Werkwoordspelling (verleden tijd)

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Je kent en herkent een persoonsvorm in de verleden tijd;
Je kunt de persoonsvorm in de verleden goed spellen.

Wat weet je nog?


Theorie: de verleden tijd

Oefenen met de verleden tijd

Zelfstandig leren

Afsluiting en vooruitblik

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

juist
onjuist
In de tegenw. tijd kijk je naar de laatste letter van de stam voor het toepassen van 't Kofschip
Als 'je' achter de persoonsvorm staat, gebruik je de ik-vorm.
In de tegenwoordige tijd voeg je nooit een d toe achter de stam
De stam is hetzelfde als de ik-vorm

Slide 4 - Sleepvraag

Hoe herken je de verleden tijd in een zin?

Welke opties heb je qua vervoegen in de verleden tijd?

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Is het de persoonsvorm? Ja
Is het de verleden tijd? Ja

Slide 7 - Tekstslide

Is het de persoonsvorm? Ja
Is het de verleden tijd? Ja
Is het een sterk werkwoord?
Is het een zwak werkwoord?

Slide 8 - Tekstslide

sterk werkwoord
(klankverandering)
zwak werkwoord
(klank blijft gelijk)
zwemmen
duiken
buigen
werken
varen
bakken
lachen
durven
houden
verhuizen
stofzuigen
snuiven
knijpen
melken
vouwen
maken

Slide 9 - Sleepvraag

Stemhebbend
Stemloos

Slide 10 - Tekstslide

Stemhebbend
 a, e, i, o, u, y, ij, en b, d, g, l, m, n, r, v, w, z

Stemloos
t, f, k, s, ch, p

Slide 11 - Tekstslide

Stemhebbend
+de

Stemloos
+te

Slide 12 - Tekstslide

verleden tijd
+te
verleden tijd
+de
verleden tijd
sterk werkwoord
(klankverandering)
relaxen
verhuizen
lachen
stressen
brainwashen
posten
netflixen
ervaren
chillen
uploaden
kloppen
bederven
buigen
zwijgen
surfen
updaten

Slide 13 - Sleepvraag

Ga aan de slag met de oefeningen uit het oefenboekje werkwoordspelling

en/of

Kies gerichte oefeningen op cambiumned.nl
timer
12:00

Slide 14 - Tekstslide