laatste les voor PO en SE


1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les


Slide 1 - Tekstslide

Laatste les
Nog onduidelijkheden over PO?
Nee?
Mooi
Dan gaan we nog een paar dingetjes oefenen voor het SE

Slide 2 - Tekstslide

ECG
Electro
cardio
gram

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

BINAS
84D2
De sinusknoop bepaalt het hartrimte

Slide 5 - Tekstslide

Hartinfarct: ST-segment is verhoogd. Rechts: ECG zonder afwijkingen.
De verhoging van het ST-segment ontstaat doordat een deel van de hartspier geen zuurstof meer krijgt als gevolg van het hartinfarct.

Slide 6 - Tekstslide

pijn op de borst (Angina pectoris)
ST-segment is verlaagd.

Slide 7 - Tekstslide

rust en inspanning
hart minuut volume = de hoeveelheid bloed weggepompt gedurende 1 minuut

Bij inspanning: 
de frequentie neemt toe
de kracht waarmee de kamers samentrekken neemt toe
het slagvolume van de kamers neemt toe

Slide 8 - Tekstslide

welk deel het ECG geeft het samentrekken van de boezems weer?
A
P
B
QRS
C
T
D
ST

Slide 9 - Quizvraag

Is het hartminuutvolume van de kleine bloedsomloop gelijk aan die van de grote bloedsomloop?
A
Nee
B
Alleen in rust
C
Ja, altijd
D
Geen idee

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de beste
Netflix-serie of film?

Slide 11 - Woordweb

Bij een hartinfarct sterft een deel van de hartspier af. In plaats daarvan komt dan littekenweefsel.
Kan iemand na een hartinfarct nog dezelfde inspanning leveren als daarvoor?
A
Nee, want het maximale hartminuutvolume gaat omlaag
B
Ja, want het maximale hartminuutvolume wijzigt niet
C
Nee, want de maximale hartslagfrequentie gaat omlaag
D
Ja, want de maximale hartslagfrequentie wijzigt niet

Slide 12 - Quizvraag


Kun je het hartminuutvolume uitrekenen?
A
Ja, dit is slagvolume x hartslagfrequentie
B
Nee
C
Ja, nu je het zegt
D
Jawel, maar niet uit dit plaatje

Slide 13 - Quizvraag

Lymfe(vatenstelsel)

Slide 14 - Woordweb

weefselvloeistof en lymfe

Slide 15 - Tekstslide

Bloedplasma,
weefselvloeistof,
lymfe
Bloedplasma, weefselvloeistof, lymfe

Slide 16 - Tekstslide

Weefselvloeistof
bloedplasma
Lymfe

Slide 17 - Tekstslide

Lymfe versus Bloed

Slide 18 - Tekstslide

Iemand heeft resus-positief (Rh+) bloed.
Welk antigeen heeft hij op de buitenkant van zijn rode bloedcellen?
Kan hij resus-antistof maken?
A
wel resus-antigeen wel resus-antistof
B
wel resus-antigeen geen resus-antistof
C
geen resus-antigeen wel resus-antistof
D
geen resus-antigeen geen resus-antistof

Slide 19 - Quizvraag

Anja heeft bloedgroep 0+

Welke antistoffen tegen bloedgroepantigenen heeft Anja in haar bloed?
A
alleen anti-resus
B
alleen anti-A en anti-B
C
zowel anti-A, anti-B als anti-resus

Slide 20 - Quizvraag

Bloedgroepen

Slide 21 - Tekstslide

Bloedtransfusie
Bloedgroepen

Slide 22 - Tekstslide

Succes!
SUCCES!

Slide 23 - Tekstslide