In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Elektriciteit
Verder met elektriciteit.
Slide 1 - Tekstslide
onderwerpen
spanning
wisselspanning
stroomsterkte
Slide 2 - Tekstslide
Spanning
Slide 3 - Tekstslide
Spanning is de sterkte van de spanningsbron.
Spanning = U
Eenheid = Volt = V
Je meet de spanning met een spanningsmeter/voltmeter
Een voltmeter sluit je altijd parallel aan
Slide 4 - Tekstslide
spanning
elektrische spanning heeft een eenheid die volt heet
grootheid: spanning
eenheid: volt (V)
Slide 5 - Tekstslide
Spanningsbron
Een spanningsbron zorgt dat er een stroom door een stroomkring gaat.
Niet elke spanningsbron heeft dezelfde spanning.
Bij een grotere spanning is de stroomsterkte ook groter.
Slide 6 - Tekstslide
Spanningsbronnen
- Elektriciteit wordt geleverd door een spanningsbron
Slide 7 - Tekstslide
Dynamo
As, spoel en magneet & lijkt op elektromotor.
As draait, en spoelen bewegen langs magneten en leveren elektrische spanning.
Meestal wisselspanning
Fiets dynamo licht brandt feller als je
sneller rijdt - draait sneller, hogere spanning.
Elektriciteitcentrale heeft een
hele grote dynamo (generator)
Slide 8 - Tekstslide
Spanning meten
Je kunt de spanning die op de batterij staat, controleren met een spanningsmeter. Je meet dan de spanning tussen de pluspool en de minpool van de batterij.
Een spanningsmeter wordt ook wel een voltmeter genoemd.
Slide 9 - Tekstslide
De spanning Noteer de eenheid van de spanning
A
Volt
B
Ampère
C
Ohm
D
Watt
Slide 10 - Quizvraag
Wat is spanning?
A
De kracht waarmee een batterij de elektronen rondpompt
B
Het aantal elektronen dat door een draad stroomt
C
Het aantal lampjes in een schakeling
D
Het aantal elektronen die in een batterij zitten
Slide 11 - Quizvraag
De spanning is ...
A
25 V
B
12,5 V
C
2,5 V
Slide 12 - Quizvraag
Spanning is een grootheid. Wat is het symbool voor spanning?
A
U
B
V
C
u
D
A
Slide 13 - Quizvraag
De spanningsmeter uit de afbeelding is aangesloten op een spanningsbron.
Hoeveel spanning levert deze spanningsbron?
A
25,5 V
B
12,75 V
C
2,55 V
Slide 14 - Quizvraag
Wisselspanning
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Video
wisselspanning
dit komt uit het stopcontact
de pluspool en de minpool wisselen razendsnel
de stroom wisselt steeds van richting
apparaten voor wisselspanning gaan kapot als er gelijkstroom opgezet wordt
apparaten voor gelijkspanning werken niet op wisselspanning
Slide 17 - Tekstslide
Wisselspanning en gelijkspanning
Gelijkspanning: Een batterij heeft een
+ en - symbool en levert gelijkspanning
Wisselspanning: Stopcontact wisselt
+ en - razend snel
Apparaat voor wisselspanning werkt niet op gelijkspanning.
Fiets dynamo levert wisselspanning.
Slide 18 - Tekstslide
Welke van de volgende spanningsbronnen levert wisselspanning?
A
dynamo
B
accu
C
zonnecel
D
batterij
Slide 19 - Quizvraag
De frequentie is het aantal wisselingen per seconde.
A
juist
B
onjuist
Slide 20 - Quizvraag
Stroomsterkte
Hoe meer elektronen door de draad per seconde, hoe hoger de stroomsterkte.
Symbool: I Eenheid: ampère (A)
Slide 21 - Tekstslide
stroomsterkte I
Ampere A
ezeltje
strekje
Slide 22 - Tekstslide
Stroomsterkte
Slide 23 - Tekstslide
Stroomsterkte
Slide 24 - Tekstslide
Stroomsterkte is
A
de energie per elektron
B
aantal elektronen per seconde
C
de energie per seconde
D
de moeilijkheid van de schakeling
Slide 25 - Quizvraag
De stroomsterkte Noteer de eenheid van de stroomsterkte
A
Volt
B
Ampère
C
Ohm
D
Watt
Slide 26 - Quizvraag
De stroomsterkte Noteer het symbool van de stroomsterkte