontact
dynamo
zorgt dat er stroom kan lopen
op de polen van de batterij staat stroom
op de polen van de batterij staat spanning

Slide 28 - Sleepvraag

Voorbeelden van spanningsbronnen zijn ....
A
batterij, dynamo, spoel
B
dynamo, elektromagneet, zonnecel
C
batterij, dynamo, zonnecel
D
batterij, zonnecel, elektromagneet

Slide 29 - Quizvraag

Slide 30 - Link

Slide 31 - Video

Slide 32 - Video